Ga naar main content
vliegend-hert.png
Daniel Wiersma

Op jacht naar het vliegend hert, een bedreigde krachtpatser

Voor veel mensen is het vliegend hert een ver-van-mijn-bed-beestje. Misschien was je je er zelfs niet eens van bewust dat die uit de kluiten gewassen kever ook in ons land voorkomt? Welnu, dat doet hij, al is het dan in zeer beperkte aantallen en slechts in enkele specifieke regio’s van ons land. Het dorpscentrum van het Vlaams-Brabantse Overijse is zo’n plekje, dus ging de redactie van Onze Natuur daar bij valavond op jacht naar het vliegend hert – onder deskundige begeleiding van Arno Thomaes van het INBO.

Voortplanten onder tijdsdruk

Vanaf midden juni zitten insectenliefhebbers op het puntje van hun stoel, want dan breekt een belangrijk periode aan: dit is het moment waarop het vliegend hert stilletjesaan actief wordt. Eens het warm genoeg is, vliegen de mannetjes uit en vechten ze zich met hun gewei-achtige kaken een weg tot bij een gewillig vrouwtje om de soort van nageslacht te verzekeren. Veel tijd krijgen ze daar niet voor. Nadat ze als blinde, witte larve zo’n drie tot vier jaar onder de grond doorgebracht hebben, verpoppen ze en komen ze pas de eerstvolgende lente als volwassen kever uit de grond gekropen. Vanaf dan hebben de mannetjes slechts enkele weken de tijd om te paren. 

Vanwaar die tijdsdruk? Niet alleen moeten de weersomstandigheden precies goed zitten – een warme, droge zomeravond in juni, zoals degene die wij uitgekozen hebben, is ideaal – maar de mannetjes leven ook maar een week of drie. Ze moeten dus alles op alles zetten om zo snel mogelijk een vrouwtje te lokaliseren en vast te pinnen, zodat ze hun voortplantingsplicht kunnen vervullen. Dankzij de antennes op hun kop vangen de heren al vliegend de feromonen die de dames verspreiden op, wat qua ingebouwd gps-systeem wel kan tellen. 

vechtende-vliegende-herten.jpg
Lars Soerink

Na de paring, ergens begin juli, stoppen de vrouwtjes met het afscheiden van die chemische stofjes en houden de mannetjes het rondvliegen stilaan voor bekeken – hun laatste rustplaats lonkt immers al. Ook de vrouwtjes zal je niet langer zien vliegen: zij gaan nu al wandelend op zoek naar geschikt rottend hout om hun eitjes op te leggen. Zo komen hun larven meteen vlak bij hun voornaamste voedingsbron ter wereld: dood hardhout van loofbomen en de schimmels die daarin leven.

Helikoptertje met sterallures

Momenteel zitten de hertkevers echter nog volop in hun actieve paartijd, en dat merken we meteen. We zijn amper een paar minuten op zoek langs een holle weg in Overijse-centrum, of de eerste observatie van een – letterlijk – vliegend hert is al een feit. Kruipend over de weg of in de berm kan je deze kevers amper van de ondergrond onderscheiden, maar wanneer je ze door de lucht ziet vliegen, zijn het best indrukwekkende verschijningen. Ze maken een luid brommend geluid en zweven als een soort helikoptertjes, vaak bijna verticaal omwille van de grote kaken die hen wat in de weg zitten. Dit is zo één van die scheppingen der natuur waarvan je je afvraagt: had dat niet aerodynamischer gekund? En toch lijken ze best gecontroleerd door het luchtruim te zoeven.

