Wat is de impact van de visserij op onze Noordzee?
‘Seaspiracy’, de spraakmakende Netflixdocumentaire die veel media-aandacht kreeg, is ook Onze Natuur niet ontgaan. De commerciële visserij wordt in ‘Seaspiracy’ kritisch onder de loep genomen. Een interessant onderwerp dat meteen heel wat vragen oproept. Wat is de impact van de visserij op onze Noordzee bijvoorbeeld? Een interview met Hans Polet, onderzoeker aan het instituut voor Landbouw-, Visserij-, en Voedingsonderzoek (ILVO), schijnt licht op de situatie in België.
Kan u wat meer vertellen over de werking van de visserij in België?
Hans Polet: “Het is belangrijk om bij visserij een onderscheid te maken tussen visserijen die wel en niet onder visserijbeheer vallen. Onze regio, de Noord-Atlantische regio, valt onder een redelijk visserijbeheer. De Europese Unie zorgt voor quota en aandacht voor het mariene ecosysteem, maar ook op sociaal vlak is er belangstelling voor de werkomstandigheden van de vissers. Daarnaast zijn er landen waar geen of bijna geen visserijbeheer is. Door een gebrek aan regelgeving gaat het daar dan ook fout. In de documentaire ‘Seaspiracy’ wordt vooral op die regio’s gefocust.”
Hoe gaat het momenteel met onze visbestanden?
Hans Polet: “In onze contreien doen de visbestanden het goed, maar dat wil niet zeggen dat er geen problemen zijn. De commerciële visbestanden worden wetenschappelijk opgevolgd en verschillende data worden nauwkeurig bijgehouden. Onderzoekers geven op basis van die data adviezen aan de Europese Unie, die daarna worden vastgelegd in quota. De verschillende vissersboten moeten zich aan die quota houden, maar dat gebeurt niet altijd vlekkeloos.
30 jaar geleden waren onze visbestanden ongunstig door overbevissing. Nu doen ze het eigenlijk vrij goed. Pladijs, tong, tarbot en schelvis zijn vissoorten die in groten getale in onze Noordzee rondzwemmen. Maar er zijn ook soorten die het minder goed doen. Een aantal historische visbestanden zoals de Atlantische heilbot zijn door de visserij in der tijd verdwenen. Ook de kabeljauw is er slecht aan toe. Dat is voor een stuk te wijten aan visserij, maar de klimaatverandering speelt daar toch de grootste rol in. Als er binnen 30 jaar problemen zouden optreden met de visbestanden in onze contreien is dat niet door de visserij, maar door klimaatverandering en verzuring van de oceanen.Dat is veel problematischer dan visserij onder visserijbeheer. Visserij zonder visserijbeheer is een volledig ander verhaal. Daar zijn grote problemen zoals vrijbuiters.
Tarbot
De Noord-Atlantische regio telt ongeveer 240 commerciële visbestanden die wetenschappelijk worden opgevolgd. Als we de definitie van duurzaam vissen volgens de FAO (de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) volgen, dan zien we dat 80% van de 240 visbestanden duurzaam bevist wordt. 20% ervan wordt overbevist. We hebben een visserijbeheer en de visbestanden doen het goed, maar er zijn zeker nog problemen.”
Zijn er bepaalde delen van de zee die extra beschermd worden tegen de visserij?
Hans Polet: “De Europese Unie legt een aantal natuurgebieden in zee vast. Ook in het Belgische deel van de Noordzee worden een aantal gebieden als natuurreservaten gedefinieerd. Momenteel is dat wel enkel op papier. Er zijn weinig effectieve maatregelen om visserij in die gebieden te beperken. In de toekomst zullen die er wel komen.”
In de documentaire ‘Seaspiracy’ is te zien hoe de visserij zelf schadelijk is voor het mariene ecosysteem (voor de bodem, de koraalriffen…). Wordt daar bij ons rekening mee gehouden?
