Blokkersdijk
Zo waken Natuurpunt en Lantis over de toekomst van de natuur op Linkeroever
Maak jij deel uit van het dagelijkse woon-werkverkeer tussen Linkeroever en Rechteroever? Dan wil je waarschijnlijk dat de Oosterweelverbinding er zo snel mogelijk komt, zodat het jarenlange fileprobleem eindelijk opgelost raakt. Maar ook de toekomst van de natuur op Linkeroever verdient een belangrijk plekje in het Oosterweeldossier. Wij bekijken samen met Jef Van De Wiele, voorzitter van Natuurpunt Waasland, en Koen Maes, expert natuur bij Lantis, wat er nog in het verschiet ligt.
Overleg loont: wat is er vandaag al bereikt?
Al sinds eind jaren 1980, toen het Oosterweelproject nog ‘de sluiting van de Kleine Ring’ heette, is Natuurpunt – destijds nog Werkgroep Natuurbehoud Linkeroever-Waasland – nauw betrokken bij het dossier. In het begin was er nog sprake van enkele bezorgdheden bij de natuurvereniging: wat zouden deze werken betekenen voor de natuur op Linkeroever? Trekken nieuwe wegen geen nieuw verkeer aan? En wat met de problemen met PFOS in de bodem?
De relatie tussen Natuurpunt en de Oosterweelverbinding kende dus een wat moeilijke start. Na heel wat overleg met alle betrokken actoren, waaronder Lantis, de gemeente Zwijndrecht, Stad Antwerpen en de verschillende aannemers, is de natuur echter een zeer belangrijk aspect in het Oosterweeldossier geworden. “We geloven erin dat je via overleg veel meer bereikt dan via de rechtbank”, aldus Jef Van De Wiele, voorzitter van Natuurpunt Waasland. Welke concrete stappen werden al gezet?
Verdroging tegengaan door ontharding
Jef Van De Wiele: “Momenteel zitten we met een groot probleem van verdroging, en ook onze natuurgebieden drogen zienderogen uit. Elke regendruppel moet dus de kans krijgen om in de grond te dringen – of opgevangen worden in bekkens om het water later te gebruiken. Daarom hebben we aan Lantis gevraagd om een onthardingstoets te maken: een vergelijking tussen wat er vóór Oosterweel verhard was en wat na Oosterweel nog steeds verhard zal zijn. Samen met Lantis hopen we dat die balans positief zal uitdraaien in het voordeel van ontharden. Dat lijkt misschien een beetje gek, omdat je overal nieuwe wegen en bruggen ziet verschijnen, maar anderzijds wordt er ook heel veel opgebroken. Denk maar aan de Charles de Costerlaan, waar de zijbanen en drie van de vier baanvakken van de hoofdbaan opgeheven worden. Enkel voor wandelaars, fietsers en de hulpdiensten blijft er één baanvak behouden. Maar ook de op- en afrit Linkeroever zal verdwijnen, en de oude Park & Ride-zone op de Blancefloerlaan zal aan het natuurgebied Het Rot toegevoegd worden.”
De Charles de Costerlaan zal onthard worden
… of door een ‘watertransfer’
Jef Van De Wiele: “Het moeras in het Vlietbos en de bron die normaal gezien water levert aan de Blokkersdijkplas staan al jaren droog. Daarom hebben we een overeenkomst met Lantis: zij pompen meer dan een miljoen kubieke meter water uit de werf voor de Scheldetunnel, vervolgens zuiveren ze dit water tot bijna op drinkwaterniveau en ten slotte hevelen ze zo’n 100.000 kubieke meter gezuiverd water over naar de Blokkersdijkplas. Ter plaatse wordt het water eerst nog gecontroleerd op verontreinigde stoffen, zodat we meteen kunnen ingrijpen wanneer zich een probleem voordoet.Uit de analyses van de eerste levering van 4.000 m3 water bleek half maart 2023 dat alle PFAS-waarden beneden de detectielimiet zitten. Er zit met andere woorden zo weinig PFAS in het geloosde water dat het met de huidige technieken niet meer op te sporen valt. Dankzij deze ‘watertransfer’ voorkomen we dat de rietkraag uitdroogt en kan de natuur van Blokkersdijk weer floreren.
Versnippering tegengaan door overkapping
Jef Van De Wiele: “In de jaren 1960 en 1970 waren de natuurgebieden op Linkeroever nog niet zo versnipperd – enkel de Charles de Costerlaan en de Blancefloerlaan liepen er doorheen. Bijna tien jaar geleden al wilden wij de huidige versnippering een halt toeroepen door de Ring te gaan overkappen. In het Toekomstverbond sprak men af dat zowel op Linker- als op Rechteroever elk stukje autostrade dat kon overkapt worden ook effectief overkapt zou worden. Tegenover de huidige situatie boeken we met de aanleg van één ecoduct en één parkbrug mooie winsten, maar het mocht heus wel meer geworden zijn.
