Ga naar main content
vilda-59092-aanvliegende-grauwe-kiekendief-yves-adams-1900-px-52802.jpeg
Yves Adams

Paraplusoorten zorgen voor meer biodiversiteit

De otter, de grauwe kiekendief, de roerdomp … het zijn maar enkele voorbeelden van soorten waarvoor extra veel beschermingsmaatregelen genomen worden. We verzamelen ze onder de noemer ‘paraplusoorten’, omdat een heleboel andere soorten mee kunnen schuilen onder de ‘paraplu’ aan maatregelen die hen boven het hoofd gehouden wordt. 

Dat komt omdat de paraplusoorten haast per definitie een erg groot leefgebied nodig hebben met daarin verschillende biotooptypes die met elkaar in interactie staan. Omdat ze specifieke vereisten hebben voor elk deelgebied apart, zijn ze vatbaar voor een resem aan bedreigingen. Een paraplusoort is dus een soort ambassadeur voor de biodiversiteit van een gebied, die velerlei problemen in zijn grote leefgebied blootlegt - problemen waarmee ook andere soorten geconfronteerd worden. 

Toch bestaan er nog heel wat misverstanden rondom de term, die oorspronkelijk in het leven geroepen werd om het abstracte biodiversiteitsvraagstuk te duiden bij het grote publiek en zo een draagvlak te creëren om op grote schaal aan natuurherstel en -behoud te doen. Door aaibare of spectaculaire soorten in de spotlights te zetten als paraplusoort, krijgen immers ook organismen met een minder grote fanclub heel wat extra steun aangereikt. 

De otter is de tijger van de Belgische natuur

Paraplusoorten zijn niet zelden toppredatoren: dieren hoog in de voedselpiramide die een groot leefgebied nodig hebben met heel diverse prooien. Wil je zo’n soort in stand houden, opnieuw aantrekken of een boost geven, dan moet je het dus ook al die prooien (en op hun beurt ook hun voedselbronnen) naar hun zin maken. Het is dus niet voldoende om alleen aandacht te besteden aan de paraplusoort zelf, maar aan het hele ecosysteem waarin die soort vertoeft. 

Van wereldwijde paraplusoortcampagnes ken je vast de tijger en de neushoorn, hier bij ons is de otter een belangrijke gast waarvoor kosten noch moeite gespaard wordt. Die heeft een groot leefgebied nodig met helder, visrijk water van goede kwaliteit en met voldoende rustgebieden. Bovendien heeft hij veilige oevers nodig die met elkaar verbonden zijn, zonder dat hij daarvoor een weg hoeft te kruisen. Inspanningen die geleverd werden om de otter terug naar ons land te lokken, hebben ervoor gezorgd dat heel wat vissen, waterplanten, libellen en moerasvogels hier beter gedijen. 

Otter
Yves Adams

Toppredatoren bieden geen topbescherming

Toch moet bij bovenstaande een belangrijke kanttekening gemaakt worden. Vaak stelt men te kort door de bocht dat de aanwezigheid van een paraplusoort automatisch positief is voor alle andere soorten in zijn leefgebied. Maar dat is niet altijd waar. Kijk bijvoorbeeld naar de recent teruggekeerde wolf in Bosland. Zijn aanwezigheid zorgt voor meer aas in het landschap, waardoor o.a. de raaf op zijn retour is. Hij heeft dus wel degelijk een positieve invloed op de plaatselijke biodiversiteit. Maar de kwetsbare heikikker en de bedreigde heivlinder, die in hetzelfde gebied leven, hebben geen enkel raakpunt met de wolf. Voor zulke kritieke soorten zijn wel degelijk extra maatregelen nodig, op maat van hun specifieke noden. Wanneer we  alleen naar de enge definitie van een paraplusoort kijken, dreigen heel wat interessante soorten uit de boot te vallen. Het is dus onvoldoende om enkel maatregelen te nemen voor de paraplusoort zelf, zonder aandacht te hebben voor de noden van andere soorten in hetzelfde leefgebied. 

Een paraplusoort is geen sleutelsoort

Het is dus duidelijk dat de term paraplusoort vooral een communicatieve, eerder dan een wetenschappelijke waarde heeft. Dat laatste is wél het geval voor begrippen zoals ‘sleutelsoorten’ en ‘indicatorsoorten’, vaak onterecht verward met de hippere benaming ‘paraplusoort’. 

  • Sleutelsoort: een soort met een belangrijke functie binnen een ecosysteem, die niet door andere soorten wordt uitgeoefend. De bever is bijvoorbeeld een sleutelsoort omdat hij de structuur van oevers wijzigt, de regenworm omdat hij de bodem in goede gezondheid houdt. 
  • Indicatorsoort: een soort waarvan de aanwezigheid een maat is voor de kwaliteit van een ecosysteem. De zwarte specht is bijvoorbeeld enkel aanwezig in grote en goed ontwikkelde, structuurrijke bossen, de bruine eikenpage vind je alleen op gezonde overgangen van heide naar bos

Paraplusoorten hebben dus zeker en vast hun nut in het opzetten van en communiceren over grootschalige projecten, waarbij de focus ligt op een selectie van beschermingsmaatregelen waar ook andere soorten baat bij hebben. Ze vormen een dankbare kapstok om de hoofdlijnen voor natuurherstel op ruime schaal uit te tekenen en op begrijpelijke wijze uit te leggen. Het blijft echter van belang om het (nog) grotere plaatje niet uit het oog te verliezen. Een helikopterview is onontbeerlijk om ook soorten die minder aandacht naar zich toe trekken te laten floreren.


Met dank aan Floris Verhaeghe en Bernard Van Elegem van Natuur en Bos van de Vlaamse Overheid.

Roerdomp
Yves Adams

Meer over


Gerelateerde artikels