Een must in je wilde tuin
Een wilde tuin is een natuurvriendelijke tuin. Een die leven geeft aan fauna en flora. En die helemaal niet veel inspanning vraagt. Een tuin die je gewoon moet hebben. Maar als je het idee hebt om dit weekend je tuin helemaal om te gooien, moet ik je teleurstellen. Je bent net wat te laat, deze periode van het jaar is niet meer geschikt om bomen, struiken en hagen te planten. Die plant je het beste tussen de maanden november en maart. Dan zijn hun wortels in rust en kan je ze heel gemakkelijk verplanten of aanplanten.
Kan je toch niet wachten om je handen uit de mouwen te steken? Dan is er toch één must die in elke tuin aanwezig zou moeten zijn: een plantenborder. Een border is een strook – tegenwoordig vind je ze in allerlei vormen terug – grond in je tuin die je beplant met vaste planten. Vaste planten hebben de eigenschap om het hele jaar door te overleven. Het ideale scenario is dan ook om een tuin te creëren waarin planten elk seizoen aankunnen en dus elke maand van het jaar leven geven.
Border
Je hebt drie soorten borders: bladplanten, schaduwplanten en een border met veel bloei en dus kleur. Deze laatste zal voor de meeste sfeer zorgen en trekt onmiddellijk ook heel wat meer leven aan zoals vlinders, bijen, hommels en noem maar op.
Een perfecte plantensoort die je hiervoor kan kiezen, is het Kruipend zenegroen. Deze plant trekt met haar paarsblauwe bloemen allerlei soorten bijen en vlinder aan. Het voordeel aan deze plant is dat hij zowel op vochtige tot vrij zandige bodems overleeft.
Een andere plant die zeker een plekje in je bloemenborder verdient, is de Klokjesbloem. Deze plant is ook geschikt om te combineren met enkele stenen. Ze hebben namelijk de eigenschap om zich tussen de stenen een weg te banen. Geef deze paarse bloempjes zeker een plek in de zon. Let ook op dat je deze niet plant in een vochtige ondergrond. Hij prefereert namelijk een normale tot droge bodemgrond.
De ideale plek
Waar je bij elke plantensoort rekening moet houden, is de plaats waar die zal terechtkomen. Niet enkel of het om een natte of droge bodem gaat maar ook of die bodem rijk, arm, zuur of kalkrijk is, zegt professor groen- en natuurbeheer aan de universiteit van Gent, Jan Mertens. Doe dus altijd eerst goed onderzoek naar de ondergrond van jouw tuin vooraleer je planten aankoopt. Eenmaal je die uitgedokterd hebt, moet je beslissen in welk hoekje welke plant tot zijn recht komt. Houd in het achterhoofd dat niet elke plant in de zon hoort te staan en niet elke plant de schaduwhoekjes opzoekt.
Bedek je ondergrond
Als je rondkijkt in de vrije natuur zal je meteen opvallen dat je nauwelijks een onbedekte grond zal tegenkomen. Zorg ervoor dat je jouw grond ook bedekt. Dat kan je doen door je grond te bedekken met mulch. De fijne grasmaaisel of hennepvezels zorgen daarnaast dat je extra makkelijk onkruid kan verwijderen.