5 manieren om de natuur in te trekken met een wandel-gps
Wandelaars en hun wandel-gps, ze lijken er soms een haat-liefde verhouding op na te houden. De meesten gebruiken hun gps als niets meer dan een noodhulpmiddel, een stukje techniek dat alleen uit de rugzak wordt gehesen wanneer ze de weg kwijt zijn of sneller dan voorzien de auto willen terugvinden. Maar een wandel-gps is zoveel meer dan dat. Het maakt je wandelingen verrassender, avontuurlijker en veelzijdiger. In dit artikel ontdek je vijf spannende manieren om een draagbare gps in te zetten tijdens jouw wandel-uitjes.
Maar vooraleer we aan ons lijstje beginnen, eerst even de voordelen van zo’n draagbaar navigatiesysteem op een rijtje zetten. Want een wandel-gps is écht een meerwaarde t.o.v. het navigeren met je smartphone. Om te beginnen al omdat je tijdens het wandelen graag je hoofd wil leegmaken – en dat lukt niet wanneer je de weg opvolgt terwijl er onderweg allerlei meldingen verschijnen of verslavende apps je aandacht proberen weg te kapen. Een gps doet wat hij moet doen: jou de weg wijzen terwijl je aan niks anders hoeft te denken.
Wandel-gps’en zijn bovendien een pak beter bestand tegen het buitenleven dan de doorsnee smartphone. Ze zijn waterdicht, blijven werken bij hoge of lage buitentemperaturen en kunnen tegen een stootje – bijvoorbeeld wanneer je een onzachte landing maakt op een gladde rots. Bovendien gaat de batterij van een outdoor-gps een pak langer mee dan die van een smartphone op navigatiestand én je kan voor de zekerheid een koppel reservebatterijen meenemen. Zo ben je er zeker van dat je de route helemaal tot op je bestemming kan opvolgen. Ten slotte kan je met een wandel-gps nauwkeuriger navigeren omdat het toestel ook uitgerust is met een kompas en een hoogtemeter.
Naarmate de prijscategorie komt je gps-toestel met nog veel meer hoogtechnologische snufjes. Van beginner tot supergeek, in dit overzicht met wandel-gps’en kan je alle functies rustig vergelijken. En wanneer je je keuze gemaakt hebt, kan je met onderstaande tips je volgende avontuur beginnen plannen.
#1 Online wandelroutes downloaden op je gps
Om een wandelroute op je gps-toestel te kunnen volgen, heb je een gpx-bestand nodig: het standaard formaat om geografische gegevens te kunnen delen. Een gpx-bestand bestaat eigenlijk uit een lange opeenvolging van lengte- en breedtegraden (soms ook hoogtemeters), die verschijnen op het schermpje van je gps. Door de punten met een lijn te verbinden, wordt de route verder gevisualiseerd en kan je tijdens het wandelen ‘over de kaart’ lopen.
Op het internet kan je op verschillende plekken gpx-routes downloaden. Bekende websites zijn o.a. RouteYou.com en Wikiloc.com. Denk er wel aan dat de meeste wandelingen op deze websites zijn geüpload door gebruikers. Dat doen ze door ‘tracks’ van hun gewandelde routes achteraf op de website in te laden. Maar de nauwkeurigheid daarvan laat soms te wensen over. Zeker in dichte bossen met een nat bladerdek is de locatiebepaling van een gps niet 100% accuraat, omdat de nodige satellieten soms buiten bereik zijn. Dan zie je de route van links naar rechts over het pad verspringen, waardoor je soms niet duidelijk weet welke afslag de juiste is. Een track die achteraf niet opgeschoond is, komt vaak dus erg chaotisch over wanneer je hem ter plaatse wil lopen. Bekijk dus vooraf de route even op een kaart, zodat je eventuele pijnpunten opspoort vooraleer je jezelf in nesten werkt.
#2 Zelf een route samenstellen
Beide website laten ook toe dat jij als gebruiker zelf een route samenstelt. Op RouteYou kan je gebruik maken van verschillende types kaarten (topografische kaarten, Google maps, Satellietgegevens, OpenStreetMaps …) en je kan er zelfs bestaande routeringen op weergeven (GR-paden, wandelknooppunten, ruiternetwerk, …). Je kiest een startpunt uit en stippelt van daaruit een route uit. Dat kan je doen door elke afslag manueel in te voeren, of door onderweg waypoints aan te duiden die de software volgens jouw voorkeuren met elkaar verbindt (snelste route, mooiste route, knooppuntroute, fietsroute …). Zo kan je je eigen wandelingen creëren, helemaal op maat van jouw specifieke wensen.
#3 Bestaande routes downloaden
Steeds meer makers van officiële wandelroutes bieden tegenwoordig ook een gpx-bestand van hun wandelingen aan, naast het kaartje met de route en de fysieke bewegwijzering ter plaatse. Zo heb je altijd een back-up bij de hand wanneer je even de weg kwijt bent, een wegwijzer gemist hebt of de route onderbroken wordt door werkzaamheden. Neem bijvoorbeeld eens een kijkje op de website van de Grote Routepaden. Van al hun dagstappers – wandelingen van pakweg 20 tot 30 km lang – kan je met één muisklik het gpx-bestand downloaden. Ook de meeste wandelboeken hebben tegenwoordig een website waarop je hun wandelingen kan downloaden. Dan moet je wel even een paswoord intikken, om te bewijzen dat je het boek boordevol extra informatie wel degelijk hebt aangekocht.
#4 Geocaching
De geocaching community blijft groeien en staat garant voor jarenlang wandel- en spelplezier. Op de website geocaching.com maak je in een handomdraai een profiel aan, waarna je op een kaart uitdagingen in jouw buurt krijgt voorgeschoteld. Maar je kan ook uitzoomen naar eender waar ter wereld om daar de buurt te verkennen. Tijdens het geocachen ga je op zoek naar een doosje (een cache) met een logboek. Daarin noteer je je naam en de datum om te bewijzen dat je het doosje gevonden hebt. Bij een ‘traditional’ geocache krijg je rechtstreeks de coördinaten van het doosje, maar ter plaatse moet je meestal nog even zoeken. Wil je er een wandeling van maken, kies dan voor een ‘reeks’ (een set van traditional geocaches die elkaar op een logische manier opvolgen) of voor een multi (je bezoekt verschillende locaties die telkens een hint voor de uiteindelijke verstopplaats opleveren). Beginnende geocachers kiezen best voor een moeilijkheidsgraad van maximaal 2,5 sterren. Zo leer je al doende de kneepjes van het spel.
#5 Op goed geluk
Maar de meest avontuurlijke manier om je gps in te zetten … is door al wandelend alternatieve routes te creëren. Want op de meeste plekken zijn er zoveel meer interessante wegels en bospaden dan degene die opgenomen zijn in de officiële wandelingen. Met je gps in de hand kan je eender welk pad inslaan zonder het risico om verloren te lopen. Track je passen vanaf de start en haal je gps bijvoorbeeld na een uur of twee boven, om via een omweg weer de weg naar je wagen te vinden. Zo kom je gegarandeerd een pak minder andere wandelaars tegen en ontdek je verborgen parels waar je anders nooit zou passeren. Je kan ook vooraf ‘waypoints’ met bezienswaardigheden aanmaken en je weg ernaartoe verzinnen terwijl je onderweg bent. Vergeet ook geen waypoint met je parkeerplaats aan te maken!