Ga naar main content
Zinkviooltje
Zinkviooltje
Jeroen Mentens

Deze planten hebben hun naam niet gestolen

Dat het plantenrijk rijk is aan planten, is oud nieuws. Met één blik op de groene pracht om je heen tijdens een natuurwandeling krijg je makkelijk minstens 10 (en waarschijnlijk meer dan 50) soorten in in je vizier. Een biodiversiteitstelling in het begin van dit millennium leverde iets minder dan 7.000 beschreven plantensoorten op voor ons land - in werkelijkheid verwacht men dat daar nog 20 à 25% niet gespotte soorten bij komen. Maar hoe komen al die soorten aan hun naam? Wat betekent die naam? En wat vertelt hij over de manier waarop we vroeger en nu naar planten kijken? 

Ooievaarsbek, herderstasje, vingerhoedskruid, viooltje … Allemaal plantennamen die onze verbeelding meteen op hol doen slaan - al is het niet in één oogopslag duidelijk welk onderdeel van de plant nu precies op een ooievaarsbek lijkt en of het viooltje klinkt zoals het vioolconcerto van Brahms. Waar deze (en nog een paar andere) planten dan wel hun bijzondere naam gehaald hebben, lees je hier: 

Ooievaarsbek

Ooievaarsbek

Alle ooievaarsbeksoorten horen tot het geslacht ‘geranium’, een wetenschappelijke naam afgeleid van het Griekse ‘géranos’ dat ‘kraanvogel’ betekent. Die naam kregen de planten omdat er bovenop de vrucht een lang, snavelachtig uitsteeksel groeit. Omdat kraanvogels in onze contreien niet zo courant zijn, kreeg de bloem bij ons de naam van een andere opvallende vogel met lange snavel.

Viooltje

Viooltje

Wie muzikaliteit in dit kleine bloempje ziet, moeten we teleurstellen. De naam ‘viooltje’ wijst niet op een muziekinstrument, maar op de kleur violet die ook terugkomt in de wetenschappelijke naam ‘Viola’. In sommige dialecten spreekt men over het ‘fletteke’, een samentrekking van het Franse woord ‘violet’. In het Duits gooiden oude plantkundigen het over een andere boeg. Uit de plaatsing van de bloemblaadjes besloten ze dat de plant zich gedroeg zoals een boze stiefmoeder: de twee bovenste bloemblaadjes worden ingenomen door de stiefmoeder zelf, de twee daaronder door haar eigen kinderen, terwijl de stiefkinderen samen plaats moesten nemen op slechts één bloemblad onderaan. Vandaar de Duitse naam ‘Stiefmütterchen’. 

Vingerhoedskruid

Vingerhoedskruid

Soms hoef je het echt niet ver te zoeken: de bloemkroon van deze plant ziet er zo vingerhoedachtig uit dat hij je lijkt uit te nodigen om je vinger in één van zijn bloemen te porren. Niet doen! De plant is erg giftig, extracten ervan worden gebruikt om hartmedicijnen te produceren. Er past trouwens ook perfect een dikke hommel in zo’n kuipje: misschien kunnen we deze bloemenweelde voortaan omdopen tot ‘hommelhoedkruid’? 

Adelaarsvaren

Adelaarsvaren

De twee onderdelen van deze plantennaam hebben vermoedelijk heel wat met elkaar te maken. Want ‘varen’ heeft hier niet de betekenis van een boottransport, wel staat het voor de typische veer-vorm van de bladeren. Omdat deze soort zo’n gigantische ‘pluimen’ heeft, zouden zijn bladeren doen denken aan de vleugels van een adelaar. Al is niet iedereen het eens over deze verklaring, want wanneer je de bladstelen schuin afsnijdt aan hun dikke onderzijde, zou je in het patroon van de doorgesneden vaatbundels een dubbele adelaar kunnen herkennen. 

Herderstasje

Herderstasje

De hartvormige vruchten van dit onopvallende plantje lijken - wanneer je ze ondersteboven draait - op de herderstassen die Breugeliaanse schilderijen sieren. De wetenschappelijke naam betekent overigens net hetzelfde: Capsella (doosje) bursa (tas) pastoris (herder). De aparte vorm van de zaaddozen inspireerde trouwens tot nog veel meer visueel ingestelde volksnamen voor deze plant, zoals beursjeskruid, eendenpootje, ganzentong en lepeldief. 

Madeliefje

Madeliefje

Dit vrolijke gazonplantje kent verschillende etymologische verklaringen. Zo zou ‘made’ verwijzen naar ‘weide’, wat van het gehele woord een lieflijk weideplantje maakt. Andere geschiedkundigen merken een link met de maagd Maria op en zien het gras vol bloempjes staan die ‘de maagd Maria lief zijn’. 

Boterbloem

Boterbloem

De felgele kleur van de boterbloem doet denken aan de kleur van verse hoeveboter en daar dankt de plant dan ook zijn naam aan. De verwante dotterbloem heeft trouwens een gelijkaardige kleur, maar diens naam verwijst naar het geel van een dooier. In de wetenschappelijke naam van deze plantenfamilie - Ranunculus - is echter geen spoor van bloemkleuren te vinden - er bestaan immers ook heel wat ranonkels met andere schakeringen. Letterlijk kan je Ranunculus vertalen als ‘kleine kikker’, vermoedelijk omdat veel (maar niet alle) planten uit deze familie te vinden zijn aan de waterkant. 

Meer over


Gerelateerde artikels