Ga naar main content
vilda-106406-veldmuis-rollin-verlinde-800-px-57107.jpg
Rollin Verlinde

Veldmuis

De veldmuis ziet er lief, klein, aaibaar en schattig uit. In realiteit is hij erg gesteld op zijn privacy en territorium. Daarom leidt hij een verdoken leven onder de grond, in de mini-loopgraven van onze natuur.

soortenfiche veldmuis

Herken de veldmuis

(Microtus arvalis)

De kleine veldmuis leidt een vrij onopvallend leven dat zich grotendeels onder de grond afspeelt. Met wat geluk herken je hem buiten zijn nest aan de hand van de volgende kenmerken:

  • 90 tot 130 mm groot (kop-romp) met een korte staart (25 tot 45 mm)
  • korte, gladde vacht
  • bleekbruine tot beige rug met een lichtgekleurde buik
  • donkere, ronde ogen
  • kleine, ronde, behaarde oren 
  • stompe snuit met korte snorharen

Een veldmuis en een aardmuis lijken erg veel op elkaar. De veldmuis heeft iets kleinere achterpoten, maar dat is met het blote oog moeilijk te zien. Natuurkenners en -onderzoekers onderscheiden de twee muizen van elkaar door het aantal vlakjes op de kiezen te tellen.

Op het menu

De meeste veldmuizen zijn veganisten. Ze eten voornamelijk plantaardig voedsel. In de winter en de herfst eten ze veel groene grassen (van blad tot wortel), wortels, knollen en zaden. Kruiden, vruchten en heel af en toe een spin of een worm staan vaker in de zomer op het menu. In de aanloop van de winter nemen veldmuizen extra voedsel mee naar hun ondergrondse voorraadkamer om een wintervoorraad aan te leggen. Die voorraad vullen ze in de koudste maanden van het jaar ook nog aan met schors van jonge bomen.

vilda-1221-veldmuis-rollin-verlinde-800-px-57108.jpg
Rollin Verlinde

Leefgebied van de veldmuis

Wanneer de populatie veldmuizen niet zo groot is, leven ze in wegbermen, spoordijken, en verborgen hoekjes op droge wei- en hooilanden. In de piekjaren, als ze veel talrijker aanwezig zijn, bewonen veldmuizen ook minder gunstige biotopen zoals open graslanden, boomgaarden en zelfs grasakkers

Veldmuizen bouwen twee soorten gangenstelsels. Enerzijds maken ze nestkamers (een voor de zomer en een voor de winter). Het zomernest is een vrij grote kamer (10-20 cm diameter) net onder het aardoppervlak (max. 50 cm diep) dat volledig aangekleed wordt met mos, gras en bladeren. Het winternest, dat groter is, ligt nog een pak dieper onder de grond. Anderzijds maken ze voorraadkamers en vluchtgangen. Deze gangen zijn ook bovengronds verbonden, maar dit is meestal niet te zien door de vegetatie. Pas wanneer hoge grassen bijvoorbeeld gemaaid worden worden de verbindingswegen wel zichtbaar. Zeker wanneer ze intensief gebruikt zijn, lijken het wel kleine loopgraven

shutterstock-424426789.jpg

Aan de uitgang van het nest zie je stortbergjes of hoopjes grond die veldmuizen onder de grond losknagen en naar buiten dragen. Sommige veldmuizen zijn liever lui dan moe. Zij nemen gewoon oude mollengangen in gebruik. Boven de grond maken ze soms ook een nest onder een steen of in graspollen. 

Veldmuizen zijn gesteld op hun eigen territorium. De leefgebieden variëren in grootte van 200 à 300 m2 voor een jonge veldmuis, 300 à 400 m2 voor vrouwtjes en 1200 tot 1500 m2 voor mannetjes. Vrouwtjes houden hun territoria strikt gescheiden, terwijl de leefgebieden van mannetjes vaker overlappen. Hoe dan ook, veldmuizen verdedigen hun territorium met veel passie en agressie als het moet. Vooral de mannetjes dan. In de winter vervagen de grenzen en zijn veldmuizen minder territoriaal. Alleen tijdens het paarseizoen zoeken mannetjes en vrouwtjes elkaar op.