Hans Polet: “Elke visserijmethode heeft op de één of andere manier een impact. Zelfs wanneer je met een hengel vis uit zee haalt, tast je het mariene ecosysteem aan. Sleepnetten kunnen ook zeer schadelijk zijn omdat het de bodem, en alles wat zich daar bevindt, beschadigt. Ook daar probeert de Europese Unie iets aan te doen. Door vissers bijvoorbeeld te verplichten hun vistuigen aan te passen zodat hun werkmateriaal minder zwaar is en dus minder diep in de bodem doordringt. Daarnaast zijn er ook visgronden die weinig te lijden hebben onder sleepnetvisserij, namelijk die gebieden met een grote natuurlijke verstoring door stromingen en stormen. Onze zuidelijke Noordzee is daar een goed voorbeeld van."
Visserij wordt gezien als één van de belangrijkste oorzaken van plasticvervuiling in de oceaan. Onder andere ook door de sleepnetten die in zee worden achtergelaten. Hoe zit het met de plasticvervuiling door de visserij in onze regio?
Hans Polet: “Plastic is een groot probleem in veel regio’s. Na verloop van tijd breekt plastic af en worden dat microplastics. In onze regio is 30% van de plasticvervuiling terug te brengen naar de visserij. En dat is te veel. In België zijn er twee initiatieven die vissers stimuleren hun afval aan wal te brengen en zeker geen sleepnetten in zee te lozen. Ten eerste kunnen vissers hun netten op de visserskaai zetten. Daar worden ze gratis opgehaald en gerecycleerd. Daarnaast is er ook het ‘Fishing for Litter’-initiatief (FFL). Hierbij worden vissers aangemoedigd om het afval dat ze in hun vangsten vinden, mee te nemen en in grote afvalzakken, ook wel ‘Big Bags’ genoemd, te stoppen. Zo kunnen ze die veilig aan wal achterlaten. Tegenwoordig doet onze visserij daar goed aan mee."
Ook bijvangst is een groot probleem in de visindustrie. Naast de vis waarop bewust gevist wordt, vangen vissers ook andere vissoorten. Hoe wordt die problematiek aangepakt?
Hans Polet: “Bij bijvangst wordt best een onderscheid gemaakt tussen commerciële vissoorten, de kleine vis en niet-commerciële vissen. De kleine vis wordt beter niet gevangen. De Europese Unie heeft daar de laatste vijf à zes jaar veel aandacht aan besteed en pusht vissers om kleine vissoorten niet meer te vangen.
Wanneer niet-commerciële vissen en andere organismen worden gevangen, is dat eigenlijk een ethisch probleem. Als het om niet-bedreigde soorten gaat, dan kunnen die visbestanden daar in principe wel tegen,maar dat wil niet zeggen dat het ethisch verantwoord is. Dieren die vissers vangen, maar die ze in principe niet nodig hebben, zouden niet mogen sterven. Als het gaat om beschermde diersoorten is de Europese Unie streng. Neem nu de rog in België bijvoorbeeld. Er zijn verschillende soorten die het in België heel goed doen zoals de blonde rog en de stekelrog. Maar er zijn ook soorten erg slecht aan toe.
Het probleem is dat sommige vissers te weinig kennis hebben om het verschil tussen een beschermde en onbeschermde soort te bepalen. Daar wordt nu sterk op ingezet door vissers op te leiden en bewust te maken van de verschillen tussen bedreigde en niet-bedreigde soorten. Zo kunnen ze zelf bedreigde vissoorten makkelijk herkennen en die zo snel mogelijk weer in het water laten. En als de vissers een bedreigde vissoort in grote aantallen vangen, weten ze ook meteen dat ze beter elders gaan vissen. Ik denk dat veel mensen graag zouden hebben dat de visserijproblematiek ineens opgelost wordt, maar het is een proces van lange adem. Ik ben voorstander om stap voor stap, in samenwerking met de visserijsector, op zoek te gaan naar gepaste oplossingen.”