Nevenpersonage van de week: de bosbeekjuffer
De documentairereeks van Onze Natuur barst van de inheemse dieren, planten en zwammen. Bekende én minder bekende soorten bevolken de komende weken jouw televisiescherm. En hoewel Wim Opbrouck zijn uiterste best doet om over elk levend organisme dat in beeld komt wat meer te vertellen, zijn zelfs 50 minuten per aflevering nog lang niet genoeg voor een uitgebreide kennismaking. In deze rubriek richten we daarom onze schijnwerpers op een ‘onderbelichte’ soort. Deze week in de aflevering ‘Lucht’: de bosbeekjuffer.
Kobaltblauwe elegantie
Fladderend boven het wateroppervlak van helder kabbelende beken, steelt het mannetje van de bosbeekjuffer de show. In het Engels noemt men deze beekjuffer niet voor niets ‘beautiful demoiselle’ – wonderschone waterjuffer. Soms volstaat het gewoon te beschrijven wat je ziet – niet meer of niet minder. De donkerblauwe vleugels van de bosbeekjuffer hebben een metalige glans die hen doen schitteren in het zonlicht. Vanop een afstand zien ze er soms meer uit als vlindervleugels, maar wanneer de blauwe parel landt op een tak zie je er overduidelijk de slanke contouren van een juffer in. Het vrouwtje van de bosbeekjuffer is ook een bevallige verschijning, maar dan zonder betoverend kleurtje. Alhoewel … Haar lichaam is smaragdgroen en haar vleugels goudbruin – ook al zo’n onalledaagse tinten.
Een duik onder water
Bosbeekjuffers vormen een zomerse verschijning. Ze vliegen rond van mei tot september, maar vooral in (het eerste deel van) de hoogzomer. In adulte vorm leven ze maar enkele weken, het merendeel van hun bestaan brengen ze onder water door. Maar ook volwassen bosbeekjuffers zijn niet te beroerd om hun vleugels nat te maken. Tijdens de balts laat het territoriale mannetje zijn lichaam regelmatig op het water vallen, alles om indruk te maken op de wijfjes én om zijn zorgvuldig uitgekozen nestplek in de spotlights te zetten. Maar wat het vrouwtje na de paring doet, tart de verbeelding nog veel meer. Ze legt haar eitjes op wuivende waterplanten, waarvoor ze letterlijk kopje onder moet. Ondersteboven grijpt ze zich met haar stekelige pootjes stevig vast, waarna ze naar beneden klimt om de ideale locatie voor haar eieren op te zoeken. Met haar legboor maakt ze een gat in de uitverkoren planten, waar ze telkens een eitje in deponeert. Daarvoor brengt ze soms tot wel 1,5 uur aan een stuk onder water door, terwijl de toekomstige vader boven water driftig heen en weer patrouilleert om andere casanova’s weg te jagen.
Veeleisende beekjuffers
In Vlaanderen ging het lange tijd niet zo goed met de bosbeekjuffer, maar het tij lijkt te keren. Dat heeft te maken met inspanningen om onze waterlopen weer leefbaarder te maken. De bosbeekjuffer wil alleen daar leven waar het goed is: waar het water helder is, de stroming laag, het zuurstofgehalte hoog en de waterkwaliteit optimaal. Daarenboven houdt ze ook nog eens van koele temperaturen en voldoende schaduw, en mogen er niet te veel waterplanten groeien in haar heldere beken. Ook aan de oevers van die waterlopen stelt ze hoge eisen: die moeten begroeid zijn met geschikte kruiden, struiken en bomen vanwaar de juffer de omgeving kan scannen. In ons land vindt de bosbeekjuffer in zowat elke provincie geschikte (bos-)beken, maar in Oost- en vooral West-Vlaanderen blijken zulke plekjes heel schaars. De soort wordt door biologen aanzien als een indicatorsoort voor schone beken met een natuurlijk verloop in een cultuurarm landschap. Wanneer je deze oogstrelende verschijning in het vizier krijgt, weet je dus dat je een waardevol stukje natuur gevonden hebt.