Ga naar main content
header-bloemen-brugge.jpg

Alle kleuren van de regenboog

Kleuren hebben een belangrijke functie in de natuur. Zo zorgen schutkleuren ervoor dat dieren en planten niet opvallen. Maar het omgekeerde gebeurt ook: felle kleuren waarschuwen voor giftige soorten. Kleurige bloemen trekken dan weer insecten aan. Ze bevatten een extra kleur (UV-licht) die wij niet kunnen zien. Welke kleur zet de toon in jouw tuin of omgeving? Hoe meer kleurenvariatie je aanbiedt, hoe meer dieren zich thuis zullen voelen in jouw buurt. Ook in de stad komen trouwens veel wilde planten voor die de boel opfleuren en kleuren.

Rood

De meeste bloemen bloeien in mei. De zoektocht naar een rode, vurige bloem is dus niet zo moeilijk aangezien er momenteel een waaier aan gekleurde bloemen in bloei staan. Een zeer gekende rode bloem is de klaproos of ‘poppy’. Je kan die echt overal tegenkomen: tussen een stoeptegel, langs de straatkant, in de wei of in je wilde tuin.

Wist je dat ... de klaproos symbool staat voor de Eerste Wereldoorlog? De kleine, fragiele, rode bloemen bloeiden talrijk op de Vlaamse slagvelden. Eerst werd zelfs geloofd dat op de plaats waar een soldaat stierf later een klaproos zou groeien. In 1915 schreef de Canadese legerarts John McCrae het gedicht ‘In Flanders Fields’ waarin hij de klaproos beschrijft. De Amerikaanse dichteres Moina Michael was zo geraakt door zijn gedicht dat ze zelf ook een gedicht schreef: ‘We shall Keep the Faith’. Daarin schreef ze dat ze voortaan een klaproos zou dragen ter nagedachtenis van de oorlogsslachtoffers, waaronder ook de Canadese legerarts.

Klaproos

Mei is dus het moment om bloemen te spotten, maar hoe weet een bloem eigenlijk wanneer zijn ‘moment to shine’ is aangebroken? Planten hebben een soort van interne thermometer waarmee ze inschatten of het al warm genoeg is om naar buiten te komen. Naast warmte hebben ze ook genoeg licht nodig. Planten beschikken gelukkig over een chemisch stofje dat hen helpt om donker van licht te onderscheiden. Wanneer ze meten dat de dagen langer worden, bloeien ze open.

Deze andere rode bloemen kan je zien bloeien in mei: longkruid bestaat met rode bloemetjes, maar ook de pioen en struikkamperfoelie zijn te zien.  

Oranje

Naast de gevallen bladeren in de herfst komt oranje minder vaak voor in de natuur. Een aantal paddenstoelen hullen zich echter oranje jasje. Paddenstoelen zijn er niet enkel in de herfst, er bestaan ook voorjaarspaddenstoelen. Deze doen dienst als opkuisers voor het dood organisch materiaal dat door de bomen niet meer wordt geruimd. Bomen hebben in de lente namelijk hun handen (of takken) vol met het vormen van nieuwe bladeren en vruchten.

De meest voorkomende voorjaarspaddenstoel is de morielje. Het is een lichtoranje, soms ook beige paddenstoel waarvan je in België de volgende drie soorten kan vinden: de kegelmorieljes, kapjesmorieljes en gewone morieljes. Kegelmorieljes kan je zelfs in de stad spotten. Het gewone morielje daarentegen verkiest dan weer het kustgebied waar meer kalk aanwezig is, terwijl het Kapjesmorielje graag met zijn voeten in natte grond staat. Als opruimers zijn ze belangrijke leveranciers van voedingsstoffen voor nabijgelegen planten.

Kegelmorielje

Kegelmorielje

Uitzicht: Het kegelmorielje is gemiddeld 15 cm groot en bestaan uit een steel met een hoedje. Dat hoedje wordt vormgegeven door blaasvormige holtes. Zowel het hoedje als de steel zijn hol.

Waar?: Deze eetbare paddenstoel is behoorlijk zeldzaam. Met een beetje geluk kan je hem van april tot juni spotten in boomgaarden, tuinen, parken of bossen. Daar vertoeft hij liefst op plaatsen met omgewoelde aarde of met versnipperde boomschors.

Gewoon morielje

Gewoon morielje

Uitzicht: Deze paddenstoel lijkt op het kegelmorielje, maar hij heeft een ronder hoedje waardoor hij vaak kleiner is. De cellen bij het gewone morielje zijn iets onregelmatiger dan bij de andere twee soorten.

Waar?: Het gewoon morielje komt samen of alleen voor en dat vooral in parken met iepen, essen en beuken. Je kan hem best spotten in de duinstreek. 

Kapjesmorielje

Kapjesmorielje

Uitzicht: Deze soort heeft vaak een zwart hoedje.

Waar?: Net als het kegelmorielje is het kapjesmorielje vaak te vinden in tuinen en parken op omgewerkte oppervlaktes.

