Waarom kleurt een hermelijn wit in de winter?
Zijn zwart-witte pels stond lang symbool voor de adel en zijn staart prijkt sinds de 12e eeuw als figuur op wapenschilden. De vacht van dit dier kleurt extra wit tijdens de wintermaanden of zelfs permanent als hij in de koudste gebieden op aarde woont. Wie is het? De hermelijn natuurlijk! Maar waarom verandert de vacht van een hermelijn van kleur? Ontdek alle geheimen over deze marterachtige in dit artikel.
Een hermelijn meet gemiddeld tussen de 20 en 40 cm (inclusief de staart) en lijkt veel op zijn neven en nichten: de wezel en de steenmarter. Ze zijn haast niet te onderscheiden zou je denken, maar toch! Wie oog voor detail heeft, ziet één subtiel verschil: de punt van een hermelijnstaart is zwart. In ons land zal je deze marterachtige eerder weilanden of heidevelden in plaats van bossen en beboste gebieden doorkruisen. Daar jaagt de hermelijn op kleine knaagdieren. Hij houdt in het bijzonder van woelmuizen, veldmuizen of kleine konijnen. Om die reden werd dit dier - al voor de domesticatie van katten - getemd en ingezet voor de jacht. De hermelijn is dan ook nooit lui en bruist van de energie. De stofwisseling van dit beestje werkt zelfs zo snel dat het elke dag tot 40% van zijn gewicht aan voedsel moet verslinden om niet uit te hongeren.
Bruin of wit?
De vacht van de hermelijn is het grootste deel van het jaar bruin, maar bij koude temperaturen verkleurt hij. Wanneer de maxima onder -1°C zakken kleurt z’n schijnbaar smetteloze vacht wit. Tijdens de rui kan de vacht van de hermelijn in België dus zowel bruin als wit zijn. Het ruien gebeurt twee keer per jaar: tijdens het voorjaar en in de herfst.
De kleur van de pels wordt - net zoals onze huid - bepaald door aan- of afwezigheid van melanine. Hoe minder melanine, hoe bleker de vacht of huid. Tijdens de winter neemt de hoeveelheid zonlicht en het aantal UV-stralen af. Zo weet de hermelijn dat de winter eraan komt. Melanine wordt namelijk in cellen gesynthetiseerd door tyrosinase, een enzym dat zich via het MSH- of melanotropine hormoon ontwikkelt. Wanneer hier onvoldoende ultraviolette straling binnenkomt, is het hormoon niet meer actief en begint de vacht van de hermelijn te verkleuren. Het ruien zelf duurt 4 à 6 weken, tenzij het op korte tijd veel kouder wordt. Een snelle temperatuurschommeling kan het ruiproces versnellen.
Hermelijnen die in het hoge noorden wonen zijn dus veel lichter van kleur. Dankzij hun witte wintervacht gaan ze volledig op in het sneeuwlandschap. Deze camouflage helpt hen om aan roofdieren en -vogels te ontsnappen. Maar wat als het niet sneeuwt? Dan is zo’n metamorfose naar een witte vacht minder interessant. Daarom zal je in landen waar het zelden of nooit sneeuwt ook maar weinig witte hermelijnen tegenkomen. Ze zouden met hun bleke pels net extra opvallen tussen al het groen en bruin in de natuur. Meer zuidelijk zal een hermelijn dus bijna het hele jaar door z’n bruine vacht behouden, terwijl de populaties in Scandinavië, de Baltische landen of in het hooggebergte bijna het hele jaar door sneeuwwit kleuren. De hermelijnen die zich tussen noord en zuid bevinden, hebben logischerwijze soms een tweekleurig velletje.
Een warme, witte donsjas
Camouflage is niet het enige voordeel van die witte jas. Als er melanine uit het haar verdwijnt, komt er ruimte vrij voor extra lucht, en lucht heeft een isolerende functie. Hoe dikker de vacht, hoe meer lucht erin past en hoe beter de vacht zal isoleren. Ook in witte haren is door het gebrek aan melanine dus meer plaats voor lucht als extra isolatie. De witte wintervacht houdt de hermelijn dus ook warm tijdens de koudste maanden. En dat speelt tijdens de koude wintermaanden alleen maar in het voordeel van dit kleine landroofdier. De hermelijn heeft namelijk moeite om zijn eigen lichaam warm te houden en warmte op te slaan vanwege z’n langgerekte lichaamsvorm.
De witte pels van een hermelijn is dus duidelijk veel meer dan een fashion statement. Het is een overlevingsmethode die afhankelijk is van verschillende factoren zoals temperatuur, licht en erfelijkheid.
Kent deze niet-bedreigde soort gevaren?
De hermelijn behoort tot de niet-bedreigde diersoorten in België, maar dit roofdier heeft wel een aantal vijanden. Onder andere het drukke wegverkeer, de steeds intensievere landbouw en de daarbij horende giftige stoffen die ze binnenkrijgen vormen een gevaar voor de hermelijn. Deze soort gedijt het best in een gevarieerd landschap met voldoende schuilplekken.
De symboliek en geschiedenis van de hermelijn
Al in de Middeleeuwen stond de hermelijn symbool voor moed en zuiverheid. Zijn vacht sierde de gewaden en mantels van hoogwaardigheidsbekleders. Ridders bedekten er hun schilden mee. Deze symboliek en geschiedenis zette Bretagne ertoe aan om de hermelijn tot een officieel embleem te maken van het toenmalige koninkrijk. Volgens een legende was er ooit eens een hermelijn die in het nauw gedreven werd door jagers. Het dier liep vast aan de oevers van een rivier en gaf zich uiteindelijk over. De hermelijn gaf zich liever gewonnen dan het risico te lopen dat zijn mooie vacht vuil zou worden. Deze mythe ligt aan de oorsprong van het motto van Bretagne: ‘Liever sterven dan vies worden’.
Ook in modernere tijden was de vacht van de hermelijn een luxegoed. Voor de kroning van Koning George VI in 1937 voerde men meer dan 50.000 hermelijnen uit Canada aan om er ceremoniële kledij van te maken voor de koning in spé. Iets dat nu gelukkig niet meer kan want ondertussen geldt er een jachtverbod op hermelijnen.