Ga naar main content
kompas-en-kaart-headerfoto.JPG

Uitgetest: Met kaart en kompas naar het Graf van de Reus

Dankzij de vele wandelroutes is onze Belgische natuur nog nooit zo toegankelijk geweest als vandaag. De paden worden netjes onderhouden; knooppunten, paaltjes, kleurcodes en andere tekens loodsen je in een handomdraai naar de meest adembenemende uitzichtpunten. In coronatijden voel ik me dan ook enorm dankbaar voor zo’n luxe, maar toch blijft de avonturier in mij op zoek naar iets nieuws, iets anders, iets zots! Wat gebeurt er wanneer ik de uitgestippelde trajecten niet volg? Om dat uit te testen vertrek ik samen met mijn zus, een opvouwbare kaart en een 30 jaar oud kompas naar de regio Rochehaut – Botassart om onze Ardennen te herontdekken.

Wandelen met een topografische kaart

Een topo-watte?! Door het bestaan van apps zoals Google Maps en Waze zijn we het niet meer gewoon om zelf onze weg te zoeken. Tijdens mijn scoutsverleden kwam ik wel al eens in contact met stafkaarten, het kaartlezen zelf liet ik liever over aan anderen. Maar daar komt nu verandering in. 

Nu ik er dan eindelijk eentje in handen heb, kom ik erachter dat een topografische kaart één van de meest informatieve ‘teksten’ is die ik ooit zal lezen. Behalve wegen en paden, vind je er o.a. ook de terreingesteldheid (bebouwing, bos, weide…), de grenzen (natuurlijk of bestuurlijk), bepaalde natuurlijke kenmerken (rivieren, bronnen…) en het reliëf op terug. Als amateur-wandelaars vinden we vooral de aanduiding van de hoogtemeters héél handig. Willen we kort en krachtig klimmen of toch liever wat langer en gemoedelijker?

In vergelijking met het volgen van een wandelroute, moet ik toegeven dat kaartlezen meer aandacht en concentratie vraagt. Maar uiteindelijk is het zoals leren fietsen: in het begin moet je oefenen, oefenen, oefenen en eens je de smaak te pakken hebt, ben je ermee weg. En dat merkten we: de tweede wandeldag verliep aanzienlijk vlotter dan de eerste. 

Toch is het geen goed idee om helemaal zonder voorbereiding de natuur in te trekken met een topografische kaart. Omwille van de vele details kan dat heel overweldigend en soms zelfs desoriënterend zijn. Als houvast is het best om je kaart niet te ver weg te steken. Ik zie mezelf nog steeds als beginner, maar met dat stukje opgevouwen papier in mijn rechterhand krijg ik vanzelf meer vertrouwen (ook al liepen we op dat moment mogelijk in de verkeerde richting). 

Links: detail van de kaart, Rechts: kaartlezen bij de rivier de Semois

Het noorden kwijt

Als we het noorden eventjes écht kwijt zijn en ons innerlijk gps-systeem het laat afweten, is daar gelukkig nog het oude kompas. Voor gebruik is het belangrijk dat de wijzers van het kompas vrij kunnen draaien en daarvoor heb je een vlakke ondergrond nodig (zoals je hand, een bank of de grond). Eens je het noorden gevonden hebt, leg je de kaart gelijk met het kompas. Zo kan je moeilijke situaties op de kaart toch juist inschatten. 

Je kan ook volledig op kompas lopen, bijvoorbeeld om een bepaald punt op de kaart te bereiken. Daarvoor leg je opnieuw het kompas op je kaart en bepaal je de richting van je bestemming. Nu kan je een gradenring met pijl richting die bestemming draaien, in mijn oude kompas zit die 'pijl' geïntegreerd in het deksel. Omdat het niet echt onze bedoeling is om de paden te verlaten, houden we het bij enkele honderden meters ‘bunkeren’ doorheen een grote weide, maar zelfs dat bleek al een forse uitdaging. 

Kompaslezen aan en in de Semois

Tips voor de beginnende navigator

Het kaartlezen was een succes, maar het kompaslezen heb ik zeker nog niet onder de knie. Mijn zus en ik hebben uiteindelijk iedere dag één wandelroute en één zelf uitgestippelde weg gevolgd. We hebben ons het meest geamuseerd op onze vrije routes. Zo hinkelden we over de keien in de Semois, sprong er een kikker op mijn schoen, spotten we twee reigers en picknickten we aan de oever bij Het Graf van de Reus, een merkwaardige heuvel in een meander van de Semois. De wandelroutes waren zeker even mooi (misschien zelfs mooier), maar ook drukker waardoor ze wat van hun charme verloren voor mij.

Mijn tip van beginner tot beginner? Start klein en eenvoudig. Teken een route van ongeveer vijf km die op hetzelfde punt begint en eindigt en evolueer zo langzaamaan. Blijf steeds logisch redeneren en maak het jezelf niet te moeilijk. Door even langs een rivier te wandelen, heb je minder kans om fout te lopen, maar moet je (zeker in de Ardennen) ook rekenen op flink wat hoogtemeters. Mijn laatste advies? Durf te verdwalen! Even de weg kwijt zijn hoeft geen ramp te zijn. Meer nog, het zijn díe momenten die je zullen bijblijven.

Links: zicht op boomkruinen; Rechts: kaartlezen aan de oever van de Semois

Meer over


Gerelateerde artikels