Ga naar main content
fullsizeoutput-2e9.jpeg

Vogelgeluiden herkennen: hoe begin je eraan?

De natuur klinkt de laatste weken steeds luider. Van overal komt het getsjilp en gekwetter je tegemoet, haast oorverdovend kondigen vogels de lente aan. Maar behalve het herkenbare riedeltje van de kleine winterkoning - een huisgast in onze tuin - moet ik tot mijn schaamte bekennen dat ik haast geen enkele soort herken op gehoor. En daar wil nu eindelijk eens verandering in brengen. 

De natuur in met een app die vogelgeluiden herkent

Tijdens mijn eerste poging om de zangkunsten van wilde vogels te doorgronden, wil ik het mij graag gemakkelijk maken. Ik installeer de app BirdNET die het vuile werk voor mij moet opknappen. Dat gaat heel makkelijk: wanneer je de app opent, begint hij meteen met het opnemen van alle omgevingsgeluiden. Op een grafiek (of spectrogram) ‘zie’ je de geluiden binnenstromen. Wil je een geluid analyseren, dan stop je de opname en duid je het interval aan waar je meer info over wil krijgen. 

Tijdens mijn eerste proeftocht hoor ik een vogel die telkens driemaal na elkaar hetzelfde fluitje zingt. BAM! Zanglijster, zegt de app. Ik krijg er meteen ook een waarschijnlijkheid bij: de app zegt ‘vrijwel zeker’ te zijn van de determinatie. Ik maak een mentale nota van dit geluidje en categoriseer ‘fluit-fluit-fluit’ onder de noemer zanglijster. Maar al snel blijkt dat zowat de volledige schare aan geluidjes die ik tijdens mijn tocht opneem bij diezelfde vogel horen … Eén ding hebben de klanken gemeen: op mijn grafiekje hebben ze allemaal ongeveer dezelfde toonhoogte. Conclusie: de zanglijster herken je door op de toonhoogte te letten. 

Ondertussen hoor ik ook een heleboel andere vogels zingen, tsjilpen, roepen en lachen. Maar hun stemtimbre is té zacht om door te dringen tot de microfoon van mijn smartphone. Eén keer heb ik geluk, wanneer ik ‘s avonds door de tuin wandel. Ik hoor een prachtig lied dat volgens BirdNET bij de roodborst hoort. Over smaken valt niet te twisten, maar als je ‘t mij vraagt zingt hij mooier dan de zanglijster. What’s in a name … 

Hulplijn gezocht: op pad met vogelspotters

Na een weekje appen besluit ik dat ik professionele hulp nodig heb. Niet omdat ik vogelstemmen in mijn hoofd hoor, wel omdat ik niet langer wil aanmodderen en verlang naar een vliegende start. Ik spreek af met Anna Schneider en Wout De Rouck, die er geregeld samen op uit trekken om met ogen en oren vogels te spotten. Anna is één van ‘Dé Duifkes’, een vogelwerkgroep met enkel vrouwelijke leden. Wout is de wandelende vogelencyclopedie die Anna al een tijdje helpt met het leren herkennen van vogelgeluiden. 

Vogelspotters Anna Schneider en Wout De Rouck
Vogelspotters Anna Schneider en Wout De Rouck

Daar is het nu het ideale seizoen voor, volgens Anna: “Over enkele weken maken zowat alle vogels van hun oren en weet je niet waar eerst luisteren. Op dit moment is het nog behapbaar. Zelf ben ik begonnen met het observeren van mijn tuinvogels in de winter. Dan kan je makkelijk onderscheiden wie wanneer roept of zingt. Daarna begon ik per familiegroep mijn kennis bij te schaven, op die manier zorg ik ervoor dat ik niet verdrink in informatie.” 

We hebben bij zonsopgang afgesproken in Anderstad, een vogelparadijs in de Lierse Beneden-Netevallei. Al na enkele passen gaat alle aandacht naar een klein vogeltje dat zaadjes plukt uit de top van een rietpluim. Tussendoor zet hij regelmatig luid zijn keel open. “Deze rietgors zullen we vandaag nog vaker tegenkomen”, volgens Wout: “In de winter zien beide geslachten er hetzelfde uit, maar nu het voortplantingsseizoen ingezet is, heeft het mannetje een mooie zwarte kop gekregen. Hij zingt om vrouwtjes het hof te maken.” 

De ochtendstond is het beste moment om naar vogels te luisteren
De ochtendstond is het beste moment om naar vogels te luisteren

Eén vogel, veel geluiden

Het is ongetwijfeld een voordeel om een zingende vogel voor de lens van je verrekijker of telescoop te krijgen. Een geluid opslaan op je harde schijf lukt beter als je er een gezicht op kan plakken. Wout: “Ik heb de vogelgeluiden geleerd door als kind op pad te gaan met mijn nonkel, maar vooral ook door op zoek te gaan naar de bron van een geluid. Je spitst de oren en tuurt door je verrekijker, in de hoop de brenger van al dat lawaai te spotten. Als dat lukt, dan kan je de vogel determineren met behulp van een vogelgids.”

