Ga naar main content
kustconnectiviteit-c-misjel-decleer.jpg
(c) Misjel Decleer

Waarom we de Noordzee beter moeten beschermen

Het grootste natuurgebied van België? Dat ligt in de Noordzee. Bijna 37 procent van onze zee is ingekleurd als natuurgebied, met een totale oppervlakte groter dan de provincie West-Vlaanderen. En toch hebben de 2100 soorten die onze Noordzee rijk is het niet gemakkelijk. WWF-beleidsmedewerker voor de oceaan Sarah Vanden Eede gunt ons een blik onder water en vertelt waarom niet alleen de natuur gebaat is bij een gezond onderzees ecosysteem. 

Een beter beschermde zee is goed nieuws voor iedereen: van kustbewoner tot binnenlander, van zeedier tot beroepsvisser. Om het volledige plaatje te kunnen vatten, benadrukt Sarah om te beginnen hoe uniek onze ‘grijze’ Noordzee wel niet is: “De zandbanken die voor onze kust liggen, vind je bijna nergens anders ter wereld in die vorm. Mocht de Belgische Noordzee helemaal leeg lopen, dan zien we een opeenvolging van parallelle duinen. In een ideale wereld bevinden zich in de geulen tussen die zandbanken grindbedden met schelpdierbanken, die in een gezonde toestand kunnen wedijveren met een tropisch koraalrif. Ze zijn zelfs in staat om toppredatoren zoals haaien en roggen aan te trekken.”

Het zijn dan ook niet toevallig die twee habitattypes die afgebakend worden als Natura-2000 gebied, aldus Sarah: “Ze zijn super waardevol, niet alleen voor de natuur. Maar sinds het begin van de 20ste eeuw, toen we de Noordzee intensief begonnen te exploiteren, zijn ze al hun glorie verloren. De schelpdierbanken die vroeger in de grindbedden huisden, zijn nu praktisch volledig verdwenen. Dat komt o.a. door alle activiteiten die dagelijks in de drukke Noordzee plaatsvinden, ook in de afgebakende natuurgebieden: er wordt gevist (zelfs met bodemberoerende boomkorren), baggerbedrijven winnen zand om het op te spuiten op onze stranden, men doet aan recreatie, er lopen scheepvaartroutes doorheen, het leger doet militaire oefeningen en maakt er explosieven onschadelijk en er worden windmolenparken gebouwd.”  

Een zee laat zich niet omheinen

Het is niet eenvoudig om het tij te keren, want er hangt een lange geschiedenis van ‘verworven rechten’ aan het Noordzeegebruik, gaat Sarah verder. “Voor de meeste afgebakende zones is er een managementplan opgesteld met instandhoudingsdoelstellingen, maar het is erg moeilijk om die doelen ook te bereiken. Je kan de zee niet omheinen en controles zijn niet evident. Het is dus belangrijk om met de verschillende sectoren aan tafel te gaan zitten om tot principeakkoorden te komen waar we allemaal wel bij varen.

Dat lijkt tegenstrijdig, want hoe kan je bv. de visserijsector overtuigen om bepaalde zones niet meer te bevissen? “Ook vissers hebben baat bij een gedeeltelijk visverbod in de Noordzee-natuurgebieden. Door waardevolle paaigronden te beschermen, kunnen vispopulaties zich herstellen en handhaven. En dat zal je merken in de ganse Noordzee, niet alleen in de beschermde stukken. Door waardevolle delen van de zeebodem met rust te laten, zal je in de resterende zeegebieden meer vis kunnen bovenhalen.

“Die mindshift moeten we met z’n allen maken en dat lukt alleen wanneer de voordelen voor iedereen duidelijk zijn. We merken dat er een draagvlak groeit, ook bij de vissers. Ze beseffen dat hun inkomstenbronnen zullen opdrogen als ze de Noordzee verder blijven leegvissen. Door een stuk zee terug te geven aan de natuur, kunnen ze het tij keren. Wanneer vissen floreren in een beschermd gebied, ontstaat er een overvloei naar de rest van de Noordzee.”

Tien procent natuurreservaat

Nog een belangrijke peiler waar WWF voor pleit, is het aanduiden van een marien natuurreservaat dat 10% van de Belgische Noordzee omvat. Sarah licht toe wat dat precies inhoudt: “In de Europese Biodiversiteitsstrategie staat dat 100% van het land én de zee goed beheerd moet worden, dat 30% effectief beschermd moet worden in beschermde gebieden en 10% strikt beschermd moet worden in een reservaat waar helemaal geen menselijke activiteiten mogelijk zijn. Het is van belang om het volledige ecosysteem goed te beheren en bepaalde stukken volledig vrij te stellen van menselijke interactie. Alleen zo bereik je globaal een situatie waarin de natuur in staat is om zichzelf in stand te houden en te herstellen indien nodig. Je hebt die strikt beschermde gebieden nodig om de rest van de oceaan en dus ook de planeet gezond te houden.

