Het michelinmannetje en andere zeespinnen
Zeespinnen kan je op zowat elk plekje in zee tegengekomen, van ondiepe kustwateren tot op 7 kilometer diepte in de oceaan. Ook in onze Noordzee leven enkele soorten, waarvan het gedrongen michelinmannetje misschien wel de meest opvallende is - al is het maar omdat hij vernoemd is naar een iconische mascotte uit de auto-industrie. De meeste zeespinnen hebben echter lange tot zeer lange poten met bijzondere kwaliteiten. Nog nooit van deze buitengewone dieren gehoord? Lees dan snel verder!
Ze lijken wel buitenaards neefjes van onze landspinnen. Hoewel ze enkele gelijkenissen hebben met échte spinachtigen - de kop versmolten met het borststuk, de lange pootparen, de krachtige kaken - zijn zeespinnen er haast niet mee verwant. Zelfs met de zwemmende waterspin hebben ze evolutionair niks te maken. Wel behoren ze tot een aparte klasse van de geleedpotigen: de Pycnogonida of zeespinnen. De enige nog levende soorten van die klasse, behoren tot de orde van de Pantopoda - letterlijk vertaald: niets dan poten - omdat hun lichaam zo ontzettend klein is.
Hoe ziet een zeespin eruit?
Zeespinnen heb je in alle vormen en maten. De kleinste soorten zijn slechts enkele millimeters groot, de grootste hebben een spanwijdte tot 70 cm (al is hun lichaam zelden groter dan een centimeter of vijf). Hun kop is nauwelijks te onderscheiden omdat hij opgaat in het borststuk. Het achterlijf - dat bij echte spinnen meestal veel groter is dan het kopborststuk - is bij zeespinnen zo klein dat het amper opvalt.
Behalve de cheliceren (gifkaken) en pedipalpen (tastorganen) waarmee spinachtigen eveneens uitgerust zijn, hebben zeespinnen ook een buisvormige proboscis (zuigsnuit). Die is soms zelfs langer dan het eigen lichaam, maar er zijn ook soorten met een mini-zuigsnuit wanneer ze eerder hun cheliceren gebruiken om te eten. De proboscis dient om lichaamssappen uit prooidieren of planten te zuigen - er zijn carnivoren, herbivoren en aaseters onder de zeespinnen. De meeste zeespinnen zijn luie jagers die hun eetlust op sedentaire soorten zoals schelpdieren en anemonen richten.
Het aantal poten van een zeespin varieert van 4 tot 6 paar. Die poten hebben een belangrijke functie. Omdat er in hun lichaam zo weinig plaats is, strekt het verteringsstelsel van zeespinnen uit tot in hun poten! Vlak voor het eerste pootpaar hebben de mannetjes (die kleiner zijn dan de vrouwtjes) ook nog twee ovigeren of eidragers, want zij hebben de belangrijke taak gekregen om bevruchte eieren te vervoeren en te beschermen.
Welke zeespinnen leven in onze Noordzee?
Volgens het Belgisch Registeren van Zee- en Kustsoorten komen er 16 soorten zeespinnen af en toe tot zeer regelmatig voor in onze zee. We bespreken hier de vijf soorten met een Nederlandse naam:
Michelinmannetje
Onze bekendste zeespin is zonder twijfel het michelinmannetje, dat volgens zijn naamgever veel wegheeft van Michelin-banden-mascotte Bibendum. Het is een atypische zeespin omdat het lichaam redelijk goed te onderscheiden is van de poten en omdat de poten niet lang en slank, maar dik en gedrongen zijn. Het lichaam van het michelinmannetje is ongeveer 2 cm lang, met poten die de lichaamslengte evenaren. Vrouwtjes zijn groter en lichter gekleurd (tot bijna wit) dan mannetjes. Op zijn menu staan zeeanemonen en zeekomkommers.
Foto: © Hans Hillewaert CC BY-SA 4.0
Rode zeespin
Deze soort heeft de opvallende looks van een echte zeespin: lang, tenger en een tikkeltje creepy. Volgens haar naam hoort ze rood te zijn, maar omdat deze zeespin zo klein is nemen we haar kleur eerder als licht roodbruin waar. Laat de foto’s je niet misleiden: het lichaam van dit diertje is slechts een halve centimeter lang!
Foto: © Jonas Mortelmans CC BY-NC-SA 4.0
Slanke zeespin
Zoals de naam van deze zeespin al doet vermoeden, gaat het hier om een exemplaar met zeer tengere lichaamsbouw. Hoewel de poten met 1,5 cm niet zo extreem zijn t.o.v. het 0,8 mm lange lichaam, zien ze er heel erg lang uit. Deze zeespin is grijswit met donkere strepen op de poten.
Foto: © Yves Adams, Vildaphoto
Stekelzeespin
Onze kleinste zeespin in dit rijtje meet niet meer dan 2 millimeter en heeft vier paar poten. Op haar kleine lichaam draagt ze een resem vertakte stekels. De kleur van deze mini-zeespin is geelbruin tot crème, al kan je die amper waarnemen zonder vergrootglas. De stekelzeespin houdt zich zowel in rotsige kustpoelen als tot op een diepte van 24 meter op.
Foto: © Lehmann T, Heß M, Melzer R (2014) CC BY 4.0
Gedoornde zeespin
Deze kleine zeespin heeft een lichaam van slechts 4 mm lang, met de poten uitgestrekt heeft ze een diameter tot 2,3 centimeter. Typisch voor deze soort zijn de kleine stekels die verspreid staan over de poten.
Foto: © Lehmann T, Heß M, Melzer R (2014) CC BY 4.0