Ga naar main content
wegmier-jeroen-mentens.jpg
Jeroen Mentens

Collega's in onze natuur

Op de dag van de medewerker zetten we graag onze collega’s in de bloemetjes voor de lange samenwerking, het oeverloze vertrouwen en natuurlijk de talrijke babbels aan de koffiemachine. Maar ook in onze natuur zijn sommige soorten helemaal verloren zonder een medewerker aan hun zijde. 

Welke samenlevingsvormen komen er in de natuur voor?

Symbiose is een hot topic in de natuur. Het is een verzamelnaam voor allerlei samenlevingsvormen die over de soortgrenzen heen aangegaan worden, waarbij minstens één soort daar wel bij vaart.De allerbekendste vorm van symbiose is ‘parasitisme’ waarbij de samenleving voor de andere partij schadelijk is. Een voorbeeld daarvan is de teek en de mens (of haar andere gastheren). Echte medewerkers kunnen we hen bezwaarlijk noemen. Bij ’mutualisme’ worden beide partners beter van elkaars aanwezigheid. Soms is het zelfs noodzakelijk dat ze samenwerken voor de overlevingskansen te verhogen. Wanneer slechts één van de twee organismen de vruchten plukt van de samenwerking - zonder daarbij de andere te schaden - spreken we over ‘commensalisme’. Over deze samenlevingsvormen geven we je graag enkele voorbeelden!

Schimmels en plantenwortels

Een gezonde bodem is cruciaal voor planten. Ze groeien sneller en het maakt ze minder vatbaar voor ziekten, stress en plagen. Om aan de term ‘gezond’ te voldoen, zijn er zeker nog twee heel belangrijke aanwezigen nodig: bodembacteriën en schimmels.

mycorrhiza.jpg
Kytan

In de natuur bestaan er zelfs schimmels die een relatie kunnen aangaan met plantenwortels: de mycorrhiza. Voor heel veel soorten planten is dat een noodzakelijke relatie want mycorrhiza zijn in staat om levensbelangrijke mineralen opneembaar te maken voor planten. In ruil geeft de plant via zijn wortels zelfgemaakte suikers af aan de hulpvaardige schimmels. Wist je dat 90% van alle vaatplanten in onze natuur zo’n samenwerking aangaat? Een knap staaltje evolutie, als je het ons vraagt.

Planten en mieren

Mieren vinden een veilige schuilplaats op sommige bloemen en planten. Daarnaast druipen er soms natuurlijke suikers langs de bladeren en stengels van planten, een goedje waar geen mier ‘nee’ tegen kan zeggen! In ruil daarvoor krijgt de plant bescherming van de mieren. Zij houden schadelijke insecten weg. Ook kunnen zij zaden van planten verspreiden over grote afstanden. Rond de zaden van sommige planten zit zelfs een extra laagje vol met gezonde vetten en vitaminen waar mieren dol op zijn. Dat wordt ook het mierenbroodje genoemd. De mieren nemen het zaad dan mee naar hun nest waar het mierenbroodje door de larven wordt op gesmuld. Een win-win situatie!

Bittervoorn en zoetwatermossel

bittervoorn-rollinverlinde.jpg
Rollin Verlinde

De relatie tussen de zoetwatermossel en de bittervoorn is speciaal. Het bittervoorn mannetje gaat actief op zoek naar dé perfecte zoetwatermossel. Zodra hij de juiste heeft gevonden zal hij die met hand en tand verdedigen, want hij wacht op daar op een vrouwtje. Als de eitjes in het bittervoorn vrouwtje klaar zijn, wordt haar lange legbuis stijf.  Diebuis dringt via de instroomopening binnen in de kieuwholte van de mossel, waar ze haar eitjes afzet.  Daarna verslapt de legbuis terug. Dan is het tijd voor het mannetje om te shinen. Die stort zijn zaad uit buiten de mossel, vlak voor de instroomopening waardoor de zaadcellen naar binnen worden gezogen. De bevruchting vindt dus plaats in de mossel. Daar zijn de eitjes en jongen extreem goed beschermd tegen rovers. Een compleet andere soort dan de voorn zal dienen als kraamkamer, bizar toch? Wanneer de dooiervoorraad opraakt, trekken de jonge visjes de wijde wereld in. 

Er werd lang gedacht dat deze samenwerking ook een voordeel had voor de mossel en dat de harige mossellarven via een haak konden mee reizen met een bittervoorn naar verdere oorden. Maar nu weet men dat de ontwikkeling van de voorneitjes een negatief effect heeft op de mossels. Zo zou de watercirculatie over de kieuwen én de groei van de mossels sterk dalen.

Gaai als alarmsoort

Een luide, hese schreeuw die doorheen het hele bos galmt. De gaai heeft een indringer gespot en laat dat aan alle dieren van het bos weten. Indrukwekkend is dat niet alleen zijn soort, maar ook andere soorten op zijn roep reageren. Zelfs de rode eekhoorn gaat ervandoor!

Heremietkreeft en zeeanemoon

Het is een raar gezicht, zo’n zeeanemoon op het huisje van een heremietkreeft geplakt. Toch gaan ze erg goed samen in de natuur. Zelfs zo goed dat de heremietkreeft bij elke verhuis, waarbij hij op zoek gaat naar een nieuwe schelp, zijn metgezellen meeneemt. Dat doet hij door heel zachtjes met zijn schaar tussen zijn oude huisje en de zeeanemoon te strijken. Zo laat de zeeanemoon het slakkenhuisje los en wordt hij met de schaar op het nieuwe huisje geplaatst.

Heremietkreeften profiteren van de zeeanemonen omdat zij een indrukwekkend verdedigingsmechanisme bezitten. Dat bestaat uit netelcellen en zoals de naam ons vertelt, zijn die best pijnlijk. Een persoonlijke bodyguard dus! Andersom biedt de heremietkreeft de zeeanemoon ook heel wat hulp:  ze kan lekker mee smullen van voedselresten en heeft permanent een taxi ter beschikking.

Huismus en mens

huismussen-op-stoel.jpg
Rudmer Zwerver

Tenslotte wagen ook wij, mensen, ons af en toe aan een succesvolle samenwerking met dieren om ons heen. Al duizenden jaren is de huismus een echte cultuurzoeker. Hij komt overal voor waar de mens aanwezig is omdat daar een overvloed aan voedsel en onderdak te vinden is. En wie geniet er nu niet van een groepje mussen in de tuin die rondscharrelen van de ene naar de andere struik? 

Meer over


Gerelateerde artikels