Ga naar main content
Bultrug
Bultrug
Rollin Verlinde

Hoe onmisbaar zijn walvissen (en hun kak)?

België is geen belangrijk walvisland, maar dat wil niet zeggen dat we geen vruchten kunnen plukken van een gezond walvissenbestand in de zeeën en oceanen om ons heen. Meer nog: walvisachtigen bieden een (deel van het) antwoord op twee van de belangrijkste crisissen die onze aarde zoals we haar nu kennen momenteel bedreigen: de achteruitgang van de biodiversiteit en het klimaatvraagstuk. Hoe het welzijn van de walvis de wereld kan redden, doen we uit de doeken in dit artikel. Spoiler alert: het antwoord zit verscholen in tonnen en tonnen walviskak! 

Sinds in 1987 het moratorium op de walvisjacht werd afgekondigd, kunnen we ook in ons deel van de Noordzee zien dat het op heel wat vlakken beter gaat met de populatie aan walvisachtigen. De bruinvis is terug van weggeweest en de witsnuitdolfijn wordt regelmatig gespot voor onze kust. Maar ook dwaalgasten nemen vaker dan vroeger de afrit ‘Belgische Noordzee’, al loopt dat niet altijd goed af. De bultrug die aan het begin van de zomer voor de kust van Knokke resideerde, strandde enkele weken later in Nederland.  

Dat walvissen het in onze (buur-)zeeën beter lijken te doen, heeft vast en zeker te maken met het verbod op de commerciële vangst van grote walvissen dat sinds 1987 van kracht is. Toch moeten we daarbij de kanttekening maken dat helaas niet elk land erop ingetekend heeft. Daarnaast zijn er achterpoortjes in het moratorium die toelaten om dieren voor wetenschappelijke doeleinden te bejagen. Door ‘creatief’ om te springen met hun aanvragen, weten sommige walvisvaarders zo toch nog hun buit binnen te halen. 

Hoewel de cijfers er hier bij ons helemaal niet slecht uitzien, gaat het volgens een opiniestuk in een rapport uit 2021 over strandingen aan de Belgische kust eigenlijk helemaal niet zo goed met de walvissen wereldwijd. Moderne bedreigingen zoals geluidsvervuiling, bijvangsten en aanvaringen nemen toe en sommige soorten dreigen zelfs voor altijd uit te sterven. 

Strategisch gedropte walviskak

Maar waarom zijn die grote zeezoogdieren dan zo belangrijk om in stand te houden? Dat heeft veel te maken met de bewegingen die ze maken in diepe oceanen. Walvissen verzetten enorm veel voedsel, dat ze liefst opduiken in diep, voedselrijk water. Maar even vaak zijn ze aan het wateroppervlak te vinden, al is het maar omdat ze als zoogdier op tijd en stond hun longen moeten vullen met verse lucht. Van die tripjes naar de bovenwereld maken ze gebruik om zich te ontdoen van grote hoeveelheden walvismest - tot 3 ton per dag voor de blauwe vinvis. Ze spelen dus een belangrijke rol in het terug naar boven brengen van nutriënten die anders gedoemd zouden zijn om op de zeebodem te blijven liggen. Wetenschappers noemen die verticale beweging de ‘whale pump’ of de ‘walvispomp’. 

In de mest van walvissen zitten belangrijke voedingsstoffen voor fytoplankton, minuscule organismen die aan fotosynthese doen. Ze hebben dus licht nodig om te groeien, maar zetten daarbij ook het broeikasgas CO2 om in zuurstof. Klinkt dat niet als muziek in de oren, in een tijdperk waarin we op alle mogelijke manieren CO2 uit onze atmosfeer proberen te weren? Wie dan ook nog eens beseft dat ongeveer 50% van alle zuurstof in de aardatmosfeer afkomstig is van fytoplankton, kan zich afvragen waarom er niet veel meer moeite gedaan wordt om walvissen in ere te houden. Hoe meer walvissen er rondzwemmen, hoe meer walviskak er gedropt wordt aan het zee-oppervlak en hoe meer CO2 fytoplankton kan omzetten in zuurstof. En daar vaart ons klimaat wel bij. 

En het verhaal wordt nog beter. Want ook wanneer een walvis het loodje legt, draagt hij nog steeds zijn steentje bij. Vanaf dat moment vervult hij een gelijkaardige functie als dode bomen die men niet opbrandt, maar verwerkt tot houten producten of zelfs gewoon laat liggen in het bos. Een walviskadaver dat naar de bodem van de oceaan zinkt, zit bomvol ‘blauw koolstof’ dat soms pas duizenden jaren later weer vrijgegeven wordt. Een dode walvis slaat dus op natuurlijke wijze CO2 op, zonder dat daar hoogtechnologische snufjes voor nodig zijn. 

Dwergvinvis
Yves Adams
Dwergvinvis

Hoe zit het dan met de biodiversiteit?

Zuurstof produceren is niet het enige nut van fytoplankton, het vormt ook het ultieme basisvoedsel van alle andere soorten in het mariene voedselweb. Zonder fytoplankton stuikt de hele piramide in elkaar, het is dus broodnodig om dat in stand te houden. Met meer fytoplankton floreert ook het dierlijk plankton én krijgen heel wat kleinere (vis-)soorten betere kansen. Vissers claimen wel eens dat visetende walvissen hun oogst afpakken, maar je zou dus net zo goed het omgekeerde kunnen stellen. 

Net zoals dat bij grote landroofdieren het geval is, oefenen walvissen ook een meer directe invloed op hun omgeving uit door de keuze van hun prooien. Wanneer walvissen bijvoorbeeld grotere schaaldieren verkiezen, krijgen kleinere, kortlevende kreeftachtigen een evolutionair voordeel. Vallen diezelfde walvissen weg, dan nemen grotere soorten de overhand en zijn die - meer diverse - andere soorten de dupe. 

Een lans voor de walvis

Hoewel sommige rapporten voorzichtig spreken over een vooruitgang van walvisachtigen - in onze Noordzee én in de rest van de wereld - komt de situatie op dit moment nog lang niet in de buurt van hoe ze ooit geweest is. Van de oorspronkelijke wereldpopulatie aan blauwe vinvissen (de grootste walvissen ter wereld) schieten er naar schatting slechts 2,5% over. Andere soorten doen het niet veel beter. We hoeven er vast geen tekeningetje bij te maken: er is werk aan de winkel. Als rasechte ‘mariene ecosysteem ingenieurs’ spelen walvissen een onmisbare rol in het bestrijden van de klimaatverandering. Hoog tijd dat we naast zonnepanelen, windmolenparken en biobrandstoffen ook het voortbestaan van de walvis hoog op de prioriteitenlijst zetten. 

Meer over


Gerelateerde artikels