Ga naar main content
20220518-101340.jpg
Brenda Froyen

Brenda tovert kale stoep om tot kleurrijk stukje natuur

Wie voorbij de fleurige voortuin van Brenda Froyen in Moerbeke-Waas slentert, kan niet voorbijgaan aan het instant geluksgevoel dat die bloemenpracht opwekt. En dat met een minimum aan inspanning: water geven is uit den boze ten huize van de schrijfster en bijna alle planten tikte ze op een budgetvriendelijke manier op de kop. Hoe deze kleine ecologische droom werkelijkheid werd, vertelt de nieuwbakken stoeptuinier uit eerste hand aan Onze Natuur. 

“Ik ben al langer bezig met het integreren van meer natuur in onze tuin. Een zwemvijver trekt libellen en salamanders aan, de bloemenweide is een feest voor wilde bijen en de wilde wingerd tegen onze zijgevel wordt niet alleen druk bezocht door allerlei dieren, hij houdt ons huis ook koel in de zomer. Toch is de bal voor onze stoeptuin pas aan het rollen gegaan toen ik bij de plaatselijke bloemist een foto zag van ons huis zoals het er in de 19de eeuw uitzag. De straat was toen nog een onverharde weg en langs weerskanten van de voordeur ontpopte zich een fraaie voortuin. Dat wilde ik ook!”

Oude foto van het huis van Brenda

Met enthousiaste medewerking van de gemeente

In het begin verrichtte Brenda haar pionierswerk guerilla-style: “Ik propte zaadjes tussen de voegen van de stoeptegels om zo toch wat groen voor de deur te laten ontspruiten. Slaapmutsjes waren mijn eerste succes, maar echt van de grond kwamen mijn wilde plannen niet. Ik wou bijvoorbeeld graag stokrozen tegen de gevel, maar die vonden het te lastig om zich doorheen het brute geweld van de stenen te wringen. Ik experimenteerde ook met bloempotten, maar dat druist in tegen mijn ecologische principes om geen extra water in mijn tuin te pompen. Dus zat er niks anders op dan bij de gemeente aan te kloppen.” 

In (groot-)steden zijn stoeptuintjes al langer welkom, maar in Moerbeke-Waas werden in eerste instantie de wenkbrauwen gefronst. Brenda: “Ze vonden het een tof idee, maar er was (nog) geen beleid omtrent het ombouwen van stoepen tot een bloementuin. Ik vermoed dat er in dorpen zoals het onze nog vaak gedacht wordt dat er groene plekjes zat zijn - waarom dan al die moeite steken in het opbreken van het voetpad? Maar ze waren wel bereid om mijn vraag op de gemeenteraad voor te leggen en enkele maanden later kreeg ik het heuglijke nieuws dat inwoners voortaan 1 tegelbreedte mogen openbreken om in te tuinieren.”

Een mooie overwinning, maar tegelijkertijd ook een teleurstelling, vond Brenda. “Voor onze deur is het voetpad 3 meter breed, wat een zonde om dan maar 30 cm te kunnen vergroenen. Ik wilde er echt alles uithalen! Dus trok ik opnieuw mijn stoute schoenen aan om een uitzondering aan te vragen. Ik ploos de regelgeving van andere stoeptuinvriendelijke gemeenten uit en ontdekte dat een doorgang van 1,5 meter voor gebruikers van het voetpad cruciaal is. Met krijt tekende ik de contouren van mijn ideale voortuin af en ik diende een beplantingsplan in bij de gemeente. En ja hoor: ze gingen overstag voor mijn ambitieuze ontwerp - op voorwaarde dat ze de stoep zelf mochten uitbreken, gezien de grote oppervlakte.”

Een stoeptuin in wording (foto's: Brenda Froyen)
Een stoeptuin in wording (foto's: Brenda Froyen)

Veel planten, weinig werk, weinig budget

Op dat moment was de lente bijna aan zijn einde en jeukten de groene vingers van Brenda als nooit tevoren. “Maar ik kon nog niet beginnen planten! Het was wachten op de gemeentewerkers die ons stekje pas in september 2021 aanpakten. En dat terwijl mijn eerste telefoontje aan de bevoegde dienst al van december 2020 dateerde! Maar ons geduld werd beloond en in het najaar konden we ons toekomstige tuintje eindelijk vullen met aarde en compost om met een schone lei te beginnen.”

“Een van de grootste uitdagingen bij het uitdenken van onze voortuin was de waterhuishouding. De voorgevel is zuidgericht en het wordt er ‘s zomers snikheet. We kozen dus hoofdzakelijk voor prairieplanten die droge periodes kunnen doorstaan en legden een mulchlaag van lavasteentjes aan. Die houden het water dat valt langer vast, want uit principe (en ook een beetje omdat ik er te lui voor ben) begiet ik mijn tuinplanten niet. Het plantgoed zelf haalde ik vooral uit m’n eigen achtertuin, door bestaande planten te stekken en te scheuren. Ik gebruikte ook zelf gewonnen zaad, zocht naar goede ruildeals en struinde tweedehandssites af. In totaal heeft dit pareltje van 15 m2 mij maximaal 20 euro gekost, waarvan er 8 euro opgesoupeerd is aan een aanhangwagen met compost.” 

Wat er zoal in de zonnige stoeptuin van Brenda staat te pronken? “Wanneer ik alles begin op te sommen, sta ik er zelf versteld van hoe divers onze voortuin is. De bloeiboog proberen we zo lang mogelijk te maken door o.a. met verschillende voorjaarsbollen (krokus, allium, narcis) te werken en ook herfstbloeiers zoals aster te integreren. Wintergroene planten zoals brandkruid en grassen zoals stipa zorgen voor het nodige volume (en bijhorende schoonheid) in de winter. Een druivelaar en een wingerd nemen het klimmen voor hun rekening. Verder staan er o.a. salie, verbena, dahlia, gaura, echinacea, stokroos, ezelsoor, dropplant … Dat alles heb ik opgestrooid met het zaad van eenjarigen. Zo heb ik het ganse jaar door een mooie voortuin om naar te kijken én breken we de warmte tijdens de zomer, iets wat we ook in huis voelen.”

20220518-101644.jpg
Brenda Froyen

Het mooiste compliment

Wat een oude archieffoto al niet kan teweegbrengen! Ook de buurt is trots op het ecologische initiatief van Brenda: “Hoewel het lang geduurd heeft om de violen met de gemeente gelijk te stemmen - de goodwill was er, maar het kader ontbrak - zijn ze nu heel blij met de meerwaarde die onze stoeptuin in de buurt creëert. Ik hoop dat ik op deze manier zaadjes plant bij anderen die ecologie hoog in het vaandel dragen. Wie weet verschijnen er volgend jaar nog meer van die mini-tuintjes in ons straatbeeld!”

“Maar het mooiste compliment kreeg ik van een oude inwoner die de eigenaars van ons huis twee generaties terug heeft gekend. Zij hadden een boomkwekerij en waren hun tuin heel genegen. Zijn exacte woorden waren: ‘Mocht de familie dit nog kunnen zien, ze zouden content zijn’. Het doet me deugd dat ik dit karaktervolle huis zo weer wat meer in ere kan herstellen. En als de natuur daar wel bij vaart, dan hebben we daar allemaal profijt van.”