De grote moeilijkheid is echter dat elke vogel niet één, maar meerdere geluiden maakt, gaat Wout verder: “De meeste vogels hebben een ‘zang’ en een ‘roep’. Vooral de mannetjes zingen, tijdens het broedseizoen, om vrouwtjes te imponeren en hun territorium kenbaar te maken. Roepen doen vogels o.a. om alarm te slaan en tijdens het vliegen.” Dat je de vogels niet jaarrond hoort zingen, maakt geluiden herkennen een echte uitdaging, zegt Anna: “In het voorjaar leer ik intensief bij, maar voor ik het weet is het zangseizoen voorbij en moet ik acht tot tien maanden wachten om de vogels weer te kunnen horen zingen. Je moet je kennis dus elk jaar opnieuw opfrissen om bij de pinken te blijven.” 

Verborgen zangers

We zien tijdens onze wandeling inderdaad nog een heleboel rietgorzen naar vrouwtjes lonken, maar één ander geluid trekt bijzonder veel aandacht van mijn medespotters: “Hoor je die explosieve klanken aan de overkant van de vijver? Dat is Cetti’s zanger. De meeste mensen zeggen ‘set-tie’, maar deze klimaatvogel is vernoemd naar een Italiaans onderzoeker dus moet het eigenlijk ‘tsjé-tie’ zijn. Het is een klein, bruin vogeltje dat je haast nooit te zien krijgt omdat zich onderaan in het riet verstopt. Maar hij roept luid, je kan haast niet missen,” vertelt Anna al turend naar de overkant. We zullen deze Italiaan vandaag nog vaak te horen krijgen, maar zien, doen we hem niet. 

“Hoor, een baardman”, fluistert Wout plots. Ik hoor niks, zelfs niet wanneer ik herhaaldelijk érg veel moeite doe om in de aangewezen richting te luisteren. Het helpt natuurlijk niet dat ik geen idee heb welk geluid ik eruit moet filteren, dus haalt Wout zijn smartphone boven en laat me een herhaaldelijk zacht ‘ptjiu - ptjiu - ptjiu’ horen. We naderen de vogel, maar deze besnorde rietklimmer laat zich niet zien. 

Van links naar rechts: rietgors (Yves Adams), baardman (Yves Adams), Cetti's zanger (Hugo Willocx)
Van links naar rechts: rietgors (Yves Adams), baardman (Yves Adams), Cetti's zanger (Hugo Willocx)

Ezelsbruggetjes

De baardman is duidelijk te hoog gegrepen voor mij, dus focussen we terug op de iets makkelijkere soorten. Het gelach dat continu over het water schalt, bijvoorbeeld. Anna: “Dat is de dodaars, de kleinste fuut in België. Ik gebruik graag ezelsbruggetjes om geluiden te onthouden. Bij de tjiftjaf is dat heel gemakkelijk: die klinkt zoals hij heet. Je hoort hem overal, maar weinig mensen beseffen het. Eens je het geluid onder de knie hebt, merk je pas hoe alomtegenwoordig hij is.”

Er vliegt een troep ganzen over onze hoofden en ik vraag me luidop af of je dan ook het verschil kan horen in hun gegak. Wout lacht: “Natuurlijk is er een verschil. De grauwe gans maakt zowat het standaard ganzengeluid, terwijl de Nijlgans heel hees klinkt. De Canadese gans roept dan weer eerder trompetterend.” Een beetje verderop stijgt een zwaan op en met elke vleugelslag klinkt er een geluid als een blaasbalg die lucht uit haar longen perst. “Het is puur de vleugelslag die je nu hoort en zo weet je zeker dat het een knobbelzwaan is. De wilde zwaan en de kleine zwaan vliegen geruisloos.” 

Vogelspotten in Anderstad

Huiswerk

Het totale aantal vogelgeluiden dat de revue passeert, kan ik onmogelijk navertellen. Het schelle fluitje van de ijsvogel, de luid lachende groene specht, het ‘suskewiet’ van de vink, de heldere zang van de heggenmus, het ‘tii-taa-tii-taa’ van de koolmees … Anna geeft nog enkele tips mee voor thuis: “Je trekt er best ‘s morgens vroeg op uit, dan zingen de vogels het luidst. Ook bij valavond zetten sommige vogels terug hun keel open. Focus eerst op wat je thuis tegenkomt en oefen die soorten. Een CD opzetten met vogelgeluiden werkt minder goed voor mij, omdat de geluiden te afgelikt zijn. In de natuur hoor je ze nooit zo helder.”

Vanaf nu maak ik dus elke ochtend een half uur de tijd om de bezoekers van onze tuin beter te leren kennen. De app verdwijnt even op de achtergrond en wordt vervangen door een verrekijker. Spiedend wandel ik door het gras en bekijk ik aandachtig elke struik tot ik een vogel op zingen betrap. En zo hoop ik traag maar gestaag mijn mentale lijstje met geluiden uit te breiden. Een werk van lange adem, maar het begin is gemaakt! 

Meer over


Gerelateerde artikels