Ga naar main content
rups-koninginnenpage-header.jpg

Het défilé van de mooiste rupsen van België

De meest exotisch ogende dieren uit onze natuur, dat moeten wel onze rupsen zijn! Met hun felle kleuren, opvallende patronen en bizarre beharing lijken ze recht uit een tropisch regenwoud te kruipen. En ze hoeven met hun bijzondere looks helemaal niet onder te doen voor het volgende stadium in hun levenscyclus, de vlinder. Leun dus rustig achterover terwijl je geniet van de mooiste rupsen die in dit artikel voorbij paraderen.

De rups van de wolfsmelkpijlstaart

Smaken verschillen, maar persoonlijk vinden wij dat de rups van de wolfsmelkpijlstaart het gouden kroontje van deze rupsverkiezing verdient. Als dagactieve nachtvlinder is ze met haar groenachtige, beige schutkleuren eerder onopvallend, maar de rups … Daar kan je niet naast kijken! Na één korte oogopslag zou je durven denken dat je met een giftige slang te maken hebt: haar zwarte lichaam is bedekt met een symmetrisch patroon van witte puntjes en lichtgele tot oranje stippen, terwijl de ononderbroken rugstreep, het topje van de staart, de mond en de pootjes felrood tot bordeaux van kleur zijn. 

Geen slang dus, maar met een lengte tot zo’n 8 centimeter is ze wel een klepper van formaat. En giftig trouwens ook, met dank aan haar favoriete dagelijkse kostje: de cipreswolfsmelk en de zeewolfsmelk, twee plantensoorten uit het geslacht van de wolfsmelkachtigen die propvol gifstoffen zitten. Met haar flashy kleuren probeert ze haar vijanden op andere gedachten brengen om zichzelf én haar aanvallers van een gewisse dood te behoeden. Best sympathiek, toch? Ondanks haar opvallende verschijning moet je toch goed je best doen om haar te spotten, want de wolfsmelkpijlstaart is nog steeds een zeldzame soort in ons land, zeker in Vlaanderen. 

De rups van de koninginnenpage

Nog zo’n beauty die meteen in het oog springt, is de rups van de koninginnenpage. Je zou denken dat die nooit kan tippen aan de vorstelijke schoonheid van de dagvlinder die ze op een dag wordt, maar niets is minder waar. Wanneer de rups pas uit het ei gekropen komt, is het nog een klein, zwart wurmpje met een heldere witte vlek op de rug. Zo imiteert ze heel slim het uitzicht van een vogelstrontje en geeft ze zichzelf wat voorsprong in het leven, want welke vogel heeft daar nu zin in? 

Na enkele vervellingen voelt ze zich echter zelfzeker genoeg om met haar fraaie jasje te pronken. Haar felgroene lijfje, dat door middel van zwarte dwarsstrepen opgedeeld lijkt in zwart-oranje gevlekte segmenten, trekt meteen alle aandacht naar zich toe. Anders dan de meeste fotomodellen houdt de koninginnenpagerups de weegschaal niet zo nauwgezet in de gaten. Integendeel, ze vreet zich vol met alle malse blaadjes die ze maar kan vinden, al gaat haar voorkeur wel uit naar schermbloemigen zoals de venkel. Met een beetje geluk – of is het net pech? – kom je haar wel eens tegen in je moestuin.

De rups van de sint-jacobsvlinder

Vergat ze ’s ochtends haar pyjama uit te doen? Heeft ze een identiteitscrisis en gaat ze daarom verkleed als wesp door het leven? Of zoekt ze een manier om zo onopvallend mogelijk op de paal van een verkeerslicht te kruipen? Niets van dat alles. De oranjegeel met zwart gestreepte rups van de sint-jacobsvlinder doet net helemaal geen moeite om zich te verstoppen. Onverstoord en in grote groepen kan je haar tijdens de zomermaanden zien smullen van haar favoriete waardplant: het jacobskruiskruid.

In tegenstelling tot veel andere dieren wordt zij niet ziek van de giftige sappen in deze plant. Meer zelfs, ze knaagt hem helemaal kaal tot op de stengel en slaat het gif netjes op in haar lijf. De waarschuwingskleuren op haar huid moeten hongerige vogels afschrikken, en als ze toch een hapje van de zebrarups nemen, moeten ze dat al snel bekopen met ernstige maagkrampen. Eens haar buikje vol zit, kruipt de rups rond en gezond de grond in, om na een hele poos te verpoppen tot een dagactieve nachtvlinder met een bijzondere rode tekening op zijn zwarte vleugels. En ja, ook de vlinder is volstrekt oneetbaar.

De rups van de grote beer

Je zal al wel gemerkt hebben dat we op de redactie van Onze Natuur een zwak hebben voor dieren met een speciale haarsnit. Geen wonder dus dat de rups van de grote beer niet ontbreekt in dit lijstje! Als je er eentje ziet kruipen, moet je al uit een harde houtsoort gesneden zijn om niet te zwichten voor het aaibaarheidsgehalte van dit borsteltje-op-pootjes. Van snuit tot staart is deze rups bedekt met rechtopstaande haren: kort en rossig op de kop en flanken, lang en zwart met licht gekleurde uiteinden op de rug.

Toch kan je de neiging om deze rups over haar aanlokkelijke vachtje te aaien maar beter onderdrukken. De haren op haar lijf zijn namelijk geen uitvinding van de natuur om in de smaak te vallen bij barbiers en andere fans van bijzondere lichaamsbeharing, maar een vernuftig afweermechanisme: een lichte aanraking veroorzaakt al ernstige irritatie. Kijken mag, maar aankomen doe je dus maar beter niet. Zo kan ze rustig haar gangetje gaan en haar tanden zetten in zowat alle kruiden en planten die op haar pad komen, want kieskeurig is ze allesbehalve.

De rups van de meriansborstel

Over borstels gesproken … Met de – meestal drie of vier – stevige haarborstels op de bovenkant van deze lichtgele tot geelgroene rups zou je de stoep voor je deur kunnen vegen. Het lijken wel scheerkwastjes! Aan het uiteinde van haar lijf prijkt dan weer een rozerode, langwerpige ‘pluim’ die veel wegheeft van een stekel. De zwarte vlakken tussen de verschillende segmenten van haar lichaam worden pas zichtbaar wanneer ze haar lichaam kromt om zich voort te bewegen.

Na het ontpoppen tot nachtvlinder verliest ze haar felle kleurtjes. De meriansborstel is, ondanks haar forse formaat van zo’n 4 centimeter, weinig opvallend: van lichtgrijs met wat zwarte vlekken tot egaal zwartgrijs. Wel zie je nog een overblijfsel van haar borstelige rupsenlook in de harige voorpoten en het vachtje op haar kop – niet voor niets behoort ze tot de onderfamilie van de donsvlinders (Lymantriinae). Leuk weetje: deze vlinder heeft zijn naam te danken aan de entomologe Maria Sibylla Merian (1647-1717), die bekend staat om haar schilderijtjes van de metamorfose van rups naar vlinder. Misschien waren haar penselen wel gemaakt van de ‘kwastjes’ van de merianrups?

Meer over


Gerelateerde artikels