Ga naar main content
bruine-winterjuffer-header.jpg
Stijn Smits

Kan je libellen ook in de winter zien?

De winter lijkt stilaan over zijn hoogtepunt heen, al mogen we een fikse koudeprik de komende weken zeker nog niet uitsluiten. Na een periode met milde temperaturen voor de tijd van het jaar kan het kwik zeker nog aardig flirten met de nul graden. De echte winterslapers blijven dus best nog even in hun schuilplekje, voor ze hun poten weer strekken of de overgang van larve naar volwassen individu inzetten. Net als de meeste insectensoorten komen ook libellen de koude maanden door als eitje of larve, al kan je in deze periode ook één uitzondering tegenkomen: de bruine winterjuffer. Je moet er wel goed naar zoeken!

De meeste libellen zijn geen lang leven beschoren. Het grootste deel van hun bestaan op deze planeet brengen ze door in de vorm van een larve, die in het water of ingegraven in de bodem leeft. Eens ze zich verpoppen tot een volwassen libel, vliegen ze vaak niet langer dan enkele luttele weken of hooguit een paar maanden rond. Nog voor de winter aanbreekt, hebben ze het tijdelijke al voor het eeuwige gewisseld. In die korte tijdspanne tussen larve en dood moeten ze een partner vinden om mee te paren en hun eitjes leggen, die ze goed verstoppen op een veilig plekje. Dat doen ze meestal in of dicht bij het water, zodat de kleine larfjes meteen toegang hebben tot hun ‘à volonté’ buffet zodra ze uit het ei komen.   

Het larvestadium kan, zeker bij grotere libellensoorten zoals de glassnijder en de metaalglanslibel, meerdere jaren duren. Enkel wanneer de temperaturen hoog genoeg zijn, kan de larve immers uitgroeien – of ‘uitsluipen’, zoals dat heet – tot een volwassen libel. Bij de gewone bronlibel is het net omgekeerd: zij heeft het koele water van een fris en schoon bronbeekje nodig, want haar larven komen enkel tot ontwikkeling bij een lagere temperatuur. Die ontwikkeling vindt plaats in de vorm van verschillende vervellingen: telkens de larve een ‘huid’ afwerpt, krijgt hij meer en meer de looks van een echte libel. Een traag en geleidelijk proces, dus!

bruine-winterjuffer.jpg
Lars Soerink

Toch is er ook één libellensoort die de winter doorbrengt als imago of volwassen dier en dat zijn de winterjuffers. What’s in a name … Van vrieskou, ijs en sneeuw hebben zij duidelijk geen last! De noordse winterjuffer komt in ons land voorlopig niet voor, maar de bruine winterjuffer laat zich wel steeds vaker zien, vooral in de heide- en vennengebieden van de Antwerpse Kempen. Ondiepe plassen die snel opwarmen zijn ideaal voor de ontwikkeling van de larven en de heidevegetatie biedt voor de volwassen exemplaren ruim voldoende schuilplekken om ongemerkt de winter door te komen. Dankzij haar onopvallende, zandkleurige lijf met donkerbruine vlekken en bruine ogen blijft ze uit het vizier van haar natuurlijke vijanden. Ook haar beperkte lengte van drie tot vier centimeter speelt in haar voordeel. Haar vleugels vouwt ze tijdens haar ‘winterslaap’ strak tegelijk elkaar aan, langs één zijde van haar achterlijf. 

Eens de temperaturen milder worden, is de bruine winterjuffer de eerste libel die je bij ons kan zien rondvliegen. De écht vroege vogels gaan al op verkenning in februari, maar pas in maart en vooral in april strekt het merendeel zijn vleugels uit. Zij worden op de voet gevolgd door de soorten die overwinteren in het laatste stadium van hun larvenbestaan, zoals de vuurjuffer en de glassnijder, die wel met honderden tegelijk uit het water kunnen opstijgen. Libellen die als eitje of in een vroeg larvestadium de winter doorkomen, moeten tijdens de lente eerst nog wat ontwikkelingen ondergaan en tonen zich pas later op het jaar aan het grote publiek.

Meer over


Gerelateerde artikels