Ga naar main content
vilda-59660-keiler-yves-adams-1900-px-55387.jpeg
Yves Adams

Wilde zwijnen krijgen lentekriebels in de herfst

De beentijd is weer aangebroken: de bronst bij het everzwijn of wild zwijn. Dat gaat gepaard met intense gevechten tussen de keilers of beren: volwassen mannetjes die liefst alle zeugen voor zichzelf hebben. Om die periode heelhuids door te geraken, doen ze heel wat opofferingen. 

Keilers zijn het grootste deel van het jaar veroordeeld tot een eenzaam bestaan, terwijl de zeugen de krachten bundelen in een ‘rotte’: een groep zwijnen van enkele moeders met jonge nakomelingen. Wanneer de evers in hun allerbeste vorm verkeren, verschijnen de eerste vlinders in hun buik. Dat gebeurt dus in de herfst, vanaf oktober of november, wanneer de voedselrijke zomer op z’n einde is. 

Het ‘strijdtenue’ van het everzwijn

Met de slagtanden van de wilde beer is iets bijzonders aan de hand. Zowel de onderste als de bovenste slagtanden groeien naar boven toe: de bovenlip van het zwijn krult om t.g.v. de bocht die de lange boventanden maken. Hoe ouder het mannetje, hoe langer zijn tanden en hoe meer gewicht hij in de schaal kan leggen tijdens een bronstgevecht. 

De scherpe slagtanden zijn echte moordwapens en kunnen andere dieren flink verwonden. Maar het everzwijn zelf is gewapend tegen de bloeddorstigheid van zijn soortgenoten. Ter hoogte van de borstkas ontwikkelt het mannetje tijdens de beentijd een centimeters dik pantser van onderhuids bindweefsel om zijn hart en longen te beschermen. Zie je twee beren in een gevecht verwikkeld, dan merk je meteen dat ze het op elkaars flanken gemunt hebben: dé zwakke plek van elke everman. 

De gevechten van de mannetjes gaan er regelmatig zo heftig aan toe dat één van de strijders het loodje legt. En wie deze woelige periode wel overleeft, komt er gehavend uit: niet zelden verliest een keiler tegen het einde van de beentijd heel wat gewicht en loopt hij littekens op over het ganse lichaam.  

rotte-everzwijnen.jpeg

Hoe maken wilde zwijnen elkaar het hof?

De paartijd van wilde zwijnen duurt meerdere maanden, maar het is het vrouwtje dat bepaalt wanneer er geslachtsgemeenschap van komt. Ze verleidt de mannen in haar buurt door speeksel tegen de bomen aan te smeren. Aan de geur herkennen de keilers in welke hormonale toestand de zeug verkeert. Zoals een echte overwinnaar, beschermt het sterkste mannetje de rotte van zijn keuze tegen andere geïnteresseerden. Om er zeker te zijn dat de vrouwtjes alleen oog voor hem hebben, jaagt hij de aanwezige jonge zwijnen uit de rotte weg. 

Wanneer het eindelijk zover is, omcirkelt de keiler zijn geliefde terwijl hij haar met de snuit tot instemming aanport en zachte (of iets hardere) knorgeluiden toefluistert. Die verleidingstruc herhaalt hij bij zoveel mogelijk andere zeugen, om zijn voortplantingskansen te vergroten. Zo kan hij in één seizoen 5 tot 10 zeugen bezwangeren. 

Drie maanden, drie weken en drie dagen

Dat is het ezelsbruggetje om te onthouden hoe lang de draagtijd van wilde en andere zwijnen gemiddeld duurt. Hoeveel biggen of ‘pyjama's’ er geboren worden, hangt af van de omstandigheden. Dit jaar is een slecht mastjaar - door het natte voorjaar en zomer zijn er minder eikels en beukennootjes te vinden - waardoor wilde zwijnen waarschijnlijk kleinere worpen ter wereld zullen zetten. Maar daarop is het nog wachten tot in maart! 

vilda-95197-zogende-zwijnenjongen-lars-soerink-800-px-55386.jpeg
Lars Soerink

Meer over


Gerelateerde artikels