Ga naar main content
vos.jpeg

Over zicht-overzicht: 6 weetjes over hoe dieren de wereld zien

Het wilde België is de plek bij uitstek om je ogen de kost te geven. Omgekeerd kijken dieren op geheel eigen wijze naar de wereld. Het gezichtsorgaan van verschillende dieren uit onze natuur is het resultaat van een knap staaltje evolutie. Hoog tijd om de meest ‘eye opening’ weetjes uit onze natuur in de kijker te zetten in dit oogstrelende over zicht-overzicht. 

1. Zoogdieren zijn selectief kleurenblind

1. Zoogdieren zijn selectief kleurenblind

Misschien heb je wel eens horen zeggen dat zoogdieren kleurenblind zijn. Dat klopt niet helemaal. In plaats van de drie kleursensoren, zogenaamde ‘kegeltjes’, die mensen hebben, hebben de meeste zoogdieren er vaak maar twee: eentje voor blauw en eentje voor geel. Muizen, ratten, konijnen, vossen, everzwijnen, herten, etc. herkennen rood, oranje en alle tinten tussenin dus helemaal niet. Gelukkig heeft de selectieve kleurenblindheid voor roodtinten geen grote gevolgen voor deze dieren, want de meesten zijn vooral ‘s nachts of bij schemering actief. ​

Zeezoogdieren zoals walvissen, dolfijnen en zeehonden zien trouwens nog minder kleuren. Zij zien alles in vijftig tinten grijs omdat hun zicht is aangepast aan het leven onder water waar weinig licht is.

Welke kleuren zien dieren?
2. De ogen van een uil zijn als sinaasappels

2. De ogen van een uil zijn als sinaasappels

We hebben het hier niet over de kleur maar wel over de grootte van de ogen van een uil. Uilen hebben namelijk bijzonder grote ogen: ze omvatten 5% van hun lichaamsgewicht! Als wij verhoudingsgewijs even grote ogen hadden, dan liepen we rond met sinaasappels in onze oogkassen. Uilen zijn trouwens ook extreem verziend en hebben een erg goed dieptezicht. Dat laatste hebben ze te danken aan hun ogen die vlak naast elkaar staan, zoals bij ons. Zo kunnen ze hetzelfde voorwerp langs twee kanten tegelijk bestuderen. Da’s weer goed gezien van Moeder Natuur!

Vraag je je af (oe)hoe de wereld eruitziet vanuit het oogpunt van een uil, of de kleur van hun ogen iets betekent en hoe deze nachtbrakers hun weg vinden in het donker?

Ontdek 5 oogweetjes over uilen
3. De bever heeft een ingebouwde duikbril

3. De bever heeft een ingebouwde duikbril

Wist je dat een bever een extra paar doorzichtige oogleden heeft, dat dienst doet als een soort duikbril? Samen met zwemvliezen tussen zijn tenen, een waterafstotende vacht en een brede staart die dienst doet als roer is hij perfect uitgerustaan een leven dat zich gedeeltelijk onder waterafspeelt.

Benieuwd wat deze bruggenbouwer nog zo bijzonder maakt?

Naar de soortenbank
4. Blind als een mol? Dan ben je eerder slechtziend

4. Blind als een mol? Dan ben je eerder slechtziend

Ondanks het spreekwoord ‘zo blind als een mol’ is een mol niet helemaal blind. Slechtziend is een betere term want de ogen van deze kleine, ondergrondse zijn piepklein en zien geen enkele kleur - dat heeft toch geen zin als je onder de grond leeft. Zijn slecht gezichtsvermogen compenseert hij gelukkig ruimschoots met zijn uitstekende gehoor, spitse snuit, snorharen en tastzenuwen op de staart die hij gebruikt om zijn weg in het donker te vinden.

Wie is de mol?
5. Duiven en trekvogels kijken naar de zon als kompas

5. Duiven en trekvogels kijken naar de zon als kompas

Recht naar de zon kijken, moet je als mens niet proberen, maar voor (prijs)duiven en trekvogels is het een van de manieren om zich te oriënteren. Ze laten zich leiden door de positie en de hoogte van de zon. Aan de hand van de zonnestand kunnen ze bepalen hoe laat het is en dus ook waar het noorden ligt. En wat op dagen waar het minder goed weer is? Dan richten trekvogels zich op het gepolariseerde licht. Dat zien ze in de vorm van banen die van noord naar zuid lopen. Daarnaast focussen ze zich ook op bepaalde herkenningspunten zoals kanalen, rivieren of autosnelwegen. Oog voor detail noemen we dat!

Lees meer
6. Steeds minder vliegjes in ons oog

6. Steeds minder vliegjes in ons oog

Hebben ze het eindelijk afgeleerd dan? Ach nee, iedereen die regelmatig fietst zal nog wel eens onvrijwillig een insect tegen z’n helm, voorhoofd of in zijn oog krijgen, maar dit soort ‘ongelukjes’ gebeuren almaar minder vaak om de simpele reden dat insecten steeds minder talrijk zijn. Onderzoek in Duitsland wees uit dat zowel het aantal verschillende soorten als het aantal geleedpotigen per hectare aanzienlijk daalt. Meer zelfs: de zeldzaamste soorten kenden de grootste achteruitgang, vooral op plaatsen waar landbouw belangrijk is. Jaarlijks verdwijnt 1 tot 2% van alle insecten. Wat zijn de oorzaken en hoe kunnen we ervoor zorgen dat er weer meer vrolijke insecten rondzoemen tijdens onze wandeling of fietstocht?

Zo heb je weer meer oog voor insecten

Meer over


Gerelateerde artikels