Bruinvis
De bruinvis is een actief zoogdier dat graag rondtrekt. De laatste jaren wordt de kleinste telg uit de walvisfamilie steeds vaker bij ons gesignaleerd. Ondanks zijn naam is het dier toch niet bruin. Wat weten we nog over deze tandwalvis? Lees via welke weg de bruinvis bij ons terechtkwam en hoe hij leeft, jaagt en paart in onze wateren.
Herken de bruinvis
(Phocoena phocoena)
Bruinvissen spotten in het Belgische deel van de Noordzee is geen uitzondering meer. Denk je er een te zien? Dit is hoe je de bruinvis herkent:
- Hij meet 1,5 tot 2 meter lang en weegt tussen 40 en 75 kg.
- Zijn snuit (rostrum) is kort en plat en is beschermd door een vetknobbel die ook wel ‘meloen’ wordt genoemd.
- Hij heeft een fors, gespierd lichaam met een driehoekige rugvin en platte staartvin
- Ondanks zijn naam is zijn rug grijs en zijn buik licht, bijna wit
- Vrouwtjes zijn iets groter dan de mannetjes
Op het menu
De bruinvis is een tandwalvis en eet graag kleine vissen zoals haring, kabeljauw en sprot. Aan de Belgische noordzeekust eet de bruinvis ook platvis zoals tong, schar of tarbot. Bij gebrek aan vis, kiest hij voor kreeften, inktvis of garnalen. Die eet hij in grote hoeveelheden want een bruinvis heeft 5 kg voedsel per dag nodig. Hoewel hij niet heel groot is voor een walvis verbruikt de bruinvis veel energie. In koud water moet hij zijn lichaamstemperatuur op peil weten te houden. Zijn dikke vetlaag helpt hem daarbij.
De bruinvis jaagt via echolocatie: hij zendt geluiden uit en identificeert en lokaliseert zijn prooi via de echo’s die terugkeren. Eens hij zijn prooien in de gaten heeft, gaat hij eropaf en slokt hij ze op. De bruinvis is een solitair zoogdier. Een van de zeldzame momenten waarop je hem in de buurt van soortgenieten ziet, is in de buurt van een school vissen. Aangezien zijn dieet voornamelijk uit kleine vissen bestaat, is de bruinvis bijna onophoudelijk op zoek naar voedsel en moet hij honderden tot duizenden vissen vangen om te overleven.
Leefgebied
Bruinvissen leven in koud, ondiep water met een temperatuur onder 17 °C. In de Belgische Noordzee worden steeds vaker bruinvissen gesignaleerd. Af en toe zwemmen ze zelfs in de Wester- en Oosterschelde. Bruinvissen kunnen zowel in zout als brak en zoet water overleven. Naar schatting leven er tussen de 5.000 en 10.000 bruinvissen in Belgische wateren. Steeds meer bruinvissen komen onze richting uit door overbissing in hun gebied van herkomst in de buurt van Schotland.
Bruinvisliefde
Bruinvissen leven vaak alleen, soms in groepjes van 3 à 5 dieren. Mannetjes zijn geslachtsrijp wanneer ze 2 tot 4 jaar oud zijn. Vrouwtjes zijn pas iets later, op de leeftijd van 5 of 6 jaar, klaar om te paren. De paarperiode loopt van juni tot begin augustus. Na 11 maanden komt één kalfje, uitzonderlijk twee, ter wereld, meestal in juli. Bij de geboorte meet een bruinvis 80 cm en weegt het 5 kg. De moeder zoogt haar jong 8 tot 10 maanden, en leert haar kalfje ondertussen jagen op vis. Een jonge bruinvis kan pas voor zichzelf zorgen op 1-jarige leeftijd, wat verklaart waarom de wijfjes slechts om de twee jaar paren.
Relatie met de mens
Bruinvissen zijn heel actief en beweeglijk, en dat is geen toeval. Ze verplaatsen zich regelmatig op zoek naar nieuwe leefgebieden waar ze niet bedreigd worden door menselijke activiteiten. Vissers zijn hun rechtstreekse concurrenten. Aangezien de Noordzee een belangrijk visgebied is, hebben bruinvissen het vaak moeilijk om zelf voldoende voedsel te vinden. Overbevissing voor de kust van Schotland heeft er tot geleid dat bruinvissen richting onze regio zijn gezwommen. Soms vangen vissers ook een bruinvis in hun netten tussen andere vissoorten. In 2018 onderzocht het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) de doodsoorzaak van o.a. verschillende gestrande bruinvissen. De zoogdieren stierven door een gebrek aan voedsel (extreem gewichtsverlies), door rivaliteit om prooien (o.a. aanvallen van grijze zeehonden) of onopzettelijke vangst door vissersboten. Eens een bruinvis verstrikt raakt in een vissersnet, vecht hij voor zijn leven om te ontsnappen. Daarbij verdrinkt het dier of loopt hij dodelijke verwondingen op. Om dit te voorkomen, gebruiken sommige vissers akoestische afweermiddelen om de bruinvissen af te schrikken.
Watervervuiling is een andere, belangrijke doodsoorzaak. Veel zeedieren en ook bruinvissen raken verstrikt in of verstikken door plastic en ander afval in het water. Andere vormen van vervuiling zijn de verontreinigende stoffen zoals olie afkomstig van olie-, gas- of zandwinning. Daarnaast krijgen bruinvissen soms zware metalen binnen en krijgen ze te maken met geluidsoverlast veroorzaakt door olieboringen.
De bruinvis is duidelijk kwetsbaar en is daarom beschermd. Vissen op bruinvissen is absoluut verboden. Kom je een gestrande bruinvis tegen aan de kust? Meld het bij de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en het Schelde estuarium (BMM/UGMM).
Wist je dat de bruinvis...
- tijdens de jacht klikgeluiden maakt met een frequentie tussen 120 en 145 kHz om via echolocatie prooien op te sporen?
- een snelheid van 23 km/u kan halen wanneer hij jaagt?
- nooit uit het water zou springen zoals een dolfijn maar enkel waarneembaar is aan de rugvin die hij boven het wateroppervlak uitsteekt?
- verschillende natuurlijke vijanden heeft zoals orka’s, haaien en grijze zeehonden?