- 40 meter ter hoogte van de natuurgebieden Vlietbos, Het Rot en Blokkersdijk, waar zowel een ecoduct (30 m) als een fietsverbinding (10 m) aangelegd wordt, zodat mens en dier zich veilig én gescheiden over de ring kunnen verplaatsen;
- tussen 50 en 60 meter (op het smalste en breedste punt) voor de Parkbrug, dichter bij de Kennedytunnel, die bedoeld is voor gemengd gebruik: fietsers en voetgangers enerzijds, dieren en planten anderzijds. Deze brug verbindt de Burchtse Weel met het Galgenweel en het toekomstige Katwilgbos, en maakt binnen dit en twee jaar een veilige lus van meer dan 20 kilometer mogelijk voor woon-werkverkeer en recreatie op Linkeroever.”
Parkbrug Kennedytunnel - Simulatie Ringpark-West Parkbrug
Natuurpunt en Lantis: relatie van wederzijds respect
Jef Van De Wiele: “Lantis heeft gelukkig al een tijdje begrepen dat natuur even belangrijk is als verkeer en technologie, maar dat is niet altijd zo geweest. In december 2020 stonden we voor een moeilijke beslissing: in beroep gaan tegen de omgevingsvergunning Oosterweelverbinding en Linkeroever of aan tafel blijven zitten met Lantis en tot een samenwerkingsovereenkomst komen. We hebben voor de laatste optie gekozen, met als resultaat dat we meer dan 90% van onze verwachtingen konden waarmaken. Dit heeft gezorgd voor een grote ommezwaai in de samenwerking met Lantis, die inmiddels heel aangenaam verloopt.”
“Een goed voorbeeld is de herinrichting van Het Rot in 2007, met als doel het milderen van de schade die de Oosterweelwerken zouden aanrichten aan Blokkersdijk en het slikken- en schorrengebied van de Schelde. Jammer genoeg zijn zowel de nieuw aangelegde als de reeds bestaande plassen in Het Rot verloederd tot een hondenzwemvijver, zoals Koen Maes in een eerder artikel al vermeldde. Daarop nam Lantis de drastische beslissing om het gedeelte met de plassen tijdens de werken met een hek af te sluiten voor het publiek. Ondertussen zijn de rust én de watervogels in het afgesloten gedeelte gelukkig teruggekeerd, maar dit is wel een belangrijk werkpunt om de toekomst van de natuur op Linkeroever te garanderen. In de eerste plaats is het de verantwoordelijkheid van de recreanten om ervoor te zorgen dat ze geen overlast creëren, maar we vragen ook met aandrang om voldoende middelen vrij te maken voor meer ordehandhaving.”
Nieuwe vooruitzichten: wat brengt de toekomst?
Goed nieuws: na de Oosterweelwerken er is nog meer beterschap in zicht. Zo wordt er volop ingezet op het creëren van extra leefgebied op Linkeroever en het verhogen van de veiligheid voor overstekende dieren. Koen Maes, expert natuur bij Lantis, licht toe: “Ten eerste voorzien we in nieuw foerageergebied voor vogelsoorten die niet in een nestkast broeden, zoals de merel, zodat zij ook na de werken opnieuw aan hun trekken komen in de omgeving. Met extra bloemrijke graslanden en grazige bermen creëren we een gratis buffet boordevol kevers en wormen, waar ook vlinders en wilde bijen zich thuis voelen. We leggen verschillende voortplantingspoelen aan voor de zeldzame, Europees beschermde rugstreeppad. En op Linkeroever worden twee nieuwe vleermuizenbunkers van zo’n vijf op vijf meter gebouwd, in de buurt van een route die vaak door deze beestjes gebruikt wordt.”
“Ook komen er meerdere ecoducten waarlangs kruipende diersoorten de weg veilig kunnen oversteken en worden er speciale ‘kokers’ onder de rijbaan aangelegd, met een omvang tot vier meter hoogte en acht meter breedte. Vleermuizen hebben die ruimte echt nodig, omdat ze via echolocatie hun weg vinden. Zonder zo’n tunnel kunnen ze enkel het asfalt volgen en dat zorgt voor heel wat onnodige verkeersslachtoffers.”
“Zoals Jef al aanhaalde, zal de Charles de Costerlaan in het kader van de ontharding voor een groot stuk opgeheven worden. Op het ene baanvak dat behouden blijft voor wandelaars, fietsers en hulpdiensten, blijft dus nog een beetje asfalt over, waar egels, kikkers en padden nog steeds het risico op een aanrijding lopen. Om dat te voorkomen, worden bij de heraanleg van deze weg om de honderd meter een paddentunnel voorzien, zodat ze de voorbijrijdende fietsers conflictvrij kunnen kruisen. Dankzij een betonnen boordsteen van 50 centimeter hoog die langs de weg loopt, worden egels en padden vanzelf naar de opening van zo’n tunneltje geleid – een gat van zo’n 40 op 40 centimeter. Ook grotere dieren zoals konijnen, marters en zelfs vossen profiteren hiervan. De benaming ‘faunapassage’ voor kleine fauna is dus eigenlijk meer gepast dan ‘paddentunnel’.”