Rugstreeppad
Deze dieren hebben een streepje voor
Vandaag is het internationale dag van de tijger, een ontzagwekkend roofdier dat bekend staat om zijn prachtige oranje-met-zwarte strepen. Voor mensen is zijn vachtpatroon een echte eyecatcher, maar t.o.v. prooien die nauwelijks rood van groen kunnen onderscheiden, vormt het een prima camouflage in het hoge gras. Ook hier bij ons lopen, vliegen en zwemmen er heel wat streepjes rond. Waaraan zij die eer te danken hebben, ontdek je hier.
De pyjama’s van everzwijnbiggen
‘Wat een tijger kan, kan ik ook’, moeten jonge everzwijnen gedacht hebben. Zij komen ter wereld met een ontzettend schattig streepjespatroon op hun flanken - vandaar worden de biggen in het jargon ook ‘pyjama’s’ genoemd. In tegenstelling tot bij de tijger zijn hun lijnen echter horizontaal georiënteerd. Ze zorgen voor camouflage in de zon die door het bladerdek schijnt, maar maken het voor roofdieren ook moeilijker om zich te focussen op één big uit een grote ‘blob’ aan strepen.
De zebrastrepen van de baars
De flanken van de baars worden gesierd door 5 tot 8 dikke, zwarte strepen. Hun patronen blijken zelfs net zo uniek als een vingerafdruk! Alleen door te kijken naar de hoeveelheid strepen, de aanwezigheid van Y-vormige strepen, de streepdikte/-lengte en de afstand tussen twee strepen, kunnen wetenschappers individuele baarzen herkennen. Of de dieren zelf gebruik maken van die unieke eigenschap, durven we te betwijfelen. Het echte nut is ook hier weer: camouflage.
De opvallende streep van de rugstreeppad
De rugstreeppad heeft zijn gelige ruglijn vermoedelijk vooral voor de sier. Het verdeelt zijn wrattige lichaam netjes in twee gelijke helften. Het helpt ons om deze amfibie uit duizenden te herkennen en misschien vallen ook soortgenoten er als een blok voor. Wanneer ze met elkaar paren, liggen de rugstrepen van meneer en mevrouw pad in elk geval netjes op één lijn.
Zwart-met-gele strepen van wesp, zweefvlieg en tijgerspin
Dat je een wesp maar beter met rust laat, weten we allemaal. We leren het al van in de kleuterklas: zwart-met-gele strepen betekenen ‘gevaar’. Ook andere zoogdieren en zelfs vogels leren diezelfde les. Niet op de schoolbanken, maar door scha en schande. Happen ze één keer in het foute streepjesinsect, dan zullen ze dat zelden een tweede keer avonturen. Sommige onschadelijke dieren maken gebruik van hetzelfde waarschuwingssignaal om belagers te foppen, zoals bepaalde zweefvliegen en de wespspin (of tijgerspin).
De gestreepte borst van sperwer, havik en koekoek
Ook heel wat roofvogels, zoals o.a. havik en sperwer, hebben letterlijk een ‘streepje voor’: hun borst- en buikveren vertonen een fijn en onmiskenbaar lijnenpatroon. Het moet wel zijn dat prooidieren ervoor op hun hoede zijn, want de koekoek heeft zichzelf hetzelfde trucje aangemeten. Wanneer waardvogels in zijn streepjesbuik een sperwer herkennen, vluchten ze weg van hun nest en maken ze zo de weg vrij voor de stiekeme eierlegger. Een sterk staaltje van misleiding van deze meester-saboteur!
