Ga naar main content
Requin pèlerin
Requin pèlerin
Yves Adams

Zijn haaien goede moeders?

Haaien zijn zeker en vast niet de eerste dieren waar we aan denken wanneer we ons moederinstinct in onze natuur voorstellen. Nochtans … ondanks hun vervaarlijke looks, besteden ze best wat aandacht aan de opvoeding van hun kinderen. Waarom de vrouwelijke haai de prijs voor ‘moeder van het jaar’ verdient? Het antwoord lees je in dit artikel!

Als je een voorbeeldige moeder in onze natuur zou moeten noemen, welk dier zou dat dan zijn? De oorworm die voor haar eieren zorgt en zichzelf uiteindelijk opoffert voor haar jongen? De aalscholver die haar maaltijd opbraakt om haar kuikens te voeren? De steenloper die doet alsof ze gewond is, zodat roofdieren geen interesse tonen in haar kleintjes? De das die een echte familieclan op poten zet? Hoe dan ook is het erg onwaarschijnlijk dat iemand van jullie ‘de haai’ zal antwoorden. Want laten de vrouwtjeshaaien hun jongen niet meteen na de geboorte aan hun lot over? En geven sommige haaienmoeders zich niet zelfs over aan kannibalisme? En toch, schijn bedriegt soms. Misschien zijn haaien niet zo’n slechte moeders als je zou denken …

Geboortes in allerlei vormen en maten

Om ons te verplaatsen in het hoofd van een moederhaai – als dat tenminste mogelijk is – moeten we eerst begrijpen hoe de voortplanting en de geboorte bij deze dieren werken. Terwijl sommige haaien, zoals de hondshaai, eieren leggen waaruit miniatuurhaaien komen, zijn andere haaien (zandtijgerhaai, witte haai) ovovivipaar en houden ze de eieren in hun lichaam. En er bestaan ook levendbarende haaien, die jongen op de wereld zetten die al volledig ontwikkeld zijn.

De haai, een teruggetrokken vrijgezel? Geen probleem voor sommige vrouwtjes, zoals die van de zebrahaai, omdat zij niet altijd een mannetje nodig hebben voor de bevruchting. Zij kunnen zich voortplanten door parthenogenese en creëren zo perfecte klonen van zichzelf. Handig, toch?

Terug nu naar de zorg van de moederhaaien. De kleine haaitjes die zich in de eieren ontwikkelen – binnen of buiten het lichaam van hun moeder – hebben de mogelijkheid om zich tijdens de incubatietijd met hun dooier te voeden. Zo worden ze sterker zonder uit hun ‘schaal’ te moeten komen. Maar ook al kunnen de kleintjes zichzelf voeden, is het dan toch niet riskant om de eieren zomaar in de genadeloze oceaan achter te laten? Niet zo riskant als je zou denken, want de eieren van eierleggende soorten hebben een sterk, beschermend membraan dat uithardt bij contact met water, waardoor ze veilig zijn voor roofdieren. Bovendien beschikken ze over filamenten om zich aan rotsen te kunnen hechten en kiest hun moeder de veiligst mogelijke locatie om haar eieren te leggen. Het doel van de vrouwtjeshaai is niet om zoveel mogelijk jongen te baren. Ze stelt kwaliteit boven kwantiteit door hen de nodige bescherming en voldoende voedingsstoffen te geven, zodat ze een goede start in het leven krijgen.

Haaieneieren
Haaieneieren

Sommige levendbarende haaien daarentegen kunnen hun foetussen voeden via een dooierplacenta, op dezelfde manier zoals zoogdieren. Soorten die dit niet kunnen, hebben een andere manier gevonden om alle voedingsstoffen te leveren die nodig zijn voor de groei van de foetus: baarmoedermelk, waarvan het bestaan werd bevestigd bij witte haaien in 2014. Tegen het einde van de dracht produceren ovovivipare moeders zelfs onbevruchte eieren, zodat de jongen zich kunnen voeden met de voedingsstoffen uit deze eieren.

Een goede start in het leven

Zoals je ondertussen al begrepen hebt, wordt al het werk van de moeder op voorhand gedaan. Nog voor ze geboren worden, rust ze haar kleintjes uit met wapens voor hun toekomstige leven. De draag- en incubatietijd kunnen ongelooflijk lang duren bij haaien: vier tot elf maanden bij de hondshaai, 12 tot 18 maanden voor de witte haai en tot 3,5 jaar bij de franjehaai en de reuzenhaai. Deze laatste soort heeft zelfs het record voor de langste dracht bij gewervelde dieren! Tijdens die lange periode hebben de jongen alle tijd om zich te ontwikkelen, binnen of buiten de baarmoeder. Eens ze ter wereld komen, hebben ze geen redenen meer om jaloers te zijn op de volwassen haaien (behalve hun grootte dan), maar zijn ze zelfs al in staat om te jagen en zich te verdedigen tegen roofdieren.

Reuzenhaai
Yves Adams
Reuzenhaai

Maar daar stopt het werk van deze ietwat bijzondere moeders niet. Onderzoekers van de universiteit van Bangor in Wales ontdekten dat zwangere schemerhaaien (Carcharhinus obscurus) zo evolueerden dat hun ongeboren jongen veel grotere levers hebben, die tot 20% van hun lichaamsgewicht uitmaken. Na een tijdje keert hun lever dan weer terug naar de normale grootte, zo’n 6% van hun lichaamsgewicht. Wat is hier het nut van? Wel, bij haaien is de lever in feite een energieopslag. De jongen kunnen dus putten uit deze reserve vooraleer ze in staat zijn een goede, kwalitatieve prooi te vangen. Kortom, bij de geboorte laten de moederhaaien hun jongen dan wel in de steek, maar toch hebben ze ervoor gezorgd dat de kleintjes vanaf dag één kunnen overleven in de onderwaterwereld. Hoeveel ouders kunnen dat zeggen? 

Meer over


Gerelateerde artikels