Steenmarter
De steenmarter is een klein zoogdier uit dezelfde familie als o.a. de hermelijn, wezel, das en otter. Hij dankt zijn naam aan zijn voorkeur voor steenachtige leefgebieden zoals steengroeven en gebouwen. Deze marterachtige schuwt de stad niet, maar wordt gezien als een plaagdier dat schade, geluids- en geurhinder veroorzaakt in huizen, tuinen en auto’s. Toch kunnen we perfect samenleven met dit aaibare zoogdier.
Herken de steenmarter
(Martes foina)
Voor leken is het verschil tussen een steenmarter en zijn neef de boommarter niet meteen gemaakt. Toch zijn er aan aantal kenmerken waardoor je zeker weet dat je met een steenmarter te maken hebt.
- hij is ongeveer zo groot als een huiskat: mannetjes (40-52 cm, 1,4 - 2,1 kg) zijn langer en zwaarder dan vrouwtjes (37-48 cm, 0,9 - 1,7 kg)
- de vacht is grijsbruin met een witte keelvlek (bef) die doorloopt tot op de voorpoten
- hij heeft een donkerbruine, dikke pluimstaart en zwartbruine, korte poten
- zijn kleine oren staan zijdelings op de kop
- zijn spitse neus is vleeskleurig
- uitwerpselen (5-10 cm lang en 1,5 cm dik) met resten van haren, veren, botresten en pitten duiden op zijn aanwezigheid
Een boommarter is over het algemeen slanker en heeft een geelbruine vacht, grotere oren en een zwarte neus.
Een steenmarter leidt een onopvallend leven in onze huizen. Kom je dit soort uitwerpselen tegen? Dan mag je zeker zijn dat er een steenmarter bij jou inwoont.
Op het menu
De steenmarter is geen kieskeurige eter. Hij is de definitie van een omnivoor en jaagt als een opportunist: hij eet ongeveer alles wat hij op zijn weg tegenkomt. Als een steenmarter dan toch moet kiezen, geeft hij wel de voorkeur aan vlees. Zijn menu bestaat grotendeels uit ratten, muizen, jonge konijnen, vogels (en hun eieren), regenwormen en wespenbroed, maar ook fruit. Vooral jongen eten tijdens hun eerste weken veel plantaardig voedsel zoals bessen tot ze leren jagen. In de stad eten steenmarters ook uit vuilnisbakken waar ze oud brood en andere voedselresten vinden. Soms nemen ze zelfs vetbollen uit tuinen mee. In voedselrijke gebieden jaagt een steenmarter vaak meer dan hij kan opeten op dat moment. Dan neemt hij de gedode dieren mee om een kleine voedselvoorraad aan te leggen.
Een steenmarter jaagt niet snel op grotere dieren. Kippen zijn eerder een uitzondering, maar het kan gebeuren. In veel gevallen is de steenmarter op zoek naar eieren in een kippenhok en laat hij daarbij de kippen met rust, tenzij die in paniek raken en een jachtreactie uitlokken bij de steenmarter. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, eten steenmarters geen plastic en rubber zoals kabels in huis of onder een motorkap. Ze knagen er enkel aan, maar slikken het materiaal niet in.
Leefgebied
De steenmarter schuilt overdag op verschillende plaatsen in de natuur en in gebouwen. Een hoop takken, dicht struikgewas, boomholten en soms zelfs vossen- of konijnenholen bieden beschutting in het wild. Dit zoogdier is een cultuurvolger en duikt steeds vaker op in de stad waar het rustige, gesloten ruimtes in gebouwen zoals kruipkelders, spouwmuren of openingen tussen muren, vloeren of zolderruimtes in huizen, oude hout- of stroschuren opzoekt. Zowel in groene, stedelijke gebieden als op het platteland in de buurt van boerderijen kan je steenmarters tegenkomen.
Een steenmarter leeft solitair. Elk dier heeft zijn eigen, afzonderlijke territorium dat een halve tot enkele vierkante kilometers groot kan zijn. Het leefgebied van mannetjes is gemiddeld twee keer groter dan dat van de vrouwtjes. Zo kan het territorium van een mannetje dat van meerdere vrouwtjes overlappen. Je zal dus nooit meer dan één volwassen mannetje en één vrouwtje samen tegenkomen. Nog een verschil: het leefgebied van steenmarters in de stad is gemiddeld vier keer kleiner dan zij die het platteland kiezen.
