Ga naar main content
jonge-dassen-header.jpg

Een slimme das krijgt haar kinderen op (de best mogelijke) tijd

Wanneer het dassenvrouwtje juist op vrijerspad gaat, steekt voor haar niet zo nauw. In principe kan ze het hele jaar rond paren, maar dat wil niet zeggen dat er ook in elke maand van het jaar kleine dassenbaby’s geboren worden. De das is namelijk een van die bijzondere diersoorten die hun zwangerschap kunnen uitstellen tot het meest gunstige tijdstip. En dat moment vindt nu ongeveer plaats: in december of januari komt de vrucht, die tot dan toe in ‘kiemrust’ was, pas tot ontwikkeling.

Vernuftig hormonenspel

De voortplanting bij de das loopt niet helemaal zoals wij dat gewend zijn. Na de paring delen de bevruchte eicellen zich een paar keer tot zogenaamde blastocyten, maar al gauw stopt de celdeling en blijven ze rondzweven in de baarmoeder van het drachtige dassenvrouwtje. Heeft het zeugje dan een soort geheime knop die ze indrukt om de ontwikkeling van het embryo ‘on hold’ te zetten en het vruchtje pas in de winter plots te laten groeien? Onze natuur zou niet zo wonderlijk zijn als ze daar geen vernuftig trucje voor bedacht had.

Zoals te verwachten bij een zwangerschap spelen hormonen een essentiële rol in dit proces. Tijdens de wintermaanden, wanneer voedsel schaars is, teert de das op de vetreserves die ze in de zomer en het najaar heeft aangelegd. Zodra deze reserves worden afgebroken, komt er een grote hoeveelheid hormonen vrij in het bloed waardoor de bevruchte eicellen zich wél gaan nestelen in de baarmoederwand en het ontwikkelingsproces van het embryo op gang komt. Easy peasy, toch?

Al is het wel opletten geblazen voor de toekomstige moeder. Wanneer de omgeving rond de burcht verstoord wordt, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van mensen, kan ze zodanig veel stress ervaren dat haar lichaam de blastocyten afstoot of dat ze weer worden opgenomen in het bloed – een miskraam, zeg maar.  

Geboren op het ideale moment

Na een korte maar krachtige dracht van zo’n acht weken volgt in februari dan de worp van meestal twee tot drie jongen. Het zijn hulpeloze wezentjes, die blind en haast naakt geboren worden – al kan je de typische strepen op hun kopje wel al zien. De eerste acht tot negen winterse weken worden ze daarom ondergronds gezoogd door hun moeder, in een lekker warm nestje. In die periode leren ze langzaam maar zeker de burcht met al haar gangen en kamers kennen, en krijgen ze de eerste geuren van buiten in hun neus via het schone nestmateriaal dat hun moeder met de regelmaat van de klok naar binnen sleept.

In april, wanneer de natuur op z’n best is en er weer volop voedsel te vinden is, treden ze de buitenwereld tegemoet – weliswaar met knipperende oogjes en nog wat nat achter de oren. Nog tot ze twaalf weken oud zijn, zijn de dassenkinderen afhankelijk van de borstvoeding en ook daarna hebben ze hun moeder nog nodig om voedsel te leren zoeken. Hun eerste voorzichtige stapjes in openlucht zetten ze dan ook nog onder het streng toeziende oog van Mama Das, maar vanaf vijftien weken gaan ze zelfverzekerd alleen op pad. Hoewel, zelfverzekerd … Een wilde das spotten is bijna onbegonnen werk, omdat de dieren zo schuw zijn en zich meestal pas ’s nachts buiten hun burcht wagen.

Familie dassen

Eén vrouwtje aan de macht

In België leven dassen met gemiddeld tien dieren in een clan, die bestaat uit mama, papa en hun kroost van de huidige en de vorige worp. Gezellig samen met de familie in één burcht, vol kamertjes verbonden door tunnels en gangen … Het klinkt bijna als een verhaal uit de mensenwereld. En dan nog kunnen we wel wat van de das leren: hij is de enige marterachtige die zijn familie voldoende verdraagt om er dag in dag uit mee samen te leven.

Wist je trouwens dat niet elk dassenvrouwtje nakomelingen zal baren? In elke burcht leeft slechts één dominant zeugjedat op haar eentje verantwoordelijk is voor het voortbestaan van haar clan: enkel zij krijgt jongen. Best een grote verantwoordelijkheid voor Queen D! Slechts in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld wanneer het territorium groot genoeg is, kan er een tweede nestje geboren worden bij een ander vrouwtje. 

Vaak staan de mannetjes trouwens meteen na de bevalling alweer klaar om met haar te paren. Om te vermijden dat een al te actief beertje zich een weg naar binnen zou banen en in al zijn ongeduld de baby’s in de nestkamer zou vertrappelen, jaagt het zeugje haar minnaar streng en kordaat richting liefdesnest – vaak een bijburcht in de buurt van de hoofdburcht – waar hij zonder gevaar voor het leven van haar kleine spruitjes zijn ding kan doen. Vroeg je je nog af welk geslacht het sterkst is?

Meer over


Gerelateerde artikels