Beekprik
Met zijn naakte, naaldvormige lichaam lijkt de beekprik op een kleine slang of een grote worm. Hoewel hij op het eerste gezicht niet veel voorstelt, beweegt hij zich gezwind doorheen onze zoete waters. Het is een van oudste gewervelden op onze planeet: de beekprik zwom hier al rond meer dan 500 miljoen jaar geleden!
Herken de beekprik
(Lampetra planeri)
Hoewel hij vaak als vis gecatalogeerd wordt, is de beekprik dat strikt genomen niet. Als hij al een voorouder van de vissen zou zijn, zijn er heel wat eigenschappen die hem van deze moderne waterbewoners onderscheiden. Zo heeft de beekprik bijvoorbeeld schubben noch kaken en bestaat zijn skelet volledig uit kraakbeen. Verwar dit kleine palingachtige organisme niet met zijn grotere neven, de rivierprik en de zeeprik.
Zo ziet de beekprik eruit:
- langwerpig lichaam tussen 12 en 20 cm lang
- tanden cirkelvormig gerangschikt in zijn zuignapmond
- lichtgrijze buik en donkerbruine rug
- het neusgat bevindt zich net boven het hoofd, voor de ogen
- zeven paar kieuwopeningen vlak achter de ogen
Op het menu
De larven van de beekprik begraven zich in leemachtige bodems zoals slib. Ze voeden zich met organisch afval, microörganismen en diatomeeën (eencellige algen). Wanneer hij volwassen wordt, stopt de beekprik met eten. Tijdens zijn metamorfose tot adult dier maakt zijn spijsverteringsstelsel plaats voor het geslachtsapparaat.
Leefgebied van de beekprik
De beekprik verschanst zich vooral in kleine rivieren in beken, soms in snel stromend water. Daarnaast kan hij zich ook vestigen in stilstaande meren. De soort leeft verspreid over Noord-, Centraal- en Oost-Europa. Hij verkiest zuiver, ondiep en stromend water en heeft een hekel aan hoge temperaturen en te sterke (over-)stromingen. De larven van de beekprik leven de eerste drie tot vijf jaar van hun leven ondergedoken in het sediment.
Beekprikkenliefde
Van mei tot juni, zodra het water 14 tot 20°C warm is, vindt de paartijd plaats. Soms migreert de kleine beekprik tientallen kilometers om geschikte broedwateren te vinden. Deze slanke waterdieren houden van orgieën. Ze planten zich voort in groepen van meerdere tientallen individuen. Soms paren ze tot 100 keer op 24 uur tijd!
Vooruitziend als hij is, heeft de beekprik zijn nest al van tevoren gebouwd. Daarvoor graaft hij een holte uit in het zand of grind, met een diepte tot 10 cm en een breedte tot 20 cm. Tijdens de voortplanting zuigt het vrouwtje zich in de richting van de stroming vast aan een kiezelsteen. Het mannetje helpt haar om de eieren die hij bevrucht, af te zetten in het nest. In totaal legt één vrouwtje zo’n 1500 eieren die na 10 dagen uitkomen. Na het afzetten van de eitjes gaan de paaivissen redelijk snel dood.
Relatie van de beekprik met de mens
Lange tijd werden beekprikken en hun larven regelmatig gebruikt als aas om te vissen. Dat is de reden waarom de verschillende prikken ook nu nog bedreigd worden. De soort is trouwens erg gevoelig voor obstakels tijdens de trek, waardoor ze hun paaigronden niet kunnen bereiken. Ook de larven houden niet van verandering. Wanneer hun paaibedden eraan gaan, bijvoorbeeld tijdens het rechttrekken van een rivier, is dat nefast voor de beekprik.
De waterkwaliteit is een belangrijke factor die bepaalt of larven en adulten kunnen voortbestaan. De toegenomen intensieve landbouw met zijn mestafvloei, andere vervuiling van waterlopen en obstakels in rivieren zorgen ervoor dat deze soort het moeilijk blijft hebben.
Wist je dat de beekprik …
- blinde larven heeft omdat hun ogen nog niet tot ontwikkeling gekomen zijn?
- in tegenstelling tot de rivier- en de zeeprik geen parasiet is? Hij zuigt dus geen bloed bij gastheren.
- een soort ‘tussensoort’ is die zweeft op de grens van gewervelden en ongewervelden? De beekprik heeft alleen een soort van rudimentaire wervels.
- een indicatorsoort is voor de gezondheid van rivieren? Waar beekprikken rondzwemmen, is de waterkwaliteit uitstekend.