Waarom kleeft een spin niet aan haar eigen web?
Zo mooi symmetrisch als een spinnenweb is opgebouwd, zo vernuftig steekt het in elkaar. Het is tegelijkertijd woonplaats én wapen. Enerzijds moet het web stevig en kleverig zijn om prooien te kunnen verschalken. Anderzijds moet de spin er veilig en snel over kunnen navigeren.
Piepkleine klauwen
Dat navigeren doet een webspin met mini-klauwen: drie haakjes aan elk pooteinde. De middelste ‘klauw’ gebruikt ze om haar webdraden stevig vast te klemmen. Omdat het haakje eindigt in kleine haartjes, blijft het contactoppervlak tussen spinnenpoot en web minimaal. Er is dus weinig kracht nodig om zich weer los te trekken. Een prooi die met het ganse lichaam vol in een spinnenweb vliegt, heeft dat voordeel niet.
Lijm of geen lijm
Maar de grootste reden waarom spinnen niet blijven vasthangen, is het bestaan van verschillende types spinrag. Bij een wielweb valt het meteen op: er zijn draden die vanuit één centraal punt naar buiten vertrekken en er zijn draden die daar als een spiraal bovenop liggen. De centrale ribben zijn ‘steundraden’, waarop de spin kan rondlopen. Het spiraal bestaat uit ‘vangspinsel’ en dient om insecten te immobiliseren.
Hoe spint een spin haar web?
Bij het spinnen van een nieuw wielweb gaat een spin minutieus te werk. Ze spint eerst een lange draad die ze laat meevoeren met de wind naar een ophangpunt in de buurt. Eens de steundraad vast hangt, loopt ze nog enkele keren heen en weer om hem te verstevigen met extra spinrag. Deze ‘ophangdraad’ moet straks het volledige gewicht van het spinnenweb dragen.
Aan beide uiteinden van de ophangdraad wordt nu een dunnere draad naar een lager gelegen ankerpunt gesponnen.
Als de contouren van het web klaar zijn, produceert de spin steundraden naar het midden toe. Vervolgens start ze, van buiten naar binnen, met het spiraalvormige ‘wiel’.
Pas nu komt het kleverige gedeelte. De spin volgt opnieuw de weg van het spiraal en vervangt het volledige wiel met kleverige, elastische vangdraden. Onderweg eet ze het oude net weer op.
Prooi in zicht!
Door het web op zo’n ingenieuze manier te bouwen, maakt de spin het zichzelf gemakkelijk. Zodra een prooi in het web gevangen is, kan ze in een mum van tijd het slachtoffer bereiken via de niet-kleverige steundraden. Als ze dan toch eens mist – zelfs met acht ogen kan dat gebeuren – komen de klauwtjes goed van pas. Trouwens, er zou ook een antikleef-coating aan die pootjes hangen. Spinnen met gewassen voeten kunnen beduidend minder goed koorddansen!
Elke dag een web
Een spinnenweb is stevig, maar toch fragiel. Na een nacht intensief gebruik is het dan ook aan vervanging toe. Dat doet de spin op een heel economische manier: de stevige ophangdraad wordt hergebruikt en de bouwstenen van de rest van het spinrag worden opgegeten en gerecycleerd.