Ga naar main content
img-5145.jpeg

Het verhaal van Reinaert de stadsvos

Dat er vossen rondlopen in het Brussels hoofdstedelijk gewest, is al lang geen geheim meer. Maar dat de dieren allesbehalve mensenschuw zijn, zal je misschien verbazen. Geregeld duiken er foto’s op van stadsvossen die zich tot op enkele meters van mensen wagen, slapen onder tuinhuizen of komen drinken van zwembaden. Hoe is het zover kunnen komen? En hoe leef je best samen met zo’n ‘tuinvos’?

Vossen zijn echte opportunisten

Olivier Beck, bioloog bij Leefmilieu Brussel, weet hoe het allemaal begon: “Er zijn altijd al vossen geweest in het Zoniënwoud ten zuidoosten van Brussel. Begin jaren ‘80 zetten ze voor het eerst stappen in de woonwijken aan de rand van het grote loofbos. Enkele vossen bleken kloek genoeg om zich in de buurt van mensen te wagen en zagen er ook de voordelen van in. Veel mensen associëren Brussel met drukte, maar voor een vos liggen de kaarten anders. Hij vindt er voldoende rust en voedsel, en bovendien is er een jachtverbod in het gewest. De vos ervaart er dus minder stress - als hij leert omgaan met de mens, tenminste.”

En die mens maakt het de vos wel érg gemakkelijk, vertelt Koen Van Den Berge van het INBO: “Vossen zijn opportunisten: ze zijn niet kieskeurig en eten wat ze vinden. In de stad leven muizen en ratten, en daarnaast vindt de vos ook tussen ons afval regelmatig wat lekkers. Maar dat is onvoldoende om de grote populatie aan stadsvossen te verklaren. Wat er dan wél aan de hand is, is dat mensen bewust voedsel buiten leggen om de vos naar hun tuin te lokken. Net zoals anderen vogels voederen of zwerfkatten verzorgen, hebben ook vossen hun eigen fanclub. Doordat er zoveel voedsel beschikbaar is, gaan de vossen zich anders gedragen en dichter bij elkaar leven.”

Vos zoekt contact

Meer voedsel zorgt dus voor meer vossen, maar ook voor minder schuwe vossen, zegt Koen. “Het begint meestal met jonge exemplaren, die van nature wat vrijpostiger zijn. Ze zien er schattig uit en buurtbewoners leggen voedsel klaar om dat jonge geweld van dichtbij te kunnen bewonderen. De vos leert dat mensen geen gevaar betekenen, maar dat ze allerlei lekkers brengen. Ze durven zich steeds dichter bij mensen begeven.”

Dat bewijzen ook de foto’s die onze redactie bereikten, van een vos die op bezoek komt in een Ukkelse tuin. Het dier zoekt contact met de fotograaf door aan zijn hand te ruiken, vlijt zich neer in de zon op nog geen 2 meter afstand van zijn toeschouwers en drinkt uit het (ongebruikte) zwembad. 

Olivier: “In Ukkel is veel privé-groen en liggen verruigde bouwgronden braak, daar is het ideaal voor de vos. De meeste bewoners zijn er dan ook aan gewend, maar toch kregen we tijdens de lockdown veel meldingen van mensen die nu vaker thuis waren en hun ogen niet konden geloven. Vossen worden nog steeds geassocieerd met de wilde natuur. Als er dan plots eentje op je gazon ligt, denk je dat je aan het dromen bent!” 

Stadsvos ligt in Ukkelse tuin

Zijn vossen gewenst in de stad?

Zolang de stadsvos zijn eigen ding kan doen en niet verstoord wordt, kunnen we perfect samenleven met het dier. Koen licht toe: “Vossen zullen nooit zomaar mensen aanvallen. Maar als ze zich in het nauw gedreven voelen, raken ze in paniek. Komt een nieuwsgierige vos even in je veranda kijken en vindt hij de weg naar buiten niet meer, dan moet je opletten. Een angstig dier dat niet kan vluchten, moet zijn toevlucht nemen tot andere middelen. Dan zou hij kunnen bijten.” 

Maar dat is dus allerminst de schuld van de vos, benadrukt Olivier: “Mensen hebben het dier geleerd om dichtbij te komen. Maar wanneer ze een vos in paniek proberen te helpen, blijkt dat het nog steeds een wild dier is. Daarom voeren we campagnes om het bijvoederen te ontraden. In de openbare ruimte, zoals de parken en het Zoniënwoud, is het sowieso verboden om dieren te voederen. We hopen dat de trend ook in privétuinen zal afnemen, zodat de populatie zich terug gaat gedragen als een wilde populatie die eerder mensenschuw is. Het aantal bijtincidenten met vossen is trouwens extreem laag, je kan het in de verste verte niet vergelijken met de hoeveelheid mensen die jaarlijks door bijvoorbeeld een hond gebeten wordt."

Stadsvos bij zwembad en bij fotograaf

Is de stadsvos gevaarlijk?

Toch heeft de vos voor veel mensen nog steeds een slechte reputatie, maar dat is onterecht volgens Olivier: “Stadsvossen gedragen zich niet agressief t.o.v. mensen, honden en katten. In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, vormen ze ook geen gevaar voor de volksgezondheid.” 

Ook Koen treedt die visie bij: “Rabiës of hondsdolheid is al lang geen probleem meer in België en onderzoek heeft uitgewezen dat de gevaarlijke vossenlintworm hier nauwelijks voorkomt. Sowieso komt de tussengastheer van die lintworm, een specifieke woelmuis, amper voor in een stedelijke omgeving.” 

Wie toch het zekere voor het onzekere wil nemen, wordt aangeraden regelmatig de handen én groenten uit de tuin te wassen. “Trouwens, ook honden en katten kunnen drager zijn van allerlei ziekteverwekkers, dus het is zeker niet zo dat je alleen voorzichtig moet zijn met de uitwerpselen van een vos”, voegt Olivier daar nog aan toe. 

Zijn er te veel stadsvossen?

Het hangt er maar vanaf aan wie je deze vraag stelt. Feit is dat er - net zoals in de natuur - exact zoveel vossen zijn als de omgeving kan dragen. Olivier: “Hoe meer voedsel er voorhanden is, hoe meer vossen er kunnen floreren. De vossenpopulatie terugdringen kan dus alleen door minder eten aan te bieden, hoe hard dat ook klinkt. Het heeft geen zin om dieren te gaan steriliseren, weg te vangen of zelfs te doden, want de populatie zal zich in geen tijd herstellen tot het oude niveau. Zo zit de natuur nu eenmaal in elkaar en voor de stadsvos is dat niet anders.” 

Meer over


Gerelateerde artikels