Gedrag en leefwijze van de veldmuis

‘s Nachts en in de schemering zijn veldmuizen het meest actief. In de zomer soms ook al vroeger op de avond. Per etmaal (volledige dag en nacht) kennen ze tien actieve momentenwaarin ze samen foerageren. Samen staan ze namelijk sterker tegen roofdieren en indringers. Daarna nemen ze telkens een rustpauze van ongeveer 2 uur. Zo gaat het dag in, dag uit want veldmuizen houden geen winterslaap.

Over roofdieren en indringers gesproken. Veldmuizen hebben veel natuurlijke vijanden: hermelijnen, wezels, vossen, roofvogels, uilen, mollen, kraaien en reigers. De wezel is veruit de gevaarlijkste omdat hij dankzij zijn slanke lichaamsbouw een veldmuis tot in zijn nest achterna kan zitten. 

Als veldmuizen uit de klauwen of bek van hun predatoren blijven, is hun levensverwachting 4 maanden tot 1 jaar. Dat is niet zo lang, en dat heeft alles te maken met hun hoge hartslag: gemiddeld 500 slagen per minuut. Over het algemeen geldt namelijk “hoe kleiner het dier, hoe hoger de hartslag”. Je kan je dus wel inbeelden dat het hart van dit kleine woelmuisje het vrij snel begeeft.

Jonge baby veldmuis
Jonge baby veldmuis

Veldmuisliefde

Tussen maart en oktober kunnen veldmuizen meerdere nestjes grootbrengen, ongeveer eentje per maand. Na een draagtijd van19 à 21 dagen werpt mevrouw veldmuis meestal 3 tot 8 jongen. Baby veldmuizen komen blind en kaal ter wereld. Na 2,5 weken verlaten ze het nest en zijn veldmuismeisjes al geslachtsrijp. Op 3 maanden tijd kan een veldmuis dus oma of opa worden. Bijzonder!

Relatie met de mens

Tot de helft van de 20ste eeuw zagen wij mensen veldmuizen als een echte plaag. Vooral landbouwers zagen veldmuizen niet graag komen omdat ze de wortels van hun gewassen opeten en - in piekjaren - hele weilanden kunnen omwoelen, … Na 1950, met de opkomst van meer intensieve landbouw, verdwenen ook de kleinschalige landschappen waar veldmuizen naartoe trokken als akkers bewerkt werden. Sindsdien houdt de populatie zichzelf in stand en is er al lang geen sprake meer van veldmuisplagen. Dat zou zichzelf trouwens oplossen want het aantal veldmuizen schommelt sowieso heen en weer. Het ene jaar zijn ze massaal aanwezig, het jaar erop zijn ze nergens meer te bespeuren. In piekjaren leven er wel 1400 veldmuizen per hectare. Dat is gelijk aan één veldmuis per 7 m²! Na zo’n piekjaar nemen de cijfers een snelle duik. Stress, voedselschaarste, regen, vorst, … zijn allemaal factoren die de populatie doen slinken. Het duurt dan ongeveer drie jaar voor de veldmuispopulatie opnieuw een piek bereikt.

Wist je dat veldmuizen ...

  • altijd op hetzelfde tijdstip naar buiten gaan om samen te foerageren? In groep staan ze sterker tegen mogelijke roofdieren.
  • zich sneller voortplanten dan konijnen? Misschien moeten we dat bekende spreekwoord toch maar eens herbekijken …
  • hun nekharen letterlijk overeind komen wanneer ze kwaad zijn of zich bedreigd voelen? Van een lieve muis met een gladde pels veranderen ze in een schrikwekkend beestje.