Ga naar main content
Adder
Adder
Rollin Verlinde

Hoe horen dieren zonder (zichtbare) oren?

Oren bestaan in allerlei vormen en maten, maar ze zijn geen garantie dat je er ook goed mee kan horen. Omgekeerd hoeft het ontbreken van oren niet te betekenen dat je doof door het leven moet. Deze dieren moeten het stellen zonder uitwendige oren, maar toch horen ze een vijand of prooi haarscherp aankomen. 

De zeehond: gaatjes met een afsluitklep

Zowel de gewone als de grijze zeehond heeft een gladde, ronde kop zonder uitwendige oorschelpen. Zo’n gestroomlijnd hoofd zonder uitsteeksels, dat naadloos overgaat in de rest van het zeehondenlijf, is erg handig wanneer je je snel door het water wil voortbewegen. Daarom noemen we deze lichaamsbouw ook hydrodynamisch. Mochten zeehonden flapperende oren hebben zoals een gewone hond, dan zouden die de vaart er behoorlijk uit halen! 

Wanneer ze onder water duiken, sluiten zeehonden zowel hun neusgaten als de oorgaatjes aan de zijkant van hun kop af met een speciaal klepje, zodat er geen water naar binnen stroomt. Maar ze kunnen er dan wel nog steeds door horen – vooral lage tonen die in water tot kilometers ver dragen. Tijdens het jagen gebruiken ze hun gehoor niet zo erg. Prooien detecteren doen ze hoofdzakelijk met hun zeer gevoelige snorharen, waarmee ze de kleinste beweging in het water kunnen opmerken. Hun oren komen vooral vooral van pas om naderend gevaar tijdig te horen aankomen.

De sprinkhaan: ‘oren’ in de poten of buik

Sprinkhanen maken zelf de mooiste geluiden aan de hand van stridulatie: ze wrijven met hun vleugels of poten tegen elkaar om vrouwtjes te lokken met een hypnotiserend getsjirp. Er zijn ook soorten die met hun pootjes op zichzelf of op een voorwerp trommelen en zo de aandacht van potentiële partners trekken. Elke sprinkhaansoort heeft zo z’n eigen verleidingslied. Maar hebben die vrouwtjes daar wel oren naar? Alleszins niet op de plek die je zou verwachten. 

Bij langsprietigen, zoals krekels en sabelsprinkhanen, zitten de gehooropeningen goed verstopt in de voorpoten, terwijl kortsprietigen – dit zijn alle andere sprinkhanen – horen via holtes aan weerszijden van hun buik. Met de trillingsgevoelige receptoren in deze openingen vangen ze de geluidstrillingen in de lucht op, die ze vervolgens omzetten in een signaal en doorsturen naar de gehoorzenuwen. Voor een insect kan een sprinkhaan best goed horen, maar vraag hem niet om verschillende tonen te onderscheiden, want zover reikt zijn eenvoudige gehoor niet. Waar hij wél zeer bedreven in is, en misschien zelfs nog beter dan de mens, is de richting identificeren van waaruit het geluid komt. 

De slang: extreem gevoelig voor trillingen

In België leven drie inheemse slangensoorten: de gladde slang, de gevlekte ringslang en de adder. Wil je hen te zien krijgen, dan moet je veel geduld en een goede speurneus aan de dag leggen, want alle drie zijn ze zeldzaam en bedreigd. En wanneer ze je horen aankomen, maken ze zich snel uit de … euh, voeten. 

Jawel, je leest het goed: een slang mag dan geen uitwendige ooropeningen hebben, en zelfs geen middenoor of trommelvlies, toch kan ze je ‘horen’ naderen dankzij het gehoorbeentje of columella auris in haar kaak. Ze kan er wel enkel geluidstrillingen met een lage frequentie (100 tot 500 Hz) mee waarnemen. Gecombineerd met het feit dat een slang het merendeel van de tijd tegen de grond ligt met haar lange lijf, maakt dat haar heel gevoelig voor trillingen in de bodem. Ook via het binnenoor, dat speciaal voor dit doel voorzien is van een bolvormige holte, kan ze die oppikken.

Hoe sterker de trillingen, hoe dichter de vijand of de prooi en hoe sneller de slang zal aanvallen of wegvluchten. Maar tegen dan heeft de slang de geur van de indringer natuurlijk allang opgevangen met haar gespleten tong.

De oehoe en de ransuil: nutteloze oorpluimpjes?

Veel mensen maken de vergissing om de rechtopstaande pluimpjes op de kop van een uil te aanzien voor oren, maar dat is niets meer dan een projectie van onze verwachtingen, op basis van het beeld dat we van andere dieren hebben. Vogels hebben namelijk geen uitwendige oorschelpen, al moeten we toegeven dat de oorpluimpjes van de oehoe en de ransuil wel die indruk wekken.

De oorgaatjes van vogels zitten aan de zijkant van de kop, maar zijn amper te zien omdat ze netjes afgedekt worden met speciale veertjes. Zo is hun kop een pak gestroomlijnder en kunnen ze, zoals een zeehond door het water, onbelemmerd door de lucht klieven. Op zich maken die veertjes het niet lastiger om goed te horen – ze zouden zelfs het ruisen van de wind kunnen wegfilteren – maar als ze echt hun ‘oren’ willen spitsen, kunnen vogels de veertjes rechtop zetten en de gehooropeningen vrijmaken. Hoe dan ook hebben uilen een fenomenaal gehoor, waarmee ze zelfs het meest subtiele geritsel of gepiep kunnen opvangen en lokaliseren. Zelf wanneer het pikdonker is, kan een uil nog steeds feilloos een prooi vangen, puur op het gehoor. 

Zijn die fluffy oorpluimen van de oehoe en de ransuil er dan enkel voor de show? Toch niet! Voor deze vogels hebben ze een belangrijke signaalfunctie: enerzijds zorgen de pluimpjes ervoor dat ze beter te herkennen zijn door soortgenoten, wat de zoektocht naar een potentiële partner vergemakkelijkt. Anderzijds doen de rechtopstaande pluimen bovenop de kop de uil ook groter lijken en geven ze hem een meer bedreigend uiterlijk, wat mogelijke vijanden afschrikt. Tot slot helpen ze ook met extra camouflage wanneer de uil niet gezien wil worden.

Spin hoort met haar poten

Wie niet zo tuk is op spinnen, heeft de achtpotige monstertjes waarschijnlijk nog nooit van dichtbij bestudeerd. Mocht je dat toch aandurven, dan merk je al snel dat ook een spin geen oren heeft. Lange tijd werd gedacht dat ze vooral op hun gezicht en hun tastzin afgaan, maar recent onderzoek leert ons dat de Deinopis spinosa, een netwerperspin uit het zuidoosten van de Verenigde Staten, wel degelijk geluiden kan waarnemen, met een frequentie van 100 tot 10.000 Hz. En ze doet dat zelfs over veel grotere afstanden dan wetenschappers tot nu toe dachten.

Hoe dan? Met de haartjes en receptoren op hun poten, die zo gevoelig zijn dat ze een heleboel akoestische informatie uit de lucht kunnen halen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld probleemloos de trillingen van een vliegend insect opvangen. Onderzoeker Ron Hoy vermoedt dat nog veel meer spinnensoorten met zo’n opmerkelijk gehoor begiftigd zijn. Kijk dus maar uit wanneer je tijdens de herfst op spinnenjacht gaat in je eigen huis … De kans bestaat dat ze je van ver horen komen!

Meer over


Gerelateerde artikels