Ga naar main content
img-7482.jpeg

Wie verzorgt de grote grazers van Landschap De Liereman?

Wie thuis weidedieren heeft, weet wat voor uitdagingen de winter met zich meebrengt. En dat is niet anders voor de grote grazers die onze natuurgebieden bevolken. Gelukkig kunnen ze rekenen op een toegewijd team verzorgers en vrijwilligers, die ervoor zorgen dat ze niks tekort komen. Natuurpunter Annemie Dieltiens soigneert met hart en ziel de kuddes Konikpaarden, Shetlandpony’s, Gallowayrunderen en Kameroenschapen die de heide- en graslanden van Landschap De Liereman in Oud-Turnhout kort houden.

“We hebben ervoor gekozen deze dieren in te zetten als natuurbeheerders, dan is het maar normaal dat we hen de allerbeste zorgen bieden” steekt Annemie ferm van wal. “Het dierenwelzijn van de kuddes én van de individuen komt voor mij altijd op de eerste plaats. Het is dus niet zo dat onze grote grazers in een stuk natuurgebied worden losgelaten en verder hun plan moeten trekken. Dat zou oneerlijk zijn: het zijn geen wilde dieren die kunnen gaan en staan waar ze willen. Wij bepalen voor hen welke stukken op welk moment begraasd moeten worden. Onze grazers kunnen dus geen andere oorden opzoeken zoals een wild dier, wanneer ze bijvoorbeeld onvoldoende voedsel vinden, geen water hebben of zich bedreigd voelen. Om ervoor te zorgen dat al hun noden vervuld worden, monitoren we hen continu. En daarvoor is de hulp van vrijwilligers onmisbaar.” 

Natuurvrijwilligers controleren dagelijks alle dieren

Annemie zorgt samen met haar collega’s voor de praktische verzorging, maar ze kan nooit overal tegelijk zijn. “Daarom heb ik een geweldig team van vrijwilligers achter mij staan. Ze zijn met z’n dertienen en iedereen heeft een vaste dag waarop hij zijn ronde doet. Sommigen gaan alleen op pad, anderen klaren de klus liever met z'n tweeën. Er zijn er die de ganse ronde afwerken – reken op een halve dag om alle dieren te controleren – voor anderen is een halve toer voldoende. En we hebben ook een paar reserves die invallen wanneer iemand ziek is of op vakantie gaat.”

Alle vrijwilligers in het dierenteam van Landschap De Liereman doen hun werk met de nodige overgave. Annemie: “Dat moet ook, want het is geen vrijblijvende taak. Ik moet erop kunnen rekenen dat er elke dag iemand langsgaat bij alle grazers, ook als het vriest, pijpenstelen regent of snikheet is. Alleen zo kunnen we tijdig ingrijpen wanneer er een dier ziek, een waterput leeg of een raster stuk is. Bij de minste twijfel krijg ik een berichtje of een telefoontje van de vrijwilligers. Ik neem altijd het zekere voor het onzekere en ga sowieso ter plaatse langs wanneer iemand meldt dat één van de paarden zich bijvoorbeeld wat afzondert. Daarom zijn die dagelijkse controles zo waardevol: voor een ziek dier kan snel reageren het verschil maken tussen leven en dood.”

img-7530.jpeg

Zoveel namen, zoveel karakters

Op de vraag of elk dier ook een naam heeft, gniffelt Annemie: “Toen ik hier zes jaar geleden begon te werken, heb ik elk beestje een naam gegeven. Maar ik vrees dat ik de enige ben die ze allemaal kent. Zelfs mijn collega Kristof Sprengers die vaak meehelpt, kan ze niet allemaal opsommen. Voor veel vrijwilligers – zeker wanneer ze pas starten – ziet elk Konikpaard er hetzelfde uit en is alleen het zwarte Gallowaykalfje duidelijk te onderscheiden van de rest. Dat is soms lastig, want bij vage klachten moet ik ook weten welk dier hulp nodig heeft. Een pony die hoest, herken je meteen, maar gaat er een wat vaker liggen dan normaal, dan kan het moeilijk worden wanneer de hele kudde rechtstaat bij mijn bezoek.”

“Daar had ik een tijdje geleden iets op gevonden”, gaat Annemie verder. “Ik gaf alle vrijwilligers een voorraadje gekleurde elastiekjes, waarmee ze in de manen van het verdachte dier een staartje konden maken. Dat idee werd in eerste instantie wat lacherig ontvangen. Maar wanneer ze voor de zoveelste keer moesten uitleggen welke van de 11 pikzwarte Shetlandpony’s zich nét iets anders gedroeg, bleek het een heel nuttige manier van communiceren. Nu is dat gebruik wel weer wat verwaterd, want de meesten weten ondertussen het juiste dier aan te duiden d.m.v. unieke karaktertrekjes.”  

img-7436.jpeg

Very Important Pony

Wie dieren namen geeft, heeft meestal ook een favorietje. Luidop kiezen tussen haar pappenheimers doet Annemie liever niet, maar wanneer je met haar op pad gaat merk je dat ze meer dan een boontje heeft voor Dutske. “Zij is de senior van onze kudde Shetlandpony’s, maar nog heel kwiek voor haar leeftijd. Met 36 jaar is ze misschien wel de oudste grazer ‘in dienst’ van Natuurpunt! Zolang ze mee kan met de kudde, breng ik haar met veel plezier dagelijks een portie muesli. Ze is te oud om nog voldoende voedingsstoffen te halen uit de percelen waar haar familie op graast, maar dat wil niet zeggen dat we haar afschrijven. Zolang haar welzijn binnen de kudde gegarandeerd is, geef ik onze VIP graag een voorkeursbehandeling.”

