Ga naar main content
vuur-geelgors.jpg

Nevenpersonage van de week: de geelgors

De documentairereeks van Onze Natuur barst van de inheemse dieren, planten en zwammen. Bekende én minder bekende soorten bevolken de komende weken jouw televisiescherm. En hoewel Wim Opbrouck zijn uiterste best doet om over elk levend organisme dat in beeld komt wat meer te vertellen, zijn zelfs 50 minuten per aflevering nog lang niet genoeg voor een uitgebreide kennismaking. In deze rubriek richten we daarom onze schijnwerpers op een ‘onderbelichte’ soort. Deze week in de aflevering ‘Vuur’: de geelgors.

Klassiek geschoolde zanger

Hier op de redactie van Onze Natuur hebben we een zwak voor kleine, schattige vogeltjes. En als je ze dan ook nog eens vlot kan herkennen zonder eerst een uitgebreid handboek ornithologie te doorploegen, dan zijn we helemaal in onze nopjes. Met zijn felgele kopje en buik (in het broedseizoen vooral bij het mannetje goed zichtbaar), een gemiddelde lengte van zo’n 16 centimeter van snavel tot staartpunt en zijn typische, vrolijke getjilp voldoet de geelgors aan al die vereisten. Sommige vogelkenners beweren in dat herkenbare wijsje zelfs de vijfde symfonie van Beethoven te ontwaren: tsi-tsi-tsi-tsuuuuu. De vraag is wel wie van beide er het eerst mee op de proppen kwam ... Zijn naam (en ook de wetenschappelijke variant ‘Emberiza citrinella’) heeft dit flashy zangvogeltje uiteraard te danken aan zijn opvallende, citroengele verenkleed, al hebben de flanken, de stuit en een stukje van de borst een roodbruine kleur. 

zingende-geelgors.jpg
Yves Adams

Bedreigde grondbroeder

In de drukke stad zal je de geelgors niet tegenkomen. Hou liever je ogen open wanneer je in traditioneel landbouwgebied door open akkers, omzoomd door heggen en houtwallen struint. Het mannetje kan je het makkelijkst spotten wanneer hij zijn liefdesliedjes te berde brengt in een eenzame boom of een andere hoge plek. Helaas wordt zijn habitat, net als die van vele andere akkervogels, door de intensivering van de landbouw sterk ingeperkt. Geen wonder dus dat hij op de Vlaamse rode lijst prijkt als bedreigde soort

Op zijn menu staan hoofdzakelijk zaden van landbouwgewassen en bomen, al zal de geelgors er tijdens de broedperiode niet voor terugdeinzen om een wormpje of een insect mee te pikken. Ook zijn kersverse kroost is dol op eiwitrijke kriebelbeestjes! De jonge vogeltjes – meestal vier of vijf stuks – zitten ongeduldig op hun dagelijkse snacks te wachten in een nest op of laag bij de grond, dat goed verstopt zit tussen struiken, kruiden en hoog gras. Lang hoeven hun maagjes niet te knorren, want zowel ma als pa geelgors houden zich fulltime bezig met de zorg voor hun kleine koters. 

Sociale overwinteraar

Ook tijdens de wintermaanden maak je kans om oog in oog te staan met deze gele rakker. Geelgorzen trekken niet massaal naar het warme zuiden, maar blijven gezellig bij ons overwinteren. Zie je toch een zeldzame vlucht geelgorzen overtrekken? Dan gaat het allicht om vogels uit Scandinavië of het noorden van Duitsland, waar de winters wat strenger kunnen zijn. Zaadjes strooien op je voedertafel zal veel tuinvogels blij maken, maar de geelgors laat zich er niet door overtuigen om zo dicht bij de dichtbebouwde wereld te komen. Liever gaan ze op akkers en in kleine groepjes samen op zoek naar een lekker hapje. Waar er veel voedsel te vinden is, kunnen die samenscholingen best omvangrijke proporties aannemen. Wil je hem toch naar je tuin lokken, dan voorzie je beter de nodige kruiden en bomen die insecten aantrekken en dichte hagen waarin ze kunnen schuilen en nestelen.

Meer over


Gerelateerde artikels