Wilde appel is zeldzame bosbewoner
Wist je dat de voorouder van onze eetappels her en der in onze bossen groeit? De wilde appel is hier al van oudsher aanwezig, maar niet (meer) in groten getale. Zie je een appelboom in het wild, dan is dat al te vaak een overblijfsel van een weggegooid klokhuis. Maar heel af en toe duikt de échte wilde appel op in houtkanten, hagen of lichtrijke, oude bossen.
In het voorjaar bloesemt de wilde appel net zo mooi als zijn cultuurnakomelingen. De grote, witte tot lichtroze bloemen hokken samen in trossen, waardoor de kleine boom verandert in een insectenmagneet. Maar ook de rest van de boom heeft een grote ecologische waarde. O.a. de sikkelsprinkhaan legt zijn eieren op de bladeren van de wilde appel en het imposante vliegend hert legt haar eitjes in ondergronds, vermolmd hout van o.a. deze boomsoort.
In het najaar verschijnen er kleine vruchten aan de doornige takken van de boom. In principe zijn de wilde appeltjes eetbaar voor mensen - ze zijn alleszins niet giftig - maar hun zure, wrange smaak zal weinigen bekoren. Hun ronde (tot ovalen) vruchten zijn slechts 3 à 4 cm groot en hebben een groengele kleur met soms een lichte blos aan de kant die het meeste zon ontvangt.
Deze belangrijke boomsoort - zonder de wilde appel zouden we nu niet kunnen genieten van appels in alle vormen en maten - is sterk ondervertegenwoordigd in Vlaamse bossen. Enkel in het Meerdaalwoud kwamen in 2007 nog 179 exemplaren voor, de rest van de Vlaamse populatie is verwaarloosbaar klein. Dat de soort daar kon overleven, heeft ze waarschijnlijk te danken aan de bescherming die de boom genoot omdat haar vruchten een belangrijke voedingsbron zijn voor jachtwild. Dieren zijn immers verlekkerd op wilde appeltjes, in de prehistorie werden ze gebruikt als goedkoop veevoer. In Wallonië komt de wilde appel wel nog in de meeste grote boscomplexen voor.
De grootste bedreiging voor de wilde appel is op dit moment ‘hybridisatie’: het vormen van kruisingen met cultuurappelrassen waardoor zijn genetische zuiverheid in het gedrang komt. Om de soort van uitsterven te vrijwaren, werd in Dentergem een boomgaard aangeplant met het oorspronkelijke genetische materiaal van de wilde appel. Die levende ‘zaadbank’ kan ons in de toekomst voorzien van plantmateriaal van de enige echte wilde appelbomen.
Herken de wilde appel
- Hoogte: tot 10 meter
- Blad: rond, eirond tot ovaal, glanzend (onbehaard) groen blad met gekartelde rand en een steeltje dat half zo lang is als het blad zelf (5 - 10 cm)
- Bloem: wit tot lichtroze, 4 cm diameter met 5 kroon- en kelkbladen
- Vrucht: kleine, groengele appeltjes van 3 à 4 cm groot, soms met lichte blos
- Schors: vaak bezaaid met korstmossen
Creëer je eigen bos met subsidies van de Vlaamse overheid
Heb jij een stuk grond en jeuken je vingers om het om te vormen tot een soortenrijk bos? Check op www.bosteller.be hoe je dat aanpakt, welke bomen geschikt zijn voor jouw stuk grond en hoe je subsidies kan aanvragen voor jouw eigen stukje topnatuur.
Naar de bosteller