Ga naar main content
groene-muur.jpg

Tien tips om natuurinclusief te (ver-)bouwen

Of je nu midden in de stad, in een autoluwe woonwijk of aan de rand van een bos woont, met de juiste aanpassingen kan je de natuur uitnodigen in elk gebouw. Maar hoe begin je daaraan? Met deze tips (ver-)bouw je een paradijs voor jezelf én je omgeving.

We moeten je vast niet meer vertellen dat het niet goed gaat met onze biodiversiteit. Alleen al een blik op de voorruit van je auto staaft die vaststelling: 25 jaar geleden kon je er na elke rit nog tig insecten afschrapen, tegenwoordig zijn er amper zespotige verkeersslachtoffers te melden. En dat is voor alle duidelijkheid géén goed nieuws voor onze insecten. 

Gelukkig zijn er steeds meer trends en initiatieven die op kleine en grote schaal hun steentje bijdragen aan een groenere omgeving, ook in de stad. “Natuurinclusief bouwen” is zo’n trend, waarbij de lokale fauna en flora een boost krijgt door middel van natuurvriendelijke aanpassingen aan bestaande en nieuwe gebouwen. Niet alleen de natuur vaart er wel bij, trouwens. Ook mensen worden blijer én gezonder van groenere daken, koelere straten, zuivere lucht en waterbuffers. Om nog maar te zwijgen over het geluid van kwetterende vogels en fladderende vleermuizen! 

Kleurt de baksteen in jouw maag bij het lezen van bovenstaande stilaan groen? Met deze (ver-)bouwtips - groot en klein - zorg je voor een bruisend leven in en om je huis. 

1. Maak holtes toegankelijk

Onze huizen zitten vol met ‘loze’ plekjes waar niemand ooit komt. Steeds vaker worden die hermetisch afgesloten van de buitenwereld, terwijl het ideale toevluchtsoord zijn voor vleermuizen, zoals de laatvlieger, de grootoorvleermuis en de gewone dwergvleermuis. Groot pluspunt: ze zijn verlekkerd op insecten! 

Spouwmuren en tussenspouwen kan je toegankelijk maken met een ‘open stootvoeg’ van maximaal 2,5 cm breed. Je hoeft niet bang te zijn dat ze je isolatiemateriaal stukmaken, wel kan je hen helpen door gladde platen op te ruwen of wat gaas toe te voegen voor meer grip. Met slechts 2 cm ruimte tussen isolatiemateriaal en buitenmuur hebben vleermuizen voldoende bewegingsruimte. Maak je niet meer dan één stootvoeg, dan blijft de spouw zijn isolerende werk verrichten en krijgen je gasten geen last van tocht. 

Ook in de omkasting van dakgoten en achter gevelbetimmering is vaak wat ongebruikte ruimte aanwezig. Een kleine toegang aan de onderzijde - vlak tegen de muur - is voldoende om er vleermuizen in uit te nodigen. En wat te denken van je grote schouw, waarvan slechts een klein deel wordt ingenomen door het rookkanaal? Misschien is er wel plaats voor een of enkele inbouwstenen voor vleermuizen

2. Metsel een muur vol leven

Muurplanten gedijen het best op een noordelijk gerichte muur die gemetseld is met kalkmortel. De zuurgraad van nieuw metselwerk is ongeschikt en op zulke muren duurt het erg lang eer muurplanten er de overmacht krijgen. Hoe verweerder de muur, hoe beter de kansen. Helaas is kalkrijke mortel minder sterk, daarom wordt soms een dubbele muur opgetrokken. Ook metselbijen worden happy van een muur met kalkmortel. Met hun sterke kaken wrikken ze een klein beetje mortel los om elders (bijvoorbeeld in je bijenhotel) hun eigen nestcellen dicht te metselen. Je kan ook kiezen voor klimplanten tegen je muur voor een waar insecten- en vogelparadijs. Grote plus: ze houden je gevel droog en zorgen voor een extra isolerend laagje. 

3. Inviteer dieren op je dak

Er bestaan verschillende aangepaste dakpannen waarin vogels kunnen nestelen, bijvoorbeeld voor huismussen of gierzwaluwen: ideaal voor in de stad! Je kan nestpannen in groepjes bij elkaar plaatsen, richting noorden of oosten. Opgelet: gebruik alleen nestpannen op een niet-geïsoleerd dak, anders wordt het op een warme zomerdag te heet onder de vogelvoeten. 

