Ga naar main content
shutterstock-1326440699.jpg

Bijzondere vlinders geven kleur aan onze natuur

Elk jaar weer kijken we vol bewondering naar de kleurenpracht van vlinders. Met hun grote verscheidenheid en gevarieerde ecologie zijn vlinders waardevolle indicatoren van kwaliteitsvolle natuur. De usual suspects zoals de atalanta, het klein koolwitje en de dagpauwoog heb je vast al eens gezien, maar ken je deze bijzondere vlinders al?

De resultaten van De Grote Vlindertelling 2021 van Natuurpunt, deze editie brak met 26.600 tellers alle records, liegen er niet om. De atalanta, het klein koolwitje en de dagpauwoog zijn de meest voorkomende vlinders in België. Naast deze BV’s (Bekende Vlinders) fladderen er nog veel meer bijzondere vlinders rond in onze natuur. 

1. Het gentiaanblauwtje

Wetenschappelijke naam: Maculinea alcon

Status: Ernstig bedreigd

Te herkennen aan: Blauwe vleugels (bovenkant) en licht grijsbruine vleugels met twee rijen witgerande stippen (onderkant).

Bijzonderheid: Het gentiaanblauwtje heeft als waardplant de klokjesgentiaan en is voor de voortplanting afhankelijk van steekmieren. De mieren nemen de jonge rupsen namelijk mee naar hun nest om te smullen van de zoete stof die de rupsen afscheiden. In ruil krijgen de rupsen mierenlarven- en eitjes te eten. Eens verpopt (de volgende zomer) verlaten de vlinders zo snel mogelijk het mierennest.

2. De kleine vuurvlinder

Wetenschappelijke naam: Lycaena phlaeas

Status: Niet in gevaar

Te herkennen aan: Oranje vleugels met onregelmatige zwarte vlekken (bovenkant) en bruin met kleine vlekjes en oranje band (onderkant). 

Bijzonderheid: De kleine vuurvlinder leeft als rups (groen met een rozerode buitenrand en rugstreep) op schapenzuring en soms veldzuring. Een strooisellaag in de buurt van deze waardplanten is de perfecte overwinteringsplaats voor deze rups. De kleine vuurvlinder is terug te vinden op o.a. jacobskruiskruid en bezemkruiskruid in voedselarme, schrale graslanden, duinen, braakliggende gronden en bermen.

Kleine vuurvlinder zit op gewoon reukgras
Jeroen Mentens
Kleine vuurvlinder zit op gewoon reukgras

3. Het groentje

Wetenschappelijke naam: Callophrys rubi

Status: Bedreigd

Te herkennen aan: De bruine vleugels (bovenkant) van het groentje zijn alleen zichtbaar wanneer de vlinder vliegt. Zodra hij landt, klapt hij zijn vleugels toe en is enkel de groene onderkant zichtbaar. Daardoor lijkt het groentje op een jong groen blaadje, de perfecte camouflage.

Bijzonderheid: De wetenschappelijke naam Callophrys rubi en bijnaam ‘braamstruikvlindertje’ van het groentje verwijzen naar de braam, waarvan lang gedacht werd dat het zijn belangrijkste waardplant was. Ondertussen is bekend dat het groentje ook graag in de buurt van Gewone dophei, Gaspeldoorn, Brem, Verfbrem, Blauwe bosbes, Kleine veenbes, Sporkehout en Struikhei vertoeft. Je kan deze vlindersoort spotten van begin april tot eind juli in de buurt van heide en bossen.

Is het een blaadje of is het een vlinder? Het groentje is een meester in vermomming.
Yves Adams
Is het een blaadje of is het een vlinder? Het groentje is een meester in vermomming.

4. De heivlinder

Wetenschappelijke naam: Hipparchia semele

Status: Bedreigd

Te herkennen aan: Middelgrote vlinder met grijsbruine vleugels met oranje band (bovenkant). Vrouwtjes hebben een meer opvallende en contrasterende oranje tekening dan mannetjes. De voorvleugel (onderkant) heeft een oranje grondkleur.

Bijzonderheid: De heivlinder houdt van warme plekken in open heide- en duinlandschappen. Op plaatsen met voldoende beschutting (van bomen en struiken) en geschikte waardplanten zoals fijn schapengras, duinzwenkgras en buntgras verschijnt de heivlinder vanaf begin juli, mannetjes enkele dagen eerder dan vrouwtjes. Een zonnende heivlinder met gesloten vleugels in het zand is bijna niet te onderscheiden. De heivlinder valt onder de soortbeschermingsprogramma’s van Natuur en Bos.

De goed gecamoufleerde heivlinder.
Lars Soerink
De goed gecamoufleerde heivlinder.

5. Het roodstreephooibeestje

Wetenschappelijke naam: Coenonympha glycerion

Status: Terug van weggeweest

Te herkennen aan: Mannetjes hebben donkerbruine vleugels met lichtere voorvleugel. Vrouwtjes zijn meer oranje van kleur met een brede bruine rand. De onderzijde van de grijze achtervleugel heeft een rij zwart-witte oogvlekken en een onregelmatige witte vlek .

Bijzonderheid: Na 25 jaar is het roodstreephooibeestje opnieuw in ons land. De kans om deze unieke vlinder te zien is het grootst in de buurt van schrale graslanden, kalkgraslanden, zonnige bosranden en open plekken. 

Het roodstreephooibeestje is terug van weggeweest.
Het roodstreephooibeestje is terug van weggeweest.

6. De kleine vos

Wetenschappelijke naam: Aglais urticae

Status: Bedreigd

Te herkennen aan: Deze kleurrijke middelgrote vlinder is oranje van kleur met zwarte en gele vlekken op de voorvleugel. Aan de rand van de voorvleugel zijn er zwarte en witte vlekjes. Langs achteren heeft hij blauwe maanvlekjes. De onderkant van de vleugels is donkerbruin, de ideale camouflage wanneer de kleine vos op een boom rust.

Bijzonderheid: De kleine vos was vroeger een algemene tuinvlinder, maar komt ondertussen niet meer zo veel voor. Tegenwoordig kan je deze vlinder zien in bosranden, bermen en af en toe in tuinen. Als vlinder is de kleine vos nochtans niet kieskeurig. Hij overleeft op nectar van verschillende bloemen en kruiden. Als rups daarentegen zijn enkel de blaadjes van de grote brandnetel goed genoeg voor de kleine vos. Deze vlinder overwintert in schuren, tuinhuisjes en stallen.

Kleine vos bezoekt een vlinderstruik.
Lars Soerink
Kleine vos bezoekt een vlinderstruik.

7. Het dambordje

Wetenschappelijke naam: Melanargia galathea

Status: Kwetsbaar

Te herkennen aan: Deze bonte vlinder heeft zijn naam niet gestolen. De opvallende (bruin)zwarte vleugels met witte vlekken doet denken aan een dambord.

Bijzonderheid: Deze vlinder leeft in droge graslanden, een leefgebied dat zeldzaam is in Vlaanderen. Je kan het dambordje dan ook enkel in het zuidoosten van Limburg en de Voerstreek tegenkomen. In het zuiden van ons land is deze soort vrij algemeen. Planten uit de kamperfoeliefamilie en knoopkruid leveren het dambordje nectar. Het dambordje vliegt rond van juni tot en met augustus.

Het dambordje dankt zijn naam aan het opvallende patroon met witte vlekken op zijn vleugels.
Jeroen Mentens
Het dambordje dankt zijn naam aan het opvallende patroon met witte vlekken op zijn vleugels.

Gerelateerde artikels