Bij het vallen van de avond moeten we zelfs moeite doen om hen te onderscheiden van een stel fladderende dwergvleermuizen. Ondanks het sterk verschillende vliegpatroon moeten ze er qua lengte alleszins niet voor onderdoen: een volwassen mannetje van een vliegend hert is in onze streken zo’n 4 tot 6 centimeter groot, terwijl de gewone dwergvleermuis met opgevouwen vleugels amper 3,5 tot 5 centimeter meet. Wanneer een ‘mannetjeshert’ stoïcijns op een tak blijft zitten, acht onze videograaf de tijd rijp voor een uitgebreide fotoshoot. Opmerkelijk hoe rustig dit beestje blijft onder de massale belangstelling en de felle spotlights … In zijn hyperkorte leventje betekenen die ‘15 minutes of fame’ natuurlijk wel wat meer dan in onze tijdsbeleving. 

vliegend-hert.jpeg
Daniel Wiersma

Sterke afname van populaties

In Zuid-Europa komen nog behoorlijk wat vliegende herten voor, maar bij ons – en zeker in Vlaanderen – schiet er niet veel meer over van de ooit omvangrijke populaties. Waarom is de soort zo bedreigd bij ons? De belangrijkste reden is het habitatverlies: de voorbije honderd jaar raakte het leefgebied van het vliegend hert volledig gefragmenteerd. Uit onderzoek blijkt dat de kever doorgaans in een straal van slechts enkele honderden meters rond zijn woonplaats blijft vliegen – met uitschieters van 2 of 3 kilometer bij de mannetjes – dus plotsklaps verhuizen naar een ander gebied is niet evident voor een populatie. Wanneer het landschap dus zodanig sterk verandert dat ze er hun gading niet meer vinden, betekent dat meteen een steile afname van het aantal vliegende herten. Daarnaast speelt ook de klimaatverandering een niet te onderschatten rol in de tanende populaties. Vooral de toenemende droogte maakt dat het paarseizoen drastisch ingekort raakt, en dat terwijl ze al zo’n krappe ‘window’ hebben om zich voort te planten. 

Tot 1850 waren er nog omvangrijke populaties verspreid over heel Vlaanderen te vinden – van het West-Vlaamse Heuvelland over de Kempen tot in Haspengouw. Uit collectiemateriaal blijkt ook dat bijvoorbeeld de populaties van de regio rond Halle genetisch verbonden waren met die uit het Leuvense. Vandaag blijven er helaas nog amper plaatsen over waar je het vliegend hert kan aantreffen. De grootste populaties houden zich momenteel op in Watermaal-Bosvoorde en in Overijse, waar we tijdens onze ‘jacht’ een kleine delegatie mochten aanschouwen, en ook in de Voerstreek houden ze voorlopig nog dapper stand. 

Een kwetsbare toestand dus, die in schril contrast staat met de kracht die het beestje uitstraalt. En dan hebben we het niet alleen over het indrukwekkende ‘gewei’ dat het mannetje meetorst op zijn kop. Wanneer je je vinger op het dekschild van zijn rug legt en lichte druk uitoefent, voel je meteen hoe het vliegend hert zich schrap zet en weerwerk biedt, zonder ook maar één spier te vertrekken. Hoe scherp die massieve kaken precies zijn? Die ‘now or never’-proef laten we toch maar aan ons voorbijgaan ... Hoe dan ook, voor de instandhouding van de soort kunnen we niet alleen rekenen op de veerkracht en de overlevingsdrang van de beestjes zelf: er is dringend actie nodig, op lange én korte termijn. 

Red het vliegend hert!

Zo’n prachtig insect langzaam maar zeker zien verdwijnen uit onze regionen, geeft elke natuurliefhebber hartzeer. Is er dan niets wat we kunnen ondernemen om de soort van de lokale ondergang te redden? Toch wel. Voor de inwoners van Overijse en andere ‘hotspots’ ligt er zelfs een belangrijke rol weggelegd. Aangezien het vliegend hert nood heeft aan dood loofhout als voedingsbron voor de larven, is een eerste stap al een hele makkelijke: wees niet te ijverig met het opruimen van je tuin. 