De steenmarter heeft weinig natuurlijke vijanden en staat ongeveer aan de top van de voedselpiramide. Bij ons staan enkel de vos, de oehoe en sinds kort de wolf op zijn predatorenlijstje. In andere regio’s moet de steenmarter het ook afleggen tegen grote roofvogels en beren. De mens (en het verkeer) is uiteindelijk het grootste gevaar voor de steenmarter.
Steenmartersliefde
Juni tot augustus is het ranstijd voor steenmarters. Steenmarters verspreiden tijdens de paarperiode een sterke geur. Zo herkennen en verleiden ze elkaar. Wie met welk vrouwtje paart, vechten de mannetjes uit in een gevecht met luid gekrijs en geblaas. Vrouwelijke steenmarters zijn 10 dagen vruchtbaar en paren soms met meerdere partners.
Een steenmarter is vanaf de tweede zomer geslachtsrijp en heeft vanaf dan elk jaar één nest. Het wijfje brengt altijd 2 à 3 jongen voort na een verlengde draagtijd van 9 maanden. Het bevruchte eitje gaat namelijk in rust en wordt pas in februari-maart geactiveerd. De effectieve draagtijd is slechts 30 dagen. In maart of april werpt de moeder haar jongen. Baby steenmarters worden eerst 8 weken gezoogd, daarna krijgen ze vast voedsel aangereikt. Tenslotte leren ze zelf jagen. Na vier maanden zijn ze even sterk en kundig als hun ouders.
Relatie met de mens
De relatie tussen mens en steenmarter kan je het beste omschrijven als ‘het is ingewikkeld’. De mens ziet deze marterachtige als een plaagdier. Steenmarters leven vaak in holtes, kelders of zolders van huizen waar ze uitwerpselen, prooiresten en urinesporen achterlaten op een vaste plek (latrine). Dit geeft soms geurhinder.
Je hoort ook vaak over steenmarters die kabels of isolatiemateriaal doorbijten of ‘s nachts voor geluidsoverlast zorgen (vooral ouderparen met een nestje en jongen). Toch heeft het geen zin om steenmarters te vangen of te doden. Door de geursporen die ze achterlaten, zal er snel een vervanger de weg vinden naar jouw huis of wagen. Wat kan je dan wel doen? De toegangswegen (regenpijp, muurplanten, tuinmeubels tegen een muur) versperren en openingen dichtmaken is de enige duurzame oplossing. Om je een idee te geven: een steenmarter kan door een gat van 5 à 6 cm.
Heet de steenmarter liever welkom in je tuin door een alternatieve schuilplaats aan te bieden in de vorm van een takkenhoop of een paar balen hooi in een schuur. Daar kan hij nuttig werk verrichten zoals jagen op muizen en ratten.
Omgekeerd ondervindt de steenmarter ook hinder van de mens, meer bepaald het verkeer. In het najaar, wanneer jonge steenmarters op zoek gaan naar hun eigen territorium, vallen er veel verkeersslachtoffers. De jonge mannetjes lopen het meeste gevaar om onder een voertuig terecht te komen omdat ze grotere afstanden afleggen.
Wist je dat de steenmarter...
- zijn territorium afbakent met geursporen. Via uitwerpselen, urine en de geurklieren in hun voetzolen laten ze een kleine hoeveelheid geurstof achter. Zo ontstaan er geurpaadjes.
- ook wel ‘fluwijn’ genoemd wordt? Zo speelt hij de hoofdrol in 'Floere, het Fluwijn', een novelle van Ernest Claes.
- niet zomaar wandelt of loopt, maar eerder galoppeert? Hij kan ook goed klimmen en zelfs sprongen van 1,5 meter maken.
- tijdens de jacht (van het mannetje) tot wel 10 kilometer kan afleggen op één nacht? Meestal keert hij wel na 5 km al terug.
- een artistiek kantje heeft? De haren van marters zijn geliefd om penselen van te maken.