Pauwenmannetje met verenkroon
10 dieren die hun wilde haren nog niet verloren zijn
Niets leuker dan vijf minuten tijd spenderen aan een fotoreeks met goedge(p)luimde dieren, toch? Heel wat vogels zijn uitgedost met een bijzondere kuif of kleurrijke veren op hun hoed. In onze Belgische natuur leven nog veel meer zoogdieren, insecten en waterbeestjes die hun wilde haren nog niet verloren zijn. Lange manen, dikke (wenkbrauw)borstels of een waterdichte vacht? Laat je verrassen door een waaier aan wilde kapsels uit onze natuur.
1. Rups van de grote beer
Qua lichaamsbeharing kan dit wel tellen. De rups van de grote beer is behaard van kop tot teen. De dichte haarborstels op de rug en flanken zijn lang en zwart met licht gekleurde uiteinden. Onder de spiracula (ademgat) groeien roodbruine haren. De stekelige haren zorgen bij de minste aanraking voor flink wat irritatie. De rups van de Grote Beer kent dan ook weinig vijanden. Enkel de koekoek durft zich te wagen aan een ‘grote berehap’, maar niet zonder eerst de kop of staart van de rups af te bijten en hem uit zijn giftige pantser te schudden.
2. Pluimmug
Met het blote oog is de carnavalesque waaier op het hoofd van dit insect amper waar te nemen, maar een gedetailleerde foto liegt er niet om: de pluimmug dost zich graag uit! Deze muggensoort lijkt heel sterk op een gewone steekmug, met dat verschil dat een pluimmug schubben op zijn vleugelrand heeft. Pluimmuggen (Chaoboridae) komen vooral bij stil of stromend water voor. Daar leggen ze hun eitjes op het wateroppervlak. De larven zijn meteen aangepast aan de natte omstandigheden: ze hangen loodrecht in het water en hebben voelsprieten met grijporgaantjes waarmee ze o.a. roeipootkreeftjes kunnen vangen.
3. Pauw
Het is je misschien ontgaan dat een mannetjespauw naast zijn indrukwekkende sleep(staart) ook een prachtige tiara draagt. Ook vrouwtjes, die minder kleurrijk voor de dag komen, zijn uitgedost met zo’n hoofddeksel. De sierlijke eenvoud van die verenkroon valt natuurlijk niet op in de schaduw van zijn bombastische, opengevouwde verenkleed waarmee hij alle aandacht naar zich toe trekt. Maar wist je dat haantjes pas een sleepstaart ontwikkelen wanneer ze drie jaar oud zijn? Het gracieuze verenkroontje daarentegen dragen zij en hun vrouwelijke soortgenoten al van jongs af aan.
4. Paarse waaierslak
Oké, toegegeven, deze waaierslak is niet behaard maar wel bezaaid met paarse, gladde tentakels en roze, gerimpelde rhinoforen die bezet zijn met kleine witte wratjes. De rhinoforen van een zeenaaktslak doen dienst als reuk- en smaakorgaan. De slak heeft ze nodig om te overleven. Hij kan er zowel stromingen, trillingen en de temperatuur van het water mee meten als voedsel of soortgenoten mee detecteren.
5 en 6. Kuifduiker en geoorde fuut
Het aantal verschillen tussen de kuifduiker en de geoorde fuut in prachtkleed is op één hand te tellen. Bij beide vogels zijn de kop en de bovenzijde zwart gekleurd. De kuifduiker, die bij ons slechts voorkomt als wintergast, herken je aan zijn meer roodbruine hals en en rode ogen met uitlopende, goudgele veren. De kopveren lopen vanaf de snavel via de ogen schuim omhoog en waaieren uit naar achteren. Bij de geoorde fuut staan de gele veren eerder in waaiervorm achter het oog.
7. Rups van de meriansborstel
De meriansborstel in vlindervorm is niet de meest aantrekkelijke nachtvlinder. De harige, dikke mot is wel een opvallende en kleurrijke verschijning als rups. Zodanig zelfs dat de meriansborstel vaker als rups dan als vlinder wordt waargenomen. Met een kleur die varieert van lichtgroen of geel tot wit of roze met dikke witte haren en vier opvallende haarborstels op zijn rug kan dat ook niet anders. En zag je ook al de rode stekel die op zijn achterwerk groeit? De zwarte segmenten zijn enkel zichtbaar wanneer de rups zijn rug kromt. De rups is vooral in het najaar te vinden op onder meer meidoorn, berk, wilg, eik en beuk.
8. Schotse hooglander
De lange, weelderige lokken van de Schotse Hooglander zijn op z’n zachtst gezegd jaloersmakend. De lange voorlok die voor zijn ogen hangt, ziet er grappig uit maar biedt de rundersoort vooral heel wat voordelen. In de winter beschermt de bles zijn ogen tegen harde wind, regen of sneeuw. In de zomer doet het lange gezichtshaar dienst als vliegenscherm. Zo kan deze grote grazer het hele jaar rond, door weer en wind, onze natuurgebieden helpen beheren.
Ook zijn dikke, roodbruine, langharige vacht is perfect afgestemd op de guurste weersomstandigheden. Een hooglander heeft namelijk een dubbele vacht: een water- en winddichte bovenvacht met dikke, ruige, vettige haren tot 30 cm lang met daaronder een zachte, wollige vacht die hem warm houdt. De buitenste laag kan hij tijdens hete zomers gelukkig van zich afschudden. En wanneer de temperatuur zakt, dan groeit de bovenvacht terug.
9. Hop
Het meest in het oog springende kenmerk van de hop is zijn punky kuif. Deze zeldzame vogel zet zijn roze kopveren met zwarte uiteindenals een hanenkam rechtop om te communiceren met zijn soortgenoten. Tijdens het vliegen merk je daar echter weinig van. Dan houdt de hop zijn handelsmerk strak naar achteren gekamd. Elvis is er niets tegen!
10. Buiten categorie: pruikzwam
De pruikzwam is geen dier maar een ‘aaibare’ schimmel die toch ook een plaatsje verdient in dit gekke kapsel-overzicht. Het volledige lichaam van de pruikzwam is bedekt met een roomwitte, compacte bundel van lange, hangende en buigzame stekels die 2 tot 5 cm lang kunnen worden. Het lijkt wel alsof deze eetbare zwam een zachte, witte pruik draagt. Vandaar de Nederlandse naam.
De Engelsen zagen er eerder de manen van een leeuw in (Lion’s Mane). Niet zo gek als je weet dat de witte zwam naarmate hij ouder wordt verkleurt naar een geelbruine tint.