Geel

Na het moeilijk te spotten rood en oranje kunnen we overgaan naar een veel voorkomende kleur: geel. De paardenbloem kan je overal tegenkomen en is met zijn gele blaadjes niet alleen leuk om naar te kijken. Elk bloemblaadje wordt later namelijk een pluisje en de hele paardenbloem wordt een grote pluizenbol. en plezier voor kinderen die graag de zaadjes wegblazen. Voor  bijen vormt een paardenbloem een belangrijke bron van stuifmeel. Wist je trouwens dat een paardenbloem van wortel tot bloem eetbaar is?

En dat is nog niet alles. Ook in de medische wereld heeft de plant zijn nut. Vanwege het hoge gehalte aan insuline is de paardenbloem een waardevolle plant voor diabetici. Ook voor mensen met spijsverteringsstoornissen kan ze helpen. De grote hoeveelheid bitterstoffen in de bloem wekken de eetlust op. Daarnaast helpt de paardenbloem ook bij gal- en leverziektes, is hij bloedzuiverend, galdrijvend en is urinedrijvend. Doordat hij het bloed reinigt helpt de paardenbloem ook tegen jeuk, huiduitslag, puisten, jicht en reuma.

Andere gele bloeiers in mei: gewoon speenkruid en geel nagelkruid.

Groen

Groen is wellicht de makkelijkste kleur om te spotten, waar je ook bent. Maar waarom kleuren zoveel planten groen? Planten doen aan fotosynthese. Tijdens dit proces vangt de plant licht op via zijn bladgroenkorrels om zuurstof en voedsel aan te maken. De bladgroenkorrels worden ook wel chloroplasten genoemd. Zonlicht bestaat uit verschillende kleuren en planten hebben ontdekt dat ze het rode licht het beste kunnen gebruiken om zuurstof te maken. Het groene licht werkt het minst goed. De bladgroenkorrels kaatsen het groene licht terug… en daarom zien wij planten als groen!

Je hebt ook planten die altijd in een egaal groen kostuum gekleed gaan en geen kleurrijke bloemen dragen. Een voorbeeld hiervan is de zandzegge. Deze vaste plant komt, zoals je wellicht kan vermoeden, voor op zandbodems. Daar helpt de soort het zand te fixeren door zijn lange wortelstokken. Met deze wortels kan hij zich ook snel verspreiden in de duinen. De zandzegge is pioniersvegetatie. Dat wil zeggen dat hij één van de eersten is in een kaal gebied om de zone te koloniseren. Hoewel de pioniersplant er dus als de kippen bij is, is het de kans groot dat hij na verloop van tijd overwoekerd zal worden door meer gespecialiseerde planten.

Groene meibloeiers: voorjaarshelmkruid en winterpostelein

Blauw

Kruipend zenegroen komt vooral voor in vochtige en natte bossen en graslanden, maar is ook ideaal voor de aanleg van een wilde tuin. Zowel in vochtige als in zandige bodems kan hij goed gedijen. Met zijn mooie kleur brengt hij ook allerlei soorten bijen en vlinders naar de buurt. Het is dus echt een topplant om de biodiversiteit in je tuin te vergroten. Er is één vlinder in het bijzonder grote fan van dit plantje: het bont dikkopje. Deze vlinder heeft namelijk het kruipend zenegroen als één van zijn waardplanten. De waardplant van een vlinder vormt de perfecte plek voor het leggen van eitjes. De aanwezigheid van die waardplanten voor verschillende vlinders - en voor bijen - is belangrijk voor de instandhouding van soorten die vaak gespecialiseerd zijn op deze planten.

Wil je de vlinders en bijen in jouw omgeving helpen en de biodiversiteit bevorderen? Leg dan een wilde plantentuin aan. Hier is het belangrijk om zoveel mogelijk te variëren en enkele inheemse wilde soorten aan te leggen. Maai je gras ook niet te kort. Zo geef je de bloemen ook meer kans om tot bloei te komen.

Met deze waardplanten help je rupsen ontpoppen tot vlinders:

  • landkaartje en kleine vos: grote brandnetel
  • citroenvlinder: vuilboom en wegedoorn
  • kleine parelmoervlinder: akkerviooltje of andere soorten

Paars

Er bestaan tal van paarse bloemen in onze Belgische natuur. De meesten bloeien in mei en kan je dus tijdens een wandeling zeker tegenkomen. Zo is er bijvoorbeeld de aubrietia. Deze plant die van oorsprong uit de bergen komt, nestelt zich graag tussen rotsen of de voegen van een muur. Aubrietia is zeer geliefd bij bijen en voor het groot koolwitje is het zelf een waardplant. Een andere paarse voorjaarsbloeier is hoenderbeet. Deze dovenetel groeit vooral in akkers en moestuinen, maar ook rond grind, bij spoorwegen en perrons, kan je de plant spotten.

Andere paarse bloemen te zien in mei zijn: de grote maagdenpalm, gewone reigersbek en de draadereprijs.

Meer over


Gerelateerde artikels