Vleermuizen welkom!
Er doen nog steeds veel vooroordelen de ronde over vleermuizen, maar ondanks hun soms slechte reputatie zijn ze supernuttig en een waar genoegen om te verwelkomen in je tuin. Wat hun functie in de natuur precies is? Dat lees je hier!
Vleermuizen zijn nog altijd slachtoffer van de vele legendes die hen eeuwenlang in een slecht daglicht stelden: ze zouden bloed zuigen, raken verstrikt in je haren en worden gestuurd door de duivel. Dat valt in Europa echter reuzegoed mee. Wereldwijd voeden slechts drie soorten zich effectief met bloed (ook van mensen), maar zij leven stuk voor stuk in Zuid- en Midden-Amerika.
Waarom zijn vleermuizen zo nuttig?
In Europa zijn deze vliegende zoogdieren vooral uit op insecten, spinnen en andere ongewervelden, net zoals ongeveer 70% van de soorten die wereldwijd voorkomen. Sommige van onze vleermuizen lusten af en toe een klein visje en de grote rosse vleermuis eet zelfs kleine vogeltjes. Vleermuizen komen voor over de ganse aardbol, behalve op Antarctica, wegens een gebrek aan voedsel. Ook op enkele zeer afgelegen eilanden zijn geen vleermuizen te bespeuren.
Het is hun specialistische dieet dat van vleermuizen zulke nuttige dieren maakt: wist je dat één vleermuis elke nacht ongeveer een derde van haar lichaamsgewicht aan insecten verzet? Bij drachtige of zogende vrouwtjes loopt dat zelfs op tot de helft van hun massa. Die extra energie hebben ze broodnodig om hun jongen te helpen groeien.
Elders in de wereld brengen vleermuizen trouwens nog meer voordelen met zich mee. Fruitvleermuizen uit (sub-)tropische gebieden in Azië, Afrika, Zuid- en Midden-Amerika voeden zich met nectar, pollen en fruit waardoor ze een belangrijke rol als bestuiver vervullen. Tijdens het zoeken naar voedsel blijft er stuifmeel aan hun vacht hangen, die ze meenemen naar een volgende bloem, net zoals bijen en hommels dat bij ons doen. Zo’n 500 plantensoorten zijn voor hun bestuiving afhankelijk van vleermuizen. Dat maakt van hen een onmisbare schakel in de voedselproductie!
Tenslotte vormen vleermuizen een goede indicator voor de gezondheid van een ecosysteem. Het zijn paraplusoorten omdat maatregelen die voor hun bescherming in het leven geroepen worden, ook andere organismen erop vooruit helpen. Vleermuizen kunnen immers enkel floreren wanneer ook insecten en de planten die zij bezoeken het goed doen. Wil je graag zelf vleermuizen verwelkomen in je tuin, ontdek dan hier tien tips om van jouw huis en tuin een echt vleermuizenparadijs te maken.
Wereldwijd zijn er meer dan 1430 verschillende soorten vleermuizen bekend, waarvan er in België slechts 24 waargenomen zijn: o.a. de schuwe Bechsteins vleermuis, de grote rosse vleermuis en de zeldzame mopsvleermuis. Van drie soorten is het onduidelijk of ze hier permanent gevestigd zijn, of alleen maar even langs kwamen vliegen. Als je een exemplaar in je tuin tegenkomt, is de kans groot dat het een gewone dwergvleermuis is: de meest voorkomende vleermuis van ons land. Ze heeft een spanwijdte van 20 cm en een beetje, maar weegt slechts 5 gram (evenveel als een klontje suiker). In tegenstelling tot de meeste van haar collega-vleermuizen is ze minder lichtschuw en vangt ze insecten die rondom lampen zwermen. De iets grotere laatvlieger kan je daar ook soms zien jagen. Andere soorten, zoals de kleine hoefijzerneus, worden steeds zeldzamer. Hoe komt het dat vleermuizen het zo moeilijk hebben?
Dwergvleermuis op rotsige ondergrond
Het gevaar schuilt in een klein hoekje
Eric Dandoy van het Vleermuizen Educatie Centrum in Comblain-au-Pont kan ons alles vertellen over gevaren waarmee vleermuizen te maken krijgen. “De meeste vleermuizen kunnen niet tegen licht, in zo’n mate dat de aanwezigheid ervan een fysieke barrière vormt. Omwille van lichtvervuiling is de kleine hoefijzerneus ondertussen een echte zeldzaamheid geworden in ons land: er blijven naar schatting slechts 250 à 300 individuen over. Stadsverlichting langs de straten en op reclameborden trekken alle insecten aan in een omtrek van 6 à 700 meter, maar vleermuizen draaien zich net om wanneer ze in de buurt komen. En het wordt er niet beter op: jaarlijks neemt de hoeveelheid lichtpollutie in ons land toe met 10%. Bovendien raakt het leefgebied van vleermuizen meer en meer versnipperd. Velden transformeren tot monoculturen en vormen ontelbare hiaten in een lappendeken van natuur.
Deze ecologische ramp voor vleermuizen is geen recent nieuws. Terwijl ze de vorige eeuwen vooral vervolgd werden omwille van hun kwalijke reputatie, moeten ze nu de strijd aangaan met de moderne landbouwtechnieken. “Sinds de Tweede Wereldoorlog worden vleermuizen al met uitsterven bedreigd, onder andere door het gebruik van pesticiden in een steeds intensievere landbouw”, legt Eric uit. “We krijgen hier regelmatig vleermuizen binnen die letterlijk vergiftigd zijn door de vele insecticiden. Die producten doden niet alle insecten, ze besmetten ook prooien die de chemische aanval wél overleven. En dan komen de vleermuizen in gevaar: in herfst eten ze zich boordevol om hun winterslaap te kunnen overleven. Maar wanneer ze een groot aantal vergiftigde insecten opeten, stapelen de schadelijke stoffen in hun lichaam op. En als ze ‘s winters dan hun vetreserves verbranden, komt het gif weer vrij en worden ze slapend vergiftigd.”
De kleine hoefijzerneus heeft het moeilijk door de toenemende lichtpollutie en intensieve landbouw
Soortenbeschermingsprogramma voor vleermuizen
Gelukkig worden alle Belgische vleermuizen op dit moment beschermd. Het is verboden om op hen te jagen, hen te vangen of om hun leefgebied (waarin ze jagen, zich voortplanten of schuilen) schade toe te brengen. Via een soortenbeschermingsprogramma, opgesteld door Natuur en Bos in samenwerking met de betrokken partners, worden maatregelen genomen om zeldzame en veeleisende vleermuizensoorten beter te beschermen - iets waar ook de andere soorten van meegenieten. Er wordt o.a. gefocust op het inrichten van warme zolders in historische gebouwen als geschikte kraamkolonieplaats. Daarnaast worden bossen geschikter gemaakt voor boombewonende soorten. Een groot deel van de inspanningen gaat uiteraard naar locaties waar vleermuizen samenhokken, zoals de Antwerpse fortengordel en de Haspengouwse mergelgroeves. Tenslotte doet men onderzoek naar de specifieke noden van de meest bedreigde soorten (o.a. meervleermuis, mopsvleermuis, ingekorven vleermuis en Bechsteins vleermuis) opdat zij op een duurzame manier beschermd kunnen worden.