  • Dood hout van eikenbeukenolmen of iepen en andere harde houtsoorten mag je gewoon laten liggen. Of je kan bewust hakhout creëren: zaag een jonge boom of struik tot 10-15 cm boven de grond af en laat hem opnieuw uitlopen. Telkens je zo’n boom snoeit, kan er weer licht en warmte aan de bodem en bovendien sterven er ondergronds heel wat wortels af. Zo krijg je de ideale voedingsbodem voor de larven van het vliegend hert.
  • Je kan zelf actief broedhopen aanleggen, liefst op een zonnig plekje met een zanderige bodem, dat snel opwarmt. Je doet dit door dood hout – liefst niet-geïmpregneerd – in te graven in een put, zodat er ondergronds larven kunnen opgroeien. Eén broedhoop kan al tot 500 vliegende herten opleveren! Ook een berg houtsnippers of zagemeel vormt een populaire broedplaats voor vliegende herten.
  • Ben je van plan om je tuin te gaan heraanleggen? Geef de gemeente of het Regionaal Landschap dan even een seintje vooraleer je houtkanten of treinbielzen verwijdert. Zij zorgen ervoor dat de aanwezige larven voorzichtig uitgegraven worden en een nieuw plekje krijgen. 
  • Plant een kerselaar in je tuin. Deze boom draagt vruchten op het moment dat het vliegend hert actief is. Afgevallen en platgetrapt vormen de zoete kersen een levensnoodzakelijke vocht- en suikerrijke maaltijd voor de kevers.
  • Wie een tuinvijver heeft, zorgt maar beter voor een ontsnappingsmogelijkheid in de vorm van een trapje of plankje aan de rand, voor het geval een vliegend hert in het water tuimelt. 
  • Het spreekt uiteraard voor zich dat insecticiden geen plaats hebben in je tuin. 

Wist je dat ...

  • het vliegend hert enorm in grootte kan variëren? Mannetjes schommelen tussen 35 tot 85 mm en bij de grootste exemplaren nemen de kaken bijna 1/3de van hun totale lengte in beslag. Bij de kleinste mannetjes is dit amper 1/6de of 1/7de. De mate van verstedelijking van hun habitat heeft ook een invloed op de grootte van het gewei: hoe meer bebouwing – en dus fragmentatie – van de omgeving, hoe kleiner de kaken, zodat ze makkelijker kunnen vliegen.
  • de vrouwtjes zo’n twee maanden leven? Veel langer dan de mannetjes, dus. Tot in augustus en zelfs begin september kan je nog af en toe een vrouwtje tegenkomen, maar vliegen doen ze slechts een week lang, tijdens de actieve periode van de mannetjes.  
  • de mannetjes zowel met hun antennes als met hun tasters over de vrouwtjes strelen en trommelen om hen tijdens de paring rustig te houden – en te vermijden dat ze vroegtijdig de benen nemen.
  • het vliegend hert een heleboel natuurlijke vijanden heeft? Denk maar aan kraaiachtigen, vleermuizen (vooral de laatvlieger), de egel, de das, de vosPadden zouden de kevers zelfs met huid en haar – lees: poten en dekschilden – naar binnen spelen. 

Nog méér vliegende herten in België

Het groot vliegend hert (Lucanus cervus), ook wel hertkever genoemd, is niet de enige soort binnen de familie van de vliegende herten die je in ons land kan tegenkomen.

Klein vliegend hert

Klein vliegend hert

Het klein vliegend hert (Dorcus parallelipipedus) is ook zwartbruin tot zwart van kleur, maar is niet glanzend en met zo’n 19 tot 30 mm een maatje kleiner dan zijn grote broer. Hij mist ook het kenmerkende ‘gewei’.

Rolrond vliegend hert

Rolrond vliegend hert

Het rolrond vliegend hert (Sinodendron cylindricum) is 12 tot 16 mm groot en doet met zijn opvallende stekel op de kop wat denken aan een neushoornkever. Hij is zwart van kleur en is bedekt met kleine putjes.

Blauw vliegend hert

Blauw vliegend hert

Het blauw vliegend hert (Platycerus caraboides) tot slot is met 9 tot 13 mm de kleinste soort. Hij heeft eerder het uitzicht van een loopkever en komt vrij algemeen voor, onder andere in het Zoniënwoud en het Meerdaalwoud, maar onderscheidt zich door zijn donkerblauwe kleur.

Meer over


Gerelateerde artikels