Ga naar main content
beginpunt-van-brand-via-sociale-media.jpg

Hoe zou het nog zijn met natuurgebied De Liereman?

In een periode waarin we door het coronavirus massaal het buitenleven herontdekten, kwam het noodlot tot driemaal toe zijn tol opeisen in het Oud-Turnhoutse natuurgebied De Liereman. In april woedde er een grote natuurbrand, in mei ringden vandalen meer dan 100 oude bomen en in september ontstond er opnieuw een (veel kleinere) brand op een perceel met maaisel. Gelukkig blijkt driemaal geen scheepsrecht: het plaatselijke team doet er alles aan om de natuur in al zijn glorie te herstellen. Hoog tijd voor een stand van zaken!

Natuurpunt-medewerker Kris Van der Steen was erg nauw betrokken bij de rampen én bij de herstelwerkzaamheden in het natuurgebied. Samen met een team van deskundigen volgt hij de situatie van nabij op. Beheerwerken na zo’n opeenvolging van rampspoed is echt maatwerk, want telkens opnieuw moeten de genomen maatregelen worden geëvalueerd en bijgestuurd. Kris is hoopvol: “De afgelopen maanden hebben we kunnen zien hoe veerkrachtig de natuur is.  Maar we moeten ook eerlijk durven zeggen: zonder gerichte beheermaatregelen kan de oorspronkelijke, waardevolle natuur zich onmogelijk op redelijke termijn herstellen. Daarnaast is het nu ook hét moment om te bekijken hoe we zulke catastrofes in de toekomst zo goed mogelijk kunnen voorkomen. De klimaatopwarming eist zijn tol en als we niet ingrijpen, zullen gebieden met natte, voedselarme natuur zoals De Liereman nog verder achteruit gaan.”

Brand in De Liereman
Brandweer Oud-Turnhout

Snelle (maar ongewenste) vergroening na brand

Dat de grote Liereman-brand plaatsvond in het voorjaar, is niet zo gek - zelfs eind maart werd het gebied al opgeschrikt door een kleinere brand. Op 22 april - de dag dat het grootste vuur uitbrak - was het pijpenstrootje (een gras dat in de het najaar bovengronds volledig afsterft) nog niet opnieuw uitgeschoten. Het strooisel vormde na een lange periode zonder regen een kurkdroge voedingsbodem voor de brand. Gelukkig bleven een aantal zones gespaard, vertelt Kris: “De Liereman heeft een heel gevarieerde natuur, met op de plaats van de brand natte heide, vennen en venige stukken. De natste delen werden gespaard van de ravage en ook waar Shetlandpony’s het pijpenstrootje vorig jaar weg graasden, bleef de heide intact. Zo kon een deel van het bodemleven de brand overleven en de getroffen zones opnieuw koloniseren.”

Het gebied zag er doods uit vlak na de brand, maar bezoekers zagen het zwartgeblakerde terrein tot hun verbazing al snel weer groen worden. Kris: “Zelf waren we helemaal niet verrast, het was eerder een scenario dat onze vrees deed uitkomen. De brand bracht extra voedingsstoffen in de bodem, waar het pijpenstrootje van kon profiteren. Zonder ingrijpen zou dat gras de aanwezige flora zonder twijfel volledig domineren. Om te vermijden dat de typische heide- en veenplanten door een gebrek aan licht volledig weggeconcurreerd werden, beslisten we al snel om 200 schapen op het pijpenstrootje los te laten. Initieel was het de bedoeling om hen twee keer enkele weken te laten grazen op de getroffen zone, maar het gras groeide zo snel dat de schapen bijna vier maanden lang non stop hun buik mochten vullen - en zelfs dan konden ze niet alles kort houden! Op het veen, dat te kwetsbaar is voor begrazing, gingen we met de bosmaaier aan de slag.”

Schapen doen aan intensieve begrazing op afgebrande stukken
Marc Driesen
Schapen doen aan intensieve begrazing op afgebrande stukken

Vijfjarenplan voor de getroffen zone in de Liereman

Dat De Liereman er terug groen uitziet, wil dus allesbehalve zeggen dat de strijd gestreden is. “We moeten ons verder inspannen om de biodiversiteit te herstellen én inzetten op het future-proof maken van het gebied”, legt Kris uit. Gelukkig beloofde Vlaams Minister van Omgeving Demir vlak na de brand om (natuur)middelen opzij te zetten voor het herstel. “In overleg met Natuur en Bos van de Vlaamse Overheid hebben we daarvoor een vijfjarenplan opgesteld. Pas wanneer de bevoegde instanties dat plan goedkeuren, kunnen aanbestedingen gebeuren in het kader van de nodige herstelmaatregelen. Een flink stuk daarvan zal sowieso door lokale vrijwilligers van Natuurpunt moeten gebeuren. Specifieke ingrepen die op goedkeuring wachten zijn o.a.: de afvoer van verbrand materiaal, gerichte begrazing, manuele maaiwerken van de kwetsbaarste stukken, plaggen en het vernatten van bepaalde stukken. Dat laatste is broodnodig om verdroging (door de klimaatopwarming) tegen te gaan en zoveel mogelijk uitgestrekte branden in de toekomst te voorkomen. Daarnaast is er geld gereserveerd voor wetenschappelijk onderzoek over de gevolgen van de natuurbrand.” 

