Ga naar main content
Dassenburcht
Dassenburcht
Rollin Verlinde

Wie woont hier: een das of een vos?

Qua looks kan je een das en een vos makkelijk uit elkaar houden, maar voor de burchten die ze bouwen is dat een pak moeilijker. Hoe kan je toch het verschil zien tussen de woonplaats van een das of een vos? Onze Natuur ging op onderzoek.

Wie veel gaat wandelen of tijd doorbrengt in de natuur heeft ze vast al eens gezien: gaten in de grond of op de flank van een heuvel. De architect van deze ondergrondse woonplaats is zonder twijfel een dier. Een das? Een vos? Of toch een ander dier? De eerste aanwijzing is makkelijk te vinden: de grootte van de opening. Die verklapt al veel over de bewoners van de burcht. Als de ingang kleiner is dan 30 cm diameter is de kans klein dat een das of vos het hol in de grond bewoont. Is de opening groter? Dan heb je wellicht wel te maken met een dassen- of vossenburcht.

Op bezoek in een dassenhol

Dassenholen zijn in mensentermen echte kastelen waar verschillende generaties bij elkaar wonen. Alle familieleden - de ouders, de pasgeboren jongen en de jongen van vorig jaar - leven samen onder één dak. Een burcht telt dus al snel meer dan tien bewoners. Het interieur van een dassenburcht heeft alle kenmerken van een grote familievilla: verschillende kamers zijn via een gangenstelsel verbonden met elkaar. De gangen zijn ongeveer 20 meter lang en 3 à 4 meter diep en lopen van kamer naar kamer. 

In zo’n gigantisch ondergronds kasteel zou je denken dat elke das zijn eigen kamer heeft, maar niets is minder waar. Dassen slapen vaak met meerdere familieleden op één kamer. Ze wisselen ook regelmatig van kamer én van kamergenoten. Heel af en toe gebeurt het zelfs dat dassen hun burcht delen met andere diersoorten, zoals vossen, andere marterachtigen (bunzingen of wezels) of zelfs konijnen. Co-housing op z’n best!

Dassenburcht
Dassenburcht

Ontstaat er dan nooit file aan de voordeur met zoveel volk in huis? File is een probleem dat dassen niet kennen. Ze voorzien altijd meerdere ingangen, vaak tientallen meters uit elkaar, voor vlot inkomend en uitgaand verkeer. Sommige dassenburchten zijn zo groot dat er 30 tot 40 (in uitzonderlijke gevallen zelfs 100) ingangen zijn. Ook geen rij aan de wc want de toiletruimte bevindt zich buiten het hol. Dassen hebben de gewoonte om buitenshuis een dassentoilet in te richten. Deze zelfgegraven latrine bevindt zich meestal niet ver weg van de burcht, al kan de “wc” ook aan de grens van hun territorium liggen bij wijze van afbakening.

Met zulke afmetingen verrast het niet dat een dassenburcht graven een heuse onderneming is. Dassen verplaatsen tijdens de bouwwerken tot wel 40 ton aarde. Voor extra comfort en isolatie bekleden ze hun kamers met natuurlijke materialen zoals bladeren en gras. Alsof dat nog niet genoeg werk is, bouwen ze vaak ook een tweede verblijf. Een buitenverblijf zeg maar. Die tweede burcht dient als schuilplaats wanneer indringers hun hoofdverblijfplaats verstoren, maar ook wanneer driftige mannetjes de pasgeboren dassenjongen storen in hun slaap.

Gelukkig bouwen dassen niet elk jaar een nieuw burcht. Ze dragen er goed zorg voor en geven hun woonplaats generatie op generatie door. Zo kan een dassenburcht tientallen jaren na elkaar bewoond worden door dezelfde familie.

Een vossenhol onder de loep

Af en toe maken vossen slim gebruik van een dassenburcht. In sommige gevallen wonen ze zelfs samen, maar meestal graaft een vos zijn eigen hol. Al zeggen we misschien beter voedselvoorraad of kraamkliniek. Vossen gebruiken hun burcht niet als woonplaats zoals dassen dat doen. Ze gebruiken het alleen om voedsel op te slaan en om hun jongen ter wereld te brengen. Een vossenburcht voldoet dus aan andere voorwaarden: het is kleiner en minder diep dan een dassenburcht. En wat als een vossenfamilie bij een dassenfamilie inwoont? Dan zullen ze altijd voor de kleinste en hoogst gelegen kamer(s) kiezen.

Eens de jongen geboren zijn, kruipen vossen lekker dicht tegen elkaar aan om zich te verwarmen met behulp van hun lichaamstemperatuur. In tegenstelling tot de goed geïsoleerde kamers van een das komt er in een vossenburcht geen gras, bladeren of ander isolatiemateriaal aan te pas.

Vossenburcht
Yves Adams
Vossenburcht

Dassenburcht vs. vossenburcht: zo zie je het verschil

Aangezien dassen en vossen dezelfde burcht kunnen delen, is het niet altijd even makkelijk om uit te maken met welk dier je te maken hebt. Heb je een burcht ontdekt die voldoet aan de voorwaarden? Kijk dan eens goed naar volgende kenmerken om zeker(der) te zijn of het om een dassenburcht of een vossenburcht gaat:

  • Liggen de toegangswegen en ingang naar de burcht er netjes bij? Dan is de kans groot dat je voor de woonplaats van een das staat. Vossen hechten veel minder belang aan een propere stoep en voordeur omdat ze ook minder vaak in hun burcht verblijven.

  • Hoeveel ingangen tel je? Een dassenburcht heeft meer openingen dan een vossenburcht.

  • Vind je pootafdrukken? Vossen laten een afdruk met vier vingers achter. Dassen hebben vijfvingerige en grotere poten.

  • Liggen er uitwerpselen in de buurt van de burcht? Keutelkunde of drollen spotten is ook een manier om te achterhalen welk dier er woont. De uitwerpselen van een vos lijken op langwerpige ballen. Dassendrollen zijn moeilijker te vinden omdat ze hun grote boodschap achterlaten in een zelfgegraven latrine. ​
Pootafdrukken van een vos (links) en een das (rechts)
Yves Adams
Pootafdrukken van een vos (links) en een das (rechts)

Meer over


Gerelateerde artikels