Ga naar main content
afl-01-waterspreeuw.jpg

Nevenpersonage van de week: de waterspreeuw

De documentairereeks van Onze Natuur barst van de inheemse dieren, planten en zwammen. Bekende én minder bekende soorten bevolken de komende weken jouw televisiescherm. En hoewel Wim Opbrouck zijn uiterste best doet om over elk levend organisme dat in beeld komt wat meer te vertellen, zijn zelfs 50 minuten per aflevering nog lang niet genoeg voor een uitgebreide kennismaking. In deze rubriek richten we daarom onze schijnwerpers op een ‘onderbelichte’ soort. Deze week in de aflevering ‘Water’: de waterspreeuw.

What’s in a name?

Helemaal aan het begin van de aflevering duikt hij op langs de oever van een beek: een mooie, zwartbruin gevederde vogel van zo’n 17 tot 20 centimeter, met een spitse snavel en een spierwitte keel en borst en een roodbruine buik. Zijn naam is een beetje misleidend, want de waterspreeuw (Cinclus cinclus) vertoont meer gelijkenissen met de lijster dan met de familie van de spreeuw. Het voorvoegsel ‘water-’ is dan weer makkelijk te verklaren. Deze zangvogel voelt zich immers helemaal thuis in de buurt van ondiepe beken en rivieren, waar hij zich tegoed doet aan al het lekkers dat het snelstromende water te bieden heeft. Water met een sterke stroming heeft een hoger zuurstofgehalte, wat maakt dat er meer leven te vinden is – een heus drijvend buffet, kortom! Het is dan ook geen toeval dat de aanwezigheid van de waterspreeuw, net als de grote gele kwikstaart, duidt op een gezonde, intacte onderwaterfauna.

waterspreeuw.jpg
Rollin Verlinde

Getrainde onderwaterwandelaar

In dit korte segment zie je hem vrolijk zijn verenkleed uitschudden, en dat is geen toeval. Deze vogel schrikt er namelijk niet voor terug om het water in te duiken om zijn dagelijkse kostje bij elkaar te scharrelen. Helemaal kopje onder! De waterspreeuw gebruikt een bijzondere tactiek om zijn voedsel te verzamelen: tegen de stroming in en met zijn staart omhoog wandelt hij over de bodem van de rivier, waar hij steentjes en kiezels omdraait. Zo vist hij een heleboel waterinsecten zoals larven van haften en steenvliegen, maar ook waterpissebedden en kreeftjes op. Dankzij zijn waterafstotend verenjasje, een speciaal klepje dat zijn neusgaten afdekt en een transparant vlies dat als een duikbril voor zijn ogen zit, is hij perfect uitgerust om onder water te foerageren.

Regelrechte holenbroeder

De zwartbuikwaterspreeuw (ondersoort ‘cinclus’) zal je bij ons niet zo vaak zien broeden – dat doet hij liever in Scandinavië of het westen van Frankrijk – maar zijn roodbuikige broers en zussen (ondersoort ‘aquaticus’) maken wel graag hun nestje langs de snelstromende beken en rivieren van onze Ardennen. Daar kan je hun grote, koepelvormige nest gemaakt uit mos, takjes, bladeren en droog gras gemakkelijk zien hangen in rotsspleten, in nissen van muren en onder bruggen. Soms nemen ze ook hun intrek in een kunstmatige nestkast, bijvoorbeeld wanneer ze door de renovatie van bruggen verjaagd worden. Eens de kraamkamer voldoet aan de verwachtingen, legt het vrouwtje er tussen midden maart en mei gemiddeld zo’n vijf eitjes in, die na ongeveer 16 dagen broeden al uitkomen. Pa en ma waterspreeuw zorgen vervolgens samen voor de (op)voeding van hun kroost. Na nog eens 18 dagen duiken de jongen al helemaal op eigen houtje het water in, op zoek naar een lekker hapje. Hun zwembrevet halen ze dus al op jonge leeftijd! 

nest-waterspreeuw.jpg
Yves Adams

Meer over


Gerelateerde artikels