Harnasmannetje
(c) Misjel Decleer
Harnasmannetje

Nog meer ecosysteemdiensten van de Noordzee

Bovenstaand verhaal van geven en nemen, zie je volgens Sarah wel vaker terug als het op natuurbescherming aankomt. “Dat al die beschermingsmaatregelen alleen de natuur ten goede komen, is een veel gehoord misverstand. Er is altijd het ‘groter plaatje’. Het is belangrijk om te kijken naar de ecosysteemdiensten die een bepaald natuurtype met zich meebrengt, de goede dingen die een gezond ecosysteem aan de mensheid te bieden heeft. Op zee gaat dat o.a. over het aanleveren van voedsel zoals zeewier, vis, schaal- en schelpdieren, het produceren van zuurstof via plankton, het bufferen van temperatuursveranderingen en het opslaan van CO2 uit de atmosfeer. Maar wanneer we ons verplaatsen naar de kust wordt de rol die de natuur speelt nog veel duidelijker.”

Dan heeft Sarah het over de duinengordels die op veel plaatsen letterlijk doorgesneden zijn ten voordele van dijken en flatgebouwen. “In een gezond systeem gaan zee, strand, duin en polder geleidelijk in elkaar over. Dat noemen we ‘een goede kustconnectiviteit’ en het zorgt ervoor dat de natuur - van in de zee tot in het binnenland - veel veerkrachtiger kan reageren op veranderingen. Die connectiviteit willen we zoveel mogelijk herstellen om (grote) rampen te voorkomen. Als de zeespiegel een beetje stijgt en we dan te maken krijgen met een grote storm met wind uit de juiste (beter gezegd: foute) richting, dan staat alles wat we opgebouwd hebben gegarandeerd blank. Met de toenemende klimaatverandering moeten we daar dus iets aan doen.”

Kustconnectiviteit herstellen

Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar toch bestaan er mogelijkheden om dit ambitieuze plan waar te maken. Sarah: “Er zijn veel plekken waar een weg, zonder meer, pal tussen strand en duinen ligt. Op de lange termijn loont het de moeite om te bekijken of we die weg niet gewoon kunnen verplaatsen. Dat klinkt drastisch en het zal onze toeristische uitstapjes danig veranderen, maar voor de bescherming van de kust en al wie er leeft, is het noodzakelijk, realistischer en veel duurzamer dan diezelfde dijken gewoon wat te verhogen. Volledige kustgemeenten verplaatsen is natuurlijk onbegonnen werk, maar daar zien we de mogelijkheid om een nieuwe, kunstmatige duinengordel te creëren vóór de dijk. Om het mooie uitzicht te bewaren en de kustbeleving te vrijwaren, kan zachte infrastructuur zoals zwevende paden ingericht worden in de duinen.” 

De manier waarop we nu jaarlijks stranden opspuiten met Noordzeezand, is alvast geen duurzame oplossing om problemen te voorkomen, zegt Sarah. “Als we aan dit tempo voort blijven zand winnen, dan is het zand over 50 tot 60 jaar gewoonweg op. Het is en blijft een niet-hernieuwbare grondstof die we nu ontginnen voor bouwmaterialen en kustverdediging. In dat laatste geval is het eigenlijk een vestzak-broekzakoperatie. De zandbanken zijn immers een elementair deel van ons natuurlijk kustverdedigingssysteem dat we verzwakken door ze af te graven. Daarnaast verliezen we veel van het zand dat we nu inzetten om onze stranden te verhogen. Enerzijds zitten we met een sterke, parallelle kuststroming van Frankrijk richting Nederland, die al het zand dat van onze stranden wegspoelt, meevoert richting de Westerschelde en onze Noorderburen. Anderzijds krijgt het zand op deze manier geen mogelijkheid om zich te fixeren, want dat kan enkel op plekken waar het langdurig met rust gelaten wordt en de kans krijgt op begroeiing of vegetatievorming. Als we zo verder (willen) doen, leggen we een grote hypotheek op de toekomst van onze kustgebieden. Wanneer ons zand op is, moeten we het in het buitenland gaan halen op plekken waar ze het misschien zelf nodig hebben.”

kustverdediging-c-misjel-decleer.jpg
(c) Misjel Decleer

Waarvoor ijvert WWF?

WWF bundelt de krachten omtrent Noordzeenatuur en klimaat met nog drie NGO’s (Greenpeace, Bond Beter Leefmilieu en Natuurpunt) in de 4Sea coalitie. Sarah: “Samengevat lobbyen we voor drie peilers inzake Noordzeenatuur: een herziening van de wet marien milieu waardoor de ruimte voor Noordzeenatuur effectief kan gerealiseerd worden, conform de Europese regelgeving, het afbakenen van een marien reservaat dat 10% van de Belgische Noordzee beslaat en een verbeterde kustconnectiviteit om de natuur veerkrachtiger te maken. Samen met onze partners zijn we ervan overtuigd dat het bereiken van die doelstellingen een win-win-win is: zowel de natuur, het klimaat als de mensheid worden er beter van. Een schoolvoorbeeld van duurzame oplossingen!”

Meer over


Gerelateerde artikels