Dwergvleermuis
Uitgetest: Vleermuizen zoeken met een batdetector
Geruisloos fladderen ze bij nacht door onze bossen en tuinen. Wie geluk heeft, ziet hun schichtige silhouet afsteken tegen het maanlicht. Een onverwachts wauw-moment! En dat terwijl vleermuizen eigenlijk de ganse nacht door kabaal maken, alleen horen wij dat niet. Onze Natuur dook de nachtelijke bossen in - uitgerust met een batdetector en onder deskundige begeleiding van boswachter Jean-Pierre Nicaise (Natuur en Bos) - om te horen wat niemand horen kan.
We spreken af aan het kasteeldomein Leeuwenhof in Drongen, waar Jean-Pierre me bij zonsondergang staat op te wachten. Het toestel dat hij bij heeft is kleiner dan ik dacht, amper een kleine smartphone groot maar dan aanzienlijk dikker. “Deze batdetector is in staat om vleermuizengeluiden te horen”, legt Jean-Pierre uit. “Om te navigeren stoten vleermuizen tonen uit die hoger zijn dan ons oor kan horen. Het geluid weerkaatst op voorwerpen in de omgeving. Aan de hand van de echo van zijn eigen roep, weet een vleermuis hoe hij hindernissen kan ontwijken én waar hij een prooi kan onderscheppen.”
Elke vleermuis roept zoals hij gebekt is
Het menselijke oor kan geluiden waarnemen die de lucht 20 tot 20.000 keer doet trillen per seconde. Hoe sneller de trilling, hoe hoger het geluid. Als kind halen we die 20.000 Hertz nog makkelijk, maar met het verstrijken van de jaren worden onze oren minder gevoelig aan hoge tonen.
De frequenties waarop vleermuizen communiceren liggen tussen de 18.000 en 120.000 Hertz. Kinderen kunnen de allerlaagste vleermuisgeluiden soms nog waarnemen, maar als volwassene hoef je er niet op te rekenen. Gelukkig is daar: de batdetector. Die zet de onhoorbare, ultrasone tonen om in een geluid dat wij wél kunnen horen. Je kan op het toestel instellen op welke frequentie je wenst te zoeken - want elke vleermuis heeft een ander bereik.
Dwergvleermuis laat zich zien
Na de technische uitleg is het tijd voor het echte werk. We laten de kasteelvijver even voor wat hij is en trekken het donkere bos in. Met zijn batdetector in de hand, neemt Jean-Pierre het voortouw. Handig stelt hij continu de zoekfrequentie bij, tot we prijs hebben. Uit het toestel komt een krakend getik, dat steeds luider wordt - tot de vleermuis in kwestie zich ook in het echt laat zien. “Een dwergvleermuis! Die horen we rond 40.000 Hertz. Het is onze meest algemene vleermuizensoort, die een heel herkenbare reeks tikken uitstoot.”
Onze eerste vliegende vriend vliegt heel regelmatig, bijna ritmisch, af en aan. “Maar dat is niet om ons te inspecteren”, lacht Jean-Pierre. “Vleermuizen hebben geen schrik van mensen, ze zien ons niet als vijand. We hoeven dus niet ongerust te zijn dat we hen verstoren met onze aanwezigheid. We staan hier waarschijnlijk vlak onder de jachtroute van deze dwergvleermuis. Ze weet dat hier veel insecten te rapen zijn. Als je goed luistert, hoor je soms een versnelling van de tikjes - dat is het moment waarop de vleermuis snel nog enkele tandjes bij steekt om haar prooi te verschalken.”
Stoomcursus vleermuissoorten
We zetten onze wandeling verder en Jean-Pierre vertelt me alles over ‘droge en natte’ tikken, over de snelheid van tikken, de klankkleur van verschillende soorten, hun vlieg- en jaagwijzes … Ongemeen boeiend, al is het veel om meteen in de praktijk om te zetten: “De kleine vleermuizen hebben een relatief snelle tik, zoals de dwergvleermuis van daarnet. Een geoefend oor hoort ook het verschil tussen de gewone en de ruige dwergvleermuis - die laatste tikt een ietsiepietsie trager. De dwergen roepen met wat ik noem een ‘natte’ tik, zeg maar een tik met een bepaalde klankkleur. Andere kleine soorten, zoals de watervleermuis en de baardvleermuis, hebben een veel ‘drogere’ roep: ták-ták-ták-ták-ták. Als je ze naast elkaar hoort, weet je het meteen, maar nu is het nog te vroeg op de avond voor hen om zich te laten horen.”
Ondertussen wordt het donkerder en donkerder, maar we vertrouwen op onze ogen en halen geen zaklamp boven. Jean-Pierre houdt onderweg zijn batdetector in de aanslag om te horen wat we niet kunnen zien. Het doet me wat denken aan het scannen van de bodem met een metaaldetector, al zijn de schatten die wij zoeken natuurlijk veel mobieler en daardoor misschien moeilijker te lokaliseren.
