Das
Onze grootste marterachtige heeft een opvallend uiterlijk met een zwart-wit gestreepte kop. Hoewel de das officieel tot de roofdieren behoort, gaat hij zelden actief op jacht. Hij eet wat hij tegenkomt, zonder zich al te moe te maken.
Herken de das
(Meles meles)
Je ziet het meteen aan de omgeving wanneer er dassen in de buurt wonen. De holen (breder dan hoog) en de wissels (platgetreden looppaden) zijn niet te missen. Ook hun prent of pootafdruk is erg herkenbaar, met vijf tenen dicht bij elkaar. Nog meer sporen die je kan vinden in de buurt van een dassenburcht zijn de snuitputjes (wroetplekken van zo’n 10 cm diameter), mestputjes (onafgedekte gaten met wat mest erin), nestmateriaal dat achterblijft op de wissels en hier en daar een verdwaald, stug dassenhaar.
Je moet veel geluk hebben om het dier te spotten, want de das is schuw en vooral ‘s nachts actief. De meeste kans heb je in de buurt van een burcht, vlak voor het donker wordt. Een das ziet er zo uit:
- gedrongen lichaam van 70 à 80 cm lang en 30 cm hoog
- een korte staart van nog eens zo’n 15 cm
- massieve kop met spitse snuit
- gemiddeld weegt een das 10 tot 12 kg (in de zomer en herfst is hij aanzienlijk zwaarder dan in de lente)
- het lichaam is bedekt met zwart-witte haren, waardoor de das een grijze rug heeft
- bruinzwarte borst, poten en buik
- een karakteristieke zwart-wit gestreepte kop, zwarte oren met een witte punt
- de manier waarop een das zich voortbeweegt doet eerder aan een beer dan aan een marterachtige denken
Op het menu
De das heeft ijzersterke kaken, maar zet die nauwelijks in om eten te verschalken. Hoewel hij tot de roofdieren behoort, is het een echte alleseter. En met alles bedoelen we: alles wat zich op een dienblaadje aandient. Komt de das tijdens het wroeten een nest muizen tegen, dan eet hij dat op (maar zelf een muis besluipen, doet hij niet). Larven van insecten, bessen, gevallen fruit, slakken en vooral regenwormen staan op zijn luie-dassen-menu. Door zich in de zomer en de herfst goed vol te vreten, legt de das voldoende vetreserves aan om de winter door te komen. In koude periodes komt hij soms dagenlang niet uit de burcht.
Leefgebied van de das
Dassen leven in familieverband. Ze vormen zogenaamde ‘clans’ die bestaan uit een ouderpaar en nakomelingen van het huidige en het vorige jaar. Af en toe sluit een vreemde das zich bij een bestaande clan aan. Belgische clans bestaan uit gemiddeld 10 dassen. Elke clan bewoont een eigen burcht, een ondergronds stelsel van tunnels en kamers. Alleen waar de grondsoort dat toelaat, kan de das floreren. Idealiter kunnen dassen op korte afstand van hun burcht het jaarrond voedsel vinden. Daarom vind je hen vooral in afwisselende landschappen met zowel grasland, boskernen en/of kleine landschapselementen.
Dassen komen tegenwoordig in elke Belgische provincie voor, maar ze zijn meer aanwezig onder de taalgrens. In het Vlaamse landdeel vinden ze vooral hun gading in Limburg en tegenwoordig ook steeds vaker in Vlaams-Brabant.
Dassenliefde
Er is slechts één vrouwtje in de dassenburcht dat zich voortplant. De paring kan het hele jaar door plaatsvinden, maar pas in december of januari komt de vrucht tot ontwikkeling. Het zijn de hormonen, die vrijkomen bij het afbreken van de vetreserves, die dat proces in gang zetten. In februari worden de jongen reeds geboren. Ze blijven ondergronds en worden gezoogd door de moeder.
In april zetten de dassenjongen hun eerste stapjes in de buitenwereld. In het begin blijven ze nog dicht bij de moeder en de burcht, maar stilaan leren ze op eigen benen staan.
Relatie van de das met de mens
De das wordt in ons land in hoge mate beschermd en heeft vooral te vrezen van het verkeer. Dat de prachtige dieren gemiddeld slechts 5 jaar oud worden, is daar een triest gevolg dan. Om de dassen meer overlevingskansen te bieden, kan het helpen om de wegen af te rasteren. In menig dassenrijk gebied worden lage rasters geplaatst die verhinderen dat een das op de weg terechtkomt. Via tunnels raakt hij toch veilig aan de overkant. Komt een das per ongeluk toch aan de verkeerde kant terecht, dan kan zichzelf in veiligheid brengen via eenrichtingskleppen.
Wist je dat de das …
- extreem sterke kaken heeft die nauwelijks los te wrikken zijn? De pitbull onder onze roofdieren!
- zijn witte kopstrepen gebruikt als alarmsignaal? Wanneer hij verstoord wordt en wegrent, weten andere dassen dat er onraad is - ook ‘s nachts.
- ook enkele buitenverblijven heeft? In bepaalde periodes verhuist hij naar één van de ‘bijburchten’ waar op dat moment veel eten te rapen valt.
- de enige marterachtige is die in familieverband leeft?
- in zijn eentje op zoek gaat naar voedsel? Elke das gebruikt zijn eigen vaste routes om te foerageren.
- soms vriendschappen aangaat met de vos? Vooral de jongen zoeken toenadering tot elkaar en worden soms zelfs spelend aangetroffen.