Ga naar main content
oorworm-op-tak.jpeg

Gewone oorworm

Dit beestje verdient een andere naam, als je het aan ons vraagt. Zijn slechte reputatie van ‘trommelvliesbijter’ blijft de oorworm achtervolgen, en dat terwijl hij nog nooit in oren is aangetroffen en zelfs niet sterk genoeg is om er ook maar enige schade aan te richten. Meer nog: het bodemdier verricht belangrijk werk voor onze ecosystemen als opruimer van afval. 

alles-over-de-oorworm.png

Herken de gewone oorworm

(Forficula auricularia)

Er eentje spotten is gemakkelijk: meestal volstaat het om een steen, stuk hout of bloempot op te tillen. Oorwormen zien er een beetje gevaarlijk uit, met hun scherpe ‘knijptang’ aan het achtereinde. Dat is ook meteen het unieke kenmerk waaraan je elke oorworm meteen herkent. Nog meer kenmerken van de gewone oorworm:  

  • 12 - 15 mm lang 
  • langwerpig, afgeplat lichaam
  • bruinrode kleur met 6 lichter gekleurde poten
  • groot halsschild achter de kop
  • antennes tellen 11 tot 14 segmenten
  • achterlijf telt 8 (vrouwtje) of 10 (mannetje) rugplaten
  • de ‘tang’ van het mannetje is krommer en dikker dan die van het vrouwtje
Links het vrouwtje, rechts het mannetje
Links het vrouwtje, rechts het mannetje

Op het menu

Oorwormen zijn echte alleseters en de gewone oorworm heeft een lichte voorkeur voor plantaardig materiaal. Hij kan enkel zachte plantendelen verwerken met zijn monddelen, zoals bladeren, vruchten, onrijp zaad, bloemen … Daarnaast worden ook levende, zachte insecten zoals bladluizen, rupsen, andere larven en eieren gegeten. Verder staat de oorworm bekend als een belangrijke opruimer van dood plantaardig en dierlijk afval. 

Leefgebied van de gewone oorworm

Oorwormen houden van begroeiing, schuilplekjes en vocht. Ze komen wereldwijd voor, behalve waar het heel koud of heel droog is. Oorwormen zijn vooral ‘s nachts actief, overdag steken ze zich weg in kleine holtes en spleetjes. Vaak vind je hen onder stenen en bloempotten, of achter de schors van een dode boom. Daar is het vochtgehalte optimaal om te kunnen overleven. Soms tref je hen ook aan in kleine verstopplekjes die planten te bieden hebben, bijvoorbeeld tussen de bladeren van een grote bloemknop of in zaaddozen. In de winter houden ze een winterslaap onder de grond of op een andere (hopelijk) vorstvrije plek. 

Oorwormenliefde

In het najaar gaat het mannetje op zoek naar een vrouwtje. Daarvoor gaat hij vooral af op de geur. De paring gebeurt door beide achterlijfjes tegen elkaar te houden, met de koppen in tegenovergestelde richting. Het mannetje houdt het vrouwtje ‘in de tang’ en laat de daad soms uren in beslag nemen. 

Voor de winter invalt maakt het vrouwtje een klein, ondergronds nest om in te overwinteren. Daarin legt ze in het voorjaar ook haar eitjes - een stuk of 50. Ze likt haar eitjes regelmatig schoon om ze vochtig en schimmelvrij te houden. In die periode verlaat ze het nest niet en krijgt ze enkel voedsel binnen wanneer een eitje bedorven raakt en ze de restanten opeet. 

Ook na het  uitkomen van de eieren blijft het moederinstinct sterk aanwezig bij de oorworm, wat uitzonderlijk is bij insecten. De moeder gaat ‘s nachts op voedseljacht en kauwt haar veroveringen reeds voor. In het nest braakt ze de pap weer uit. Al na enkele dagen verlaten de jonge nimfen het nest om zelf voedsel te scoren, maar ze blijven wel terugkomen bij de moeder die hen nog gedurende een maand verzorgt en beschermt. Vaak sterft het vrouwtje aan het einde van dit proces door moederlijke uitputting, waarna ze zich als ultieme zelfopoffering door haar kroost laat opeten. 

Relatie van de oorworm met de mens

Met zijn zwakke monddelen kan de oorworm onmogelijk schade aanrichten aan de mensenhuid, maar wanneer hij je met zijn ‘tang’ knijpt zal je wel een klein kneepje voelen. Niets om je zorgen over te maken! Deze tang gebruikt hij louter ter verdediging, maar slechts weinig dieren zijn ervan onder de indruk. Hij vormt dan ook een gegeerd hapje onder insectenetende vogels, zoals mezen, spreeuwen en spechten

De oorworm kan ingezet worden om plaaginsecten, vooral bladluis, te bestrijden. Wanneer die diertjes overvloedig aanwezig zijn, schakelt de oorworm over op die makkelijk beschikbare eiwitbron en laat hij plantendelen links liggen. Wil je oorwormen aantrekken, hang dan een omgekeerde bloempot op gevuld met stro. Je kan de bloempot ook omgekeerd op de grond leggen, met een takje onder de rand als toeganspoort. 

Wist je dat de oorworm …

  • een goede vlieger is, maar haast nooit het luchtruim kiest? Hij heeft flinterdunne, transparante vliesvleugels die als een waaier opgevouwen liggen onder de dikkere voorvleugels. Oorwormvleugels zouden lijken op een menselijk oor, wat het dier zijn bedenkelijke naam heeft opgeleverd. 
  • door zijn vreemde naam een slechte reputatie heeft opgebouwd? Fantasierijke verhalenvertellers verzonnen de mythe dat oorwormen in onze oren kruipen en ons trommelvlies doorboren. Je kan echter op twee oren slapen: dit is een echte urban legend.