“Na vijf jaar hopen we dat de herstelmaatregelen hun vruchten hebben afgeworpen, zodat we terug kunnen overgaan op regulier beheer. Grote natuurgebieden met veel afwisseling en natuurlijke ‘gradiënten’ zijn hoe langer hoe harder nodig. Zo krijgen we een veerkrachtige natuur waarin soorten vrijuit kunnen migreren naar geschikter gebied wanneer dat nodig is. Het is een absolute voorwaarde om heel wat organismen voor uitsterven te behoeden in deze tijden van door de mens veroorzaakte klimaatverandering.”

Waardevolle natuur met zeldzame soorten

Dat er zo hard wordt ingezet op het herstel van De Liereman heeft te maken met de hoge biodiversiteitswaarde van het gebied. Het is een van de weinige plekken waar je bijvoorbeeld nog beenbreek vindt, een zeldzame plant die typisch is voor veen en natte heide. Kris: “Gelukkig was deze eyecatcher nog maar net boven de grond tijdens de grote brand en heeft hij dus weinig schade geleden. Maar een verdere verdroging van het gebied kan wel degelijk nefast zijn voor het voortbestaan van deze plant, net zoals ook het vleesetende plantje zonnedauw drastisch teruggedrongen wordt wanneer de natuur steeds droger wordt.”

De Liereman staat trouwens ook bekend voor heel wat zeldzame vogelsoorten die er komen broeden, maar die hebben minder last ondervonden van de brand. “Een van onze pronkstukken, de nachtzwaluw, was in april nog niet aangekomen in ons land. De blauwborst en de grauwe vliegenvanger hebben zeker nesten verloren, maar de volwassen vogels konden ontsnappen en begonnen al vrij snel opnieuw te broeden. We zien door de brand ook nieuwe paddenstoelen verschijnen, dat zijn de zogenaamde ‘brandplekzwammen’. De oliebolzwam is waarschijnlijk de meest zeldzame in dat rijtje!”

Geringde bomen herstellen sapstroom

We zouden het bijna vergeten, maar De Liereman werd ook door nog een andere ‘natuurramp’ getroffen. Hoewel de natuur of het klimaat hier niet de oorzaak was, betekende de vandalenstreek een behoorlijke aanslag op de natuur. Kris blikt terug op deze droevige gebeurtenis: “Men probeerde de sapstroom van meer dan honderd bomen te ‘dwarsbomen’ door de bomen met een kettingzaag te ringen. Gelukkig zijn de meeste bomen ondertussen nog in leven.”

Om dat te bekomen, werd opnieuw een grote inspanning geleverd door vrijwilligers van Natuurpunt, op advies van boomexperts van o.a. het INBO en Natuur en Bos. “We hebben er alles aan gedaan om de boomwondes vochtig te houden. Door mos aan te brengen en dan folie omheen de stam te wikkelen, is dat vrij goed gelukt. In de droogste periodes heeft de gemeente ook regelmatig grote hoeveelheden water aangevoerd vanuit het kanaal, om de bomen een extra zetje te geven in een stressvolle periode.”

“We zien nu dat de bomen zichzelf aan het herstellen zijn: ze overgroeien de wonde waardoor de sapstroom herstelt. Enkele (dunnere) bomen overleefden de aanslag niet, maar het overgrote merendeel is nu nog in leven. Of dat effectief komt door de maatregelen die we genomen hebben, kunnen we natuurlijk niet bewijzen. Ook enkele jonge bomen die geen mos en water  kregen, hebben zichzelf weten te redden - al kan hun jeugdigheid en het feit dat ze iets meer in de schaduw groeien daar ook iets mee te maken hebben. Voorlopig ziet het er dus goed uit voor onze bomen, al moeten we nog even afwachten of ze het ook op lange termijn uithouden.

Wereldwijde aandacht voor het beheersen van natuurrampen

Het verhaal van natuurgebied De Liereman is helaas geen alleenstaand geval. Daarom vragen de Verenigde Naties deze maand aandacht voor de manier waarop we gelijkaardige rampen in de toekomst kunnen voorkomen. Door gevoelige gebieden intensief te monitoren, wordt het risico op natuurbranden in ons land beperkt - al is het onmogelijk om alle gevaar uit te sluiten. Hoe die monitoring precies in zijn werk gaat, kan je hier nalezen. Nog meer artikels over de gevolgen van langdurige droogte op onze natuur, vind je in ons droogte-dossier

Meer over


Gerelateerde artikels