Ga naar main content
vilda-2127-bosmuis-rollin-verlinde-1900-px-56373.jpg
Rollin Verlinde

Bosmuis

Dit kleine zoogdier behoort tot de familie van de ware muizen of de Muridae. Het is een algemeen voorkomend knaagdier in België dat niet eenvoudig van andere muizen te onderscheiden is... 

kopie-van-europees-konijn-nl-3.png
Rollin Verlinde

Herken de bosmuis

Apodemus sylvaticus

Door op volgende kenmerken te letten, maak je meer kans op een succesvolle determinatie van de bosmuis

  • 7,5 tot 10 cm lang van kop tot staartbasis
  • goudbruine rug, witte buik
  • vaak een gele borstvlek die nooit een halsband vormt
  • vaak een donkere rugstreep
  • lange staart van 7 tot 11,5 cm lang met 130 tot 180 ringen
  • staart wordt lichter richting staartpunt
  • korte voorpoten met vier tenen
  • korte achterpoten met vijf tenen
  • staart wordt lichter richting de staartpunt
  • grote, afgeronde oren
  • grote, donkere ogen
  • korte snuit met lange snorharen

Op het menu

Bosmuizen slapen overdag en gaan 's nachts op zoek naar voedsel. Vooral tijdens warme nachten met neerslag zijn ze erg actief, omdat ze dan minder eenvoudig gehoord worden door roofdieren, zoals uilen en wezels. Bosmuizen zijn zeker geen kieskeurige eters. Hun menu bestaat uit zaden, bessen, mos, stengels, bladeren en paddenstoelen, maar ook dierlijke hapjes, zoals spinnen, slakken en kevers. Eten doen bosmuizen op een vaste, veilige eetplek, vaak onder struiken of bomen, en soms zelfs in een oud vogelnest.

Bosmuizen houden geen winterslaap, maar zijn 's winters alleen aan het begin en aan het einde van de lange winternachten actief. Ze teren dan op een voedselvoorraad die ze in het najaar hebben aangelegd om de winter door te komen. Het voedsel wordt bewaard in speciale voorraadkamers in hun gangenstelsel of op andere plaatsen zoals in vogelnestkastjes. Bij voedselschaarste kunnen bosmuizen wel in een soort van rusttoestand gaan, waarbij hun lichaam verstard en ze minder energie verbruiken.

ontwerp-zonder-titel-27.png
Rollin Verlinde

Leefgebied

In tegenstelling tot wat hun naam doet vermoeden, leven bosmuizen niet alleen in het bos. Zolang er voldoende lage begroeiing of verspreide stenen zijn om achter en onder te schuilen, zijn ze ook te vinden in duinen, boomgaarden, parken, wegbermen en tuinen, en op heide en braakliggend land. Ook in landbouwgebied vind je bosmuizen. Afhankelijk van de voedselbeschikbaarheid zitten ze daar op akkers of in houtkanten

Overdag verblijven bosmuizen in een ondergronds gangenstel, waarin ze ook hun jongen werpen. Dat hebben ze met hun voorpoten en tanden gegraven en kan tot een halve meter diep liggen. De ingang van het stelsel loopt meestal recht naar beneden en er zijn meestal twee uitgangen. Bosmuizen zitten echter niet altijd op of in de grond. Dankzij hun sterke achterpoten zijn het goede klimmers die 's nachts graag en regelmatig in boomkruinen vertoeven om voedsel te zoeken.

Behalve Noord-Scandinavië, delen van Rusland en de Baltische Staten, komen bosmuizen in heel Europa voor. Zelfs op enkele eilanden in de Middellandse Zee,  in IJsland, Noordwest-Turkije en Noordwest-Afrika kan je ze tegenkomen. In Vlaanderen zijn bosmuizen wijd verspreid. Hun aanwezigheid in een bepaald gebied wordt vaak vastgesteld op basis van de inhoud van kerkuilbraakballen. 

Bosmuisliefde

De voortplantingsperiode van bosmuizen loopt van maart tot oktober. In jaren met veel zaadval (zogenaamde mastjaren) kan de voortplantingsperiode langer doorlopen -  soms zelfs tot in de winter als de temperaturen hoog blijven.

Mannetjes zijn al geslachtsrijp na 28 dagen, vrouwtjes pas vanaf  een leeftijd van 3 tot 6 maanden. Na een dracht van 23-26 dagen zet moedermuis 2 tot 6 naakte, blinde jongen van 1 tot 2 gram op de wereld. Vadermuis laat zich na de paring niet meer zien, enkel de moeder verzorgt de jongen. Gedurende 18 tot 20 dagen keren vrouwtjes regelmatig terug naar het nest om de jongen te zogen. Wanneer ze 7-8 gram wegen, verlaten de jongen het nest om een eigen leven te beginnen. Hoewel ze het meestal bij 1 of 2 worpen per jaar houdt, kan moedermuis tot drie nesten per jaar grootbrengen. Later op het jaar worden de worpen kleiner, ontwikkelen de jongen trager en zijn ze pas na de winter seksueel actief. Jongen die erg vroeg in het voorjaar geboren worden, zijn datzelfde jaar nog geslachtsrijp en kunnen met wat geluk datzelfde jaar dus al een kroost grootbrengen. 

Hoewel bosmuizen achttien maanden (1,5 jaar) oud kunnen worden, sterven ze gemiddeld op een leeftijd van drie maanden.

Relatie met de mens

Door de nachtelijke bedrijvigheid van het diertje komen mens en bosmuis in principe niet echt met elkaar in direct contact.  Ze zouden dan ook vreedzaam naast elkaar moeten kunnen leven. Soms worden er wel bosmuizen in menselijke omgevingen gezien, bijvoorbeeld in gebouwen, schuren en wilde hoekjes in tuinen.

Wist je dat ...

  • bosmuizen net als vleermuizen ultrasone geluiden (tot 70 kHz) produceren om te communiceren? Die geluiden hebben een heel hoge frequentie waardoor mensen ze alleen met een speciale bat-detector kunnen waarnemen.
  • de staart van de bosmuis vaak langer is dan zijn lichaam? En dat je een bosmuis nooit aan de staart mag optillen? Doe je dat wel, dan stroopt de staarthuid van de staart af en sterft het naakte staartdeel af.
  • bosmuizen in gevangenschap meer dan 4 jaar oud kunnen worden?
  • elke muizensoort een hazelnoot anders vasthoudt en je op basis van vraatsporen kan bepalen wie ervan heeft gegeten? De bosmuis houdt de hazelnoot voor zich uit met zijn voorpoten, maakt een gaatje met zijn onderste snijtanden en knaagt de noot al ronddraaiend verder aan totdat het gaatje groot genoeg is om het binnenste van de noot eruit te eten.
  • de bosmuis één van de enige gewervelde zou zijn die 's winters overleeft op vruchtbare delen van varens?
  • alleen de bosmuis en de bruine rat een waaiervormig bergje van uitgegraven aarde voor de ingang van hun gangenstelsel achterlaten?
  • bosmuizen hun gangenstelsels doorgeven aan volgende generaties?