Ga naar main content
boomklever-met-noot.jpg
Rollin Verlinde

Boomklever

Met zijn zorro-achtige masker en zijn lange nagels is de boomklever als enige inheemse vogel in staat om ondersteboven langs boomstammen te klimmen. Zo kan hij zorgvuldig de hele schors nagaan op zoek naar insecten en verstopte nootjes.

Boomklever soortenfiche

Herken de boomklever

Sitta europaea

  • Gemiddelde lengte van 12-14cm
  • Blauwgrijze rug en flets oranje buik
  • Zwarte oogstreep die loopt van de snavel tot aan de nek
  • Forse, spitse snavel
  • Lange tenen met lange nagels

Met zijn behendigheid en verbluffend vermogen om met zijn krachtige klauwen langs boomstammen te kruipen, is de boomklever zowat de bekwaamste klimmer van al onze vogels. Hij onderscheidt zich van de boomkruiper en de specht omdat hij zich zowel opwaarts, neerwaarts, achterwaarts als zijwaarts langs de stam van de boom kan voortbewegen.

Op het menu

De boomklever snackt graag van een rijk buffet aan insecten, zaden en nootjes. In het insectenseizoen, onderzoekt hij de schors van een boom zeer nauwkeurig op insecten. ’s Winters durft hij ook wel eens op voederplaatsen in de tuin langs te komen. Tegen een pindanet, vetbol of assortiment nootjes zegt hij dan ook geen nee. Doordat hij het gehele jaar aan voedsel geraakt, blijft hij in zijn broedgebied overwinteren. Een vogel die dat doet, wordt ook wel een standvogel genoemd.

Zijn snavel, een prominent en stevig ding, heeft zich ontwikkeld tot een ideaal instrument om insecten en zaden in allerlei spleten en kieren van boomstammen te verstoppen. Met zijn snavel kan hij op een dolkachtige manier het verstopte voedsel terug aan prikken en open maken. De mise-en-place is dan ook ineens geregeld!

Leefgebied

Het bos is dé nummer één verblijfplaats van de boomklever. Toch duikt hij ook op in boomrijke parken en tuinen. Hij woont vooral in volwassen, loof- en gemengde bossen met een voorkeur voor oude eikenbomen. Zodra dat de boomklever het erg naar zijn zin heeft op een plaats, zal hij niet snel ver weg gaan. Hij vertoont vaak agressie tegen soortgenoten en andere soorten die zich in de buurt wagen. Het gevolg daarvan is dat hij niet algemeen in tuinen voorkomt.

Boomkleverliefde

Het broedseizoen van de boomklever begint meestal in april. Tijdens het bouwen van een nest neemt het vrouwtje de leiding. Ze gaat op zoek naar verlaten boomholten, meestal oude spechtennesten, waarbij ze houtsnippers, gras en veren bij elkaar raapt om het zo gezellig mogelijk te maken. Zodra het broeden gaat beginnen, komt de ware metselaar in haar naar boven. Ze bepleistert de overbelichte toegangsopening met modder waardoor ze zelf ook gevangen zit in het nest. Op die manier worden de eieren en de jongen beschermd. Het vrouwtje legt vijf tot negen eieren en broedt ze uit gedurende 13-18 dagen. Tijdens die periode is het volwassen mannetje volledig verantwoordelijk voor de roomservice. Hij voorziet voedsel voor zowel zijn partner als zijn jongen.

boomklever-bij-boomholte.jpg
Albert Beukhof

Relatie van de boomklever met de mens

De populatie in België doet het goed. Dat komt waarschijnlijk door de aanwezigheid van zijn favoriete habitat: oud en gevarieerd bos. Wil je graag een boomklever in je tuin zien? Dan is het best om een voedertafel met een aanbod van nootjes in je tuin te zetten. Je kan ook eten verstoppen in rimpels en gaten van oude bomen, zodat hij zelf op zoek moet gaan.

Wist je dat de boomklever...

  • in het Engels ‘Nuthatch’ heet? Hij eet zo graag nootjes dat hij er zelfs naar vernoemd is.
  • vaak meermaals in hetzelfde nest broedt?
  • als jong meteen hetzelfde verenkleed als zijn ouders heeft? Daardoor komen ze na amper twee weken op de vrijgezellenmarkt terecht. 
  • alleen op zijn krachtige langtenige poten rekent om te klimmen? Doordat hij steeds één pootje hoger heeft zijn, om dan de andere bij te trekken, lijkt het alsof hij altijd wat ‘scheef’ hangt.