Soms kan je zelfs als geoefend vleermuizenspotter twijfelen over wat je hoort. Daarom neemt Jean-Pierre af en toe geluiden op, die hij achteraf analyseert met behulp van speciale vleermuizensoftware. “Ook is niet elke soort even makkelijk waar te nemen. De kleine soorten hoor je alleen als ze dichtbij zijn, maar grotere soorten zoals de rosse vleermuis en de laatvlieger kan je tot op 50 of zelfs 100 meter detecteren. Door hun krachtige vleugelslag persen ze meer lucht in en uit de longen, waardoor ze luider kunnen roepen. Bovendien produceren ze een lagere geluidsfrequentie die sowieso verder draagt. De grootoorvleermuis is dan weer amper tot op een vijftal meter te horen op de batdetector. Ze is minder afhankelijk van echolocatie en durft ook wel op zicht jagen. Ze hangt dan te bidden zoals een roofvogel, klaar om toe te slaan.”
Watervleermuis
Vleermuizen op vrijersvoeten
Nu de nacht helemaal gevallen is, keren we terug naar de kasteelvijver. Onderweg detecteert de batdetector een reeks snelle, droge tikken: baardvleermuizen. Het verschil is best duidelijk, ook voor een ongeoefend oor - al kan dat ook te maken hebben met de hopen dwergvleermuizen die we vanavond al hoorden passeren.
We zoeken een plekje vanwaar we het wateroppervlak goed kunnen zien, zodat de geluiden ongehinderd tot bij het toestel geraken. “Watervleermuizen jagen op zo’n 10 cm boven het water en met een warmtecamera zou je hen hier ook effectief over het water zien scheren. Nu horen we hen alleen maar, met serie snelle tikken. Het stopt niet, ze zijn bijna continu op jacht.” Jean-Pierre neemt een stukje van het geluid op en heeft zowaar nog een verrassing in petto: “Als ik dit afspeel, hoor je alle frequenties tegelijk. De fluitende toon die je hoort, is een ‘sociale roep’. Het voortplantingsseizoen is immers volop bezig en dit mannetje maakt een vrouwtje het hof.”
Dat vleermuizen zo laat op het jaar pas op vrijersvoeten zijn, heeft een speciale reden: “Vleermuizen gaan op het einde van de zomer wel met elkaar paren, maar de bevruchting laat nog lange tijd op zich wachten. Het vrouwtje bewaart het sperma een volledige winter lang in haar lichaam. Pas na de winterslaap wordt de bevruchting voltooid en begint de vrucht te groeien. Dat heeft als voordeel dat de vleermuizen tijdens de paartijd in optimale conditie zijn en dus veel energie over hebben om sperma aan te maken. Na hun winterslaap zijn de pas gewekte vleermuizen tot de helft van hun lichaamsgewicht verloren en focussen ze zich op aansterken. Tegen de tijd dat de jongen geboren worden, is het insectenseizoen volop aan de gang. Vleermuisvrouwtjes krijgen trouwens meestal maar één jong. Daartegenover staat dat vleermuizen erg oud kunnen worden in vergelijking met andere kleine zoogdieren. De dwergvleermuis bereikt een leeftijd van ongeveer 5 jaar, maar de grotere soorten gaan soms tot 30 jaar mee.
Politiecontrole
Na deze mooie afsluiter, wandelen we terug richting parking. Het heeft iets rustgevends, ‘s nachts in het donker door de bossen struinen. Behalve de geluiden van de natuur, hoor je er niks, en je ogen hangen af van de maan. Het maakt je zintuigen dubbel zo scherp, goed voor dubbele punten op de bosbad-schaal!
We zijn trouwens niet helemaal onverlicht, de batdetector en het opnameprogramma van mijn smartphone geven toch een klein beetje licht. Dat is ook de politie niet ontgaan, die toevallig aan de rand van het bos aan het patrouilleren is. “Het is niet de eerste keer dat ik tijdens een vleermuisonderzoek op de politie stuit, maar dan leg ik even uit wat we hier aan het doen zijn. We hebben hier in het Gentse geen avondklok, dus voorlopig kunnen we gewoon onze gang gaan!” Vlak voor we afscheid nemen, worden we nog getrakteerd op een traag, onregelmatig getik uit de batdetector, dat doet denken aan een Spaanse castagnettespeler. Dan toch nog een grote vleermuis gespot: de laatvlieger!
Laatvlieger
Zelf vleermuizen spotten?
Heb je zin gekregen om zelf vleermuizen te horen? Een eenvoudige batdetector heb je al voor ongeveer €200, vergelijkbaar met een instapmodel verrekijker. Op deze webpagina kan je de verschillende geluiden beluisteren en een handleiding voor beginners downloaden.
Tijdenshet laatste weekend van augustus vindt de Europese Nacht van de Vleermuis plaats en kan je op verschillende plaatsen in het land mee op stap met een ervaren gids - al gaan niet alle activiteiten dit jaar door omwille van de coronamaatregelen.
Wil je graag vleermuizen in je eigen tuin? Lees dan hier op welke manier je een echt vleermuizenparadijs creëert!