Eigenlijk zijn de grazers van Landschap De Liereman stuk voor stuk VIP’s, of VIA’s: Very Important Animals. “Het zijn onze echte beheerders. Van april tot eind oktober, soms november houden ze op grote delen van de droge en natte heide pijpenstrootje en bochtige smele kort. Ze eten ook de jonge topjes van de heide op. Zo wordt het heidelandschap steeds weer verjongd en krijgen lichtminnende planten de ruimte om te groeien zonder dat woekerende grassen ze verdringen. ‘s Winters is er op de heide veel minder voedsel voor de dieren. Dan verhuizen ze naar de graslanden. Zo is er altijd wel ergens wat te eten voor onze grazers. Alleen voor heel strenge winters, met langdurige sneeuwval, houden we hooi achter de hand om bij te voederen.”

img-7627.jpeg

Natuurbeheer met grote grazers

Grote grazers worden niet ingezet voor het nostalgische uitzicht, ze zijn echt essentieel in het beheer van het heidelandschap: “Hoewel ik een dagtaak heb aan het verzorgen van onze kuddes, is het laten begrazen van percelen veel minder arbeidsintensief dan alles zelf maaien. Bovendien kunnen dieren op plaatsen komen waar machines niet geraken. We krijgen ook de hulp van de herders van Kemp VZW die met een kudde van 300 schapen bijna het jaarrond van die moeilijk bereikbare stukken begrazen. We willen ons eigen bestand aan dieren ook nog verder uitbreiden, om alles nog beter op elkaar af te stemmen.”

“Stripbegrazing is zo’n manier om het graasproces te optimaliseren”, vertelt Annemie. “Onze paarden krijgen geen groot gebied ineens ter beschikking. In eerste instantie rasteren we een lange strook af. Zo eten ze niet al het ‘lekkers’ in één keer op, maar moeten ze ook minder smakelijke stukjes afgrazen. Het houdt hen gezond, want dit type koudbloedpaarden is erg gevoelig voor ‘fastfood’: ze slaan alle beschikbare voedingsstoffen op in hun lichaam voor soberder tijden, maar ontwikkelen daardoor gemakkelijk overgewicht en een gevaarlijke eiwitgevoeligheid. Door stelselmatig steeds een groter stukje van het gebied open te stellen, hoeft het zover niet te komen.”

img-7370.jpeg

Het nadeel van zo’n stripbegrazing, is dat het landschap hier en daar ontsierd wordt door extra paaltjes en linten. “Maar daar hebben we sinds kort een goede oplossing voor”, legt Annemie uit. “Onze Konikpaarden zijn de allereersten in België die via een gps-systeem om de hals binnen hun raster blijven. Ze hebben geleerd dat een steeds hoger wordende pieptoon de grens van hun graasgebied markeert. Ze draaien zich netjes op tijd om, om een elektrisch schokje te vermijden – vele malen zwakker dan de schok die ze zouden krijgen wanneer ze met hun neus tegen een fysiek (geëlektrificeerd) draadraster komen. Op een week tijd waren ze daaraan gewend en nu is het een heel handige beheertool geworden. Via een app kan ik bijvoorbeeld opvolgen wie waar graast en welke hotspots vaker bezocht worden. Het levert enorm veel data op die we kunnen inzetten om onze beheerplannen te verbeteren.”

Een hechte groep

Terug naar de vrijwilligers van het dierenteam, want ook die hebben een belangrijke taak in het natuurbeheer van Landschap De Liereman. “Onze controleurs hebben elk een vaste werkdag, maar komen elkaar zelden tegen. Om de samenhang te vergroten, heb ik een WhatsApp-groep in het leven geroepen. Daarin laat ik weten welke dieren verhuizen, waar ze extra moeten opletten of welke kudde ze mogen overslaan omdat ik er die dag zelf langs ga. Dat is veel persoonlijker dan een bericht in je mailbox.”

“Maar we betrekken de vrijwilligers ook in het grotere verhaal, door hen een paar keer per jaar uit te nodigen op een bijeenkomst. Zo leren ze elkaar kennen en kunnen wij onze toekomstplannen met de grazers uit de doeken doen. Vaak zijn ze in deze functie gerold omdat ze al op een andere manier betrokken waren bij Natuurpunt, maar er zijn ook mensen die het puur doen om hun hoofd leeg te maken. En dan zijn er nog de vogelaars, die tijdens hun ronde de hemel afspeuren naar vogels om te spotten. Na hun ronde zijn de controleurs altijd welkom om bij een kop koffie verslag uit te brengen over de beestjes, zo leer ik hen stuk voor stuk beter kennen en appreciëren. Ik ben erg trots op de manier waarop mijn groep na zes jaar is uitgegroeid: een bont gezelschap van geëngageerde mensen waaraan ik ‘mijn’ dieren écht durf toevertrouwen.” 

Meer over


Gerelateerde artikels