Ga naar main content
Sneeuwgors
Sneeuwgors
Yves Adams

Waar vind je vandaag nog ‘sneeuw’ in ons land?

Of het deze winter nog eens flink gaat sneeuwen, is koffiedik kijken. Om het magische witte goedje met zekerheid aan te treffen, moet je naar het koude buitenland trekken. Tenzij … je heel goed zoekt – en je criteria een tikkeltje aanpast. Want heel wat inheemse soorten dragen het woord ‘sneeuw’ in hun naam en kan je wél tegen het lijf lopen bij temperaturen boven nul. Wie zijn ze? Waaraan hebben ze hun koele naam te danken? En waar moet je kijken om ook nu ‘sneeuw’ tegen te komen? 

Sneeuwgors

Sneeuwgors

In de winter strijken de sneeuwgorzen neer aan onze kust. Deze prachtige vogeltjes houden van de kou en broeden noordelijker dan eender welke zangvogel. Maar ‘s winters wordt het zelfs voor hen te bar in het hoge noorden. Dan zoeken ze warmte en voedsel in de buurt van onze Noordzee. Omdat ze in hun broedgebied geen mensen tegenkomen, zou je verwachten dat het erg schuwe vogels zijn, maar dat klopt niet. Omdat ze nooit leerden om weg te vliegen van ‘rechtoplopende tweebeners’, gedragen ze zich als stoere mussen in onze buurt. 

Sneeuwzwammetje

Sneeuwzwammetje

De meeste verwijzingen naar sneeuw vind je in het rijk der schimmels. Heel wat paddenstoelen zijn vernoemd naar het witte goedje, maar dat heeft vermoedelijk eerder te maken met hun witte verschijning dan met een voorkeur voor vrieskou – al kan je ze vaak nog in januari aantreffen. Zo zijn er het sneeuwzwammetje, het sneeuwwitje, het prachtsneeuwvlokje, de roze sneeuwschimmel en nog veel meer winters getinte paddenstoelen. 

Sneeuwbes

Sneeuwbes

Als minuscule sneeuwballen, zo zien de bessen van de sneeuwbes eruit. Deze plant is niet inheems, maar werd omwille van zijn sierwaarde zo vaak in tuinen aangeplant dat hij wel een beetje in België lijkt te horen. Dat is echter niet zo, integendeel: de sneeuwbes verdringt o.a. in de duinen onze inheemse planten. De opvallende vruchten kunnen tot in februari – dus ook in putje winter – aan de struik blijven hangen. 

Soms zijn het de bloemen van planten die hinten naar winterse sneeuw, zoals de bloemschermen van de wollige sneeuwbal. En laten we hier ook het lieflijke sneeuwklokje niet vergeten! 

Sneeuwwitte vedermot

Sneeuwwitte vedermot

Net zoals bij andere vedermotten, hebben we hier te maken met een ‘microvlinder’, een eerder kleine nachtvlindersoort. De sneeuwwitte vedermot heeft diep ingesneden vleugels die op fragiele vogelveren lijken. De twee langste ‘veren’ vormen de voorvleugel, de achtervleugel bestaat uit nog eens 3 pluimpjes. Deze soort overwintert op dit moment als rups. 

Nog meer motten met een sneeuw-link zijn o.a. de sneeuwbeer, het sneeuwvlekje en de sneeuwbalwespvlinder. 

Zomersneeuw

Zomersneeuw

“Soms sneeuwt het in de lente”, zingt Bart Peeters in zijn Prince-cover, maar wist je dat er zelfs een fenomeen bestaat dat ‘zomersneeuw’ heet? We hebben het hier dan over de plotse verschijning van schoraas: eendagsvliegen of haften die als frêle sneeuwvlokjes in de buurt van rivieren dwarrelen. Wanneer ze dat in groten getale doen – dat gebeurt niet elk jaar en al zeker niet met een aanzienlijke dichtheid – ziet het eruit als een feeërieke, zomerse sneeuwval. 

Ook deze insecten doen aan sneeuw denken: de sneeuwbalgalmug, het sneeuwbalhaantje (een kever), de zwarte sneeuwballuis en de sneeuwvlo. 

Foto: © Daan Drukker via Waarnemingen.be (CC-BY-NC-ND)