Via een opening onder de nokpannen geraken vleermuizen in hun fel gegeerde verblijfplaats onder je dak. Maak het materiaal onder de nokpan ruw (hout of baksteen) zodat je tweedeverblijvers zich eraan kunnen vasthouden. Verwelkom je graag vleermuizen in je nok, gebruik dan geen dampscherm dat kan gaan rafelen.   

nestpannen.jpg

4. Maak van je huis een kraamkamer

Niet alleen je dak, ook je muur kan je ombouwen tot nestgelegenheid voor o.a. huismussen, gierzwaluwen en de grote gele kwikstaart. Speciale neststenen vormen een goede oplossing als het onder je geïsoleerde dak te warm wordt in de zomer. Natuurlijk kan je ook nestkasten aan je gevel bevestigen, bijvoorbeeld voor huismussen, spreeuwen en allerlei mezen. Huiszwaluwen verkiezen een bolvormig kunstnest. Ook voor vleermuizen bestaan speciale kasten die je hoog op de buitenmuur kan bevestigen of die je kan inbouwen in de muur.. 

5. Laat water in de grond sijpelen

Heb je die verharding wel écht nodig? Meestal volstaat een zogenaamde ‘halfbestrating’ en zeg nu zelf: een groene parkeerplaats van grastegels staat toch veel mooier dan altijd weer die stenen? In de tussenruimte wordt plaats gemaakt voor groenblijvende planten die tegen een stootje kunnen én een welgekomen voedselbron bieden aan allerlei insecten en vogels. 

6. Kies voor een groendak

Zowel een plat dak als op een hellend vlak (tot 40°) kan vergroend worden. Voor een hellend dak heb je een dikkere substraatlaag nodig om het water vast te houden en een structuur die schuiven voorkomt. Bovendien moet je dak voldoende draagkracht hebben. Een groendak zorgt voor meer biodiversiteit, maar ook voor een koeler binnenklimaat, het opvangen van regenwater en een aangenamere temperatuur in de stad. 

groendak.jpg

7. Pas je tuinverlichting aan

Lichtvervuiling verstoort heel wat natuurleven. Vleermuizen zullen bijvoorbeeld enkel voor jouw buurt kiezen als ze er in alle donkerte kunnen gedijen. Gebruik dus enkel licht in je tuin of tegen je gevel wanneer dat écht nodig is. Kan je niet zonder, richt buitenlampen dan nooit naar boven, dim ze tot een minimum en laat ze automatisch uitgaan wanneer er geen beweging is. Tegenwoordig bestaan er speciale vleermuisvriendelijke lampen of ‘bat-lampen’. Die sturen een kleur uit waar vleermuizen ongevoelig voor zijn.

8. Geen valpartijen aan je glaspartijen

Een grote glaspartij levert een uniek zicht op je tuin of omgeving, maar is op meerdere manieren nefast voor vogels. Ze vliegen zich te pletter omdat ze het glas niet zien of gaan uitputtende gevechten aan met hun eigen spiegelbeeld. Om dat te voorkomen geven verticale lijnen op je ruit het beste resultaat. Die kan je bijvoorbeeld voorzien in gezandstraalde banen, transparante repen raamfolie of strepen met een (voor ons onzichtbare) UV-stift. Ook het ophangen van jaloezieën of lamellen kan soelaas bieden. Het plakken van een enkele vogelsticker heeft meestal onvoldoende effect. 

9. Verhoog de natuurwaarde van je tuin

Dé plek bij uitstek om de natuur te verwelkomen in je buurt, is je tuin of terras. Op mijntuinlab.be, een initiatief van Natuurpunt, Kenniscentrum tuin+ (Erasmushogeschool) en KU Leuven, kan je allerlei parameters van je eigen tuin ingeven om de natuurwaarde ervan te bepalen. Je krijgt meteen een heleboel tips aangereikt om hem nog aantrekkelijker te maken voor onze inheemse fauna en flora.

10. Trek bijen aan met een insectenmuur

Misschien heb je al een bescheiden insectenhotel in de tuin, maar wat dacht je van een volledige muur? Met deze tips kan je zelf aan de slag om een vijfsterrenplek te creëren. Moet je nog beginnen met bouwen, dan kan je kiezen voor speciale ‘bijenstenen’. Net zoals op de huizenmarkt, geldt voor bijenhotels ‘location is everything’. Ook je tuin verdient dus een make-over met zoveel mogelijk lekkere nectar voor je hotelgangers. 

Wie al deze maatregelen eens in levenden lijve wil bewonderen, moet nog even geduld uitoefenen. Natuurpunt werkt momenteel aan een demonstratiewoning in de Vlaamse Ardennen waar allerlei aspecten van natuurinclusief bouwen tentoongesteld zullen worden: het Faunahuis.

 

Meer over


Gerelateerde artikels