Ga naar main content
vilda-154818-knotwilgenrij-yves-adams-1900-px-55802.jpeg
Yves Adams

Start to knotwilg!

Knotwilgen horen bij het Vlaamse landschap zoals reeën bij een bos en een roodborst bij je voedertafel. Als conservator van natuurreservaat de Kalkense Meersen heeft Peter Claus heel wat van die geknotte wilgenbomen onder zijn hoede. Niemand beter dus om aan te vragen waar dat oervlaamse gebruik vandaan komt, welke voordelen het heeft voor de natuur en hoe je er zelf aan kan beginnen. Let’s start to knotwilg! 

Landschappelijk erfgoed

Van oudsher gebruiken we in Vlaanderen wilgen om perceelsgrenzen visueel af te bakenen. Door ze op een speciale manier in te korten, ontstaan de typische rijen van knotwilgen die zo uniek zijn voor onze streek, vertelt Peter: “Je ziet ze eigenlijk alleen maar in Vlaanderen, Nederland en in de Italiaanse Po-vallei. In Wallonië is het voorkomen van knotwilgen eerder beperkt. In het Pays des Collines - de Waalse uitloper van de Vlaamse Ardennen zie je ze wel meer. In de rest van de wereld kennen ze deze manier van wilgensnoei amper, ik vind het nochtans erg mooi om naar te kijken.”

De traditie om wilgen te knotten in onze contreien is al erg oud, maar pas na de Eerste Wereldoorlog raakte het gebruik algemeen in zwang. “Dat komt door een uitbraak van bacterievuur”, legt Peter uit. “Die plantenziekte tastte vooral appel- en perenbomen aan, maar meidoornhagen (een vaak gebruikte omheining) fungeerden als drager van de aandoening. Daarom werd meidoorn massaal verwijderd en vervangen door het overschot aan prikkeldraad dat na de oorlog was achtergebleven. Als visuele, groene barrière - met als extra voordeel de hoge houtopbrengst - plantte men naast de ijzeren omheining ook een rij wilgen aan.”

Dat levert niet alleen een plaatje op om naar te kijken, het trekt ook bijzondere gasten aan. “In volwassen knotbomen vormen zich allerlei grillige spleten en holtes. Het zijn plekken waar de gekraagde roodstaart graag broedt, maar vooral de steenuil is zowat dé symboolsoort bij uitstek voor een gebied met knotwilgen.” 

Jonge steenuil in knotwilg
Yves Adams
Jonge steenuil in knotwilg

Van stevige tak tot knoestige knotwilg

Wil je zelf een rij knotwilgen aanplanten, dan moet je eerst en vooral op zoek naar goed startmateriaal. Peter: “Je hebt enkele lange, rechte takken van ongeveer een armdikte (7 cm) nodig om mee te starten. Meestal wordt daarvoor schietwilg gebruikt, maar je kan ook andere soorten knotten zoals populier, es, zomereik en zelfs beuk. Zaag de krommere delen aan beide uiteindes af tot op de geschikte lengte. Hou er rekening mee dat de stek één meter diep de grond in moet om goed te kunnen wortelen. Wil je de knot later op manhoogte hebben, dan heb je dus takken nodig van ongeveer 2m80 lang.” 

“Denk er wel aan dat dat op termijn niet zo handig is om hout te oogsten: je hebt altijd een ladder nodig of moet boven je eigen hoofd zagen,” waarschuwt Peter. “Je kan de knot (en dus de bovenste zaagsnede) even goed op een handige meter boven de grond laten uitkomen. Dat er minder vaak gekozen wordt voor die gemakkelijke oplossing, heeft te maken met het vee dat meestal in weides met wilgenrijen staat. Paarden en koeien houden wel van een wilgensnack, omdat dat lekker is maar ook omdat er een ontstekingsremmend stofje in de bast zit: acetylsalicylzuur. Dat stofje zit trouwens nog steeds in onze aspirines, hoewel het tegenwoordig in het labo wordt nagemaakt.” 

In voldoende vochtige omstandigheden zal je toekomstige knotboom bijna zichtbaar snel groeien. Peter: “Overal verschijnen twijgen, maar je wil alleen de takken op de zaagsnede laten doorgroeien. Daarom moet je de eerste jaren regelmatig aan stamsnoei doen. Na 5 à 6jaar zijn de takken dik genoeg om een eerste keer te knotten. Je zaagt dan vlak boven de knot de individuele takken af. Vanaf dat moment kan je om de 5 à 7 jaar hout oogsten. De beste opbrengst verkrijg je met een plantafstand van ongeveer 6 meter. Dat lijkt veel, maar je zal ervan versteld staan wat voor dichte takkenbrij er ontstaat bij bomen die dichter bij elkaar staan. Ze krijgen dan minder kans om uit te groeien tot stevige, dikke takken.”

Zelf de handen uit de mouwen steken

Zelf de handen uit de mouwen steken

Heb je na het lezen van dit artikel zin gekregen om zelf aan de slag te gaan met knotwilgen? Op de ‘Dag van de natuur’ die Natuurpunt organiseert in het weekend van 27 en 28 november kan je op verschillende plekken in Vlaanderen een handje toesteken met het knotten van wilgen of andere natuurbeheerwerken.  

Ik kom graag helpen!

Meer over


Gerelateerde artikels