Ga naar main content
bruinvis.jpg
Yves Adams

Klein maar fijn: de bruinvis, onze ‘enige echte’ walvis

Aan onze Belgische kust kan je de bruinvis bijna het hele jaar rond zien zwemmen, al heb je wel een arendsblik nodig om ’m te spotten. Enkel aan de driehoekige rugvin die hij af en toe boven water steekt, kan je hem herkennen. Deze kleinste walvisachtige van Europa was in de jaren 1960 bijna helemaal verdwenen aan de Noordzeekust, maar is sinds een jaar of twintig aan een wederopstanding bezig. Als je geluk hebt, kan je hem zelfs op de Schelde tegenkomen, terwijl hij in volle focus een school spiering achtervolgt.

Uitdaging voor walvisspotters

Met zijn bescheiden lengte van zo’n anderhalve tot twee meter lang valt de bruinvis tussen de andere walvisachtigen in de oceanen wereldwijd niet meteen op. In combinatie met zijn gemiddeld gewicht van 75 kilogram heeft hij dus in feite de omvang van een doorsnee homo sapiens. In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden, heeft hij een grijze rug en een lichte, bijna witte buik. De kleur bruin komt er dus helemaal niet aan te pas. En een vis is hij ook al niet … Vermoedelijk heeft dat te maken met de beperkte woordenschat van de middeleeuwers aan wie hij zijn naam te danken heeft. Leef je in de zee? Dan ben je een vis. Ben je grauw van kleur? Dan ben je bruin. Klaar. 

bruinvis-vin.jpg
Yves Adams

Voor walvisspotters is de Belgische Noordzeekust niet bepaald een eldorado: de bruinvis is de enige walvisachtige die er op tijd en stond zijn driehoekige rugvin laat zien. Grotere soorten komen namelijk al snel in de problemen in onze ondiepe Noordzee. En dan moet je nog een flinke portie geluk hebben om hem boven water te zien te krijgen. Verwacht van de bruinvis geen trucjes en salto’s zoals de dolfijn, zijn gestroomlijnde en ietwat pocherige lookalike. Je zal hem niet vaak aan het oppervlak aantreffen: even naar adem happen en dan duikt hij alweer minutenlang onder water. Bovendien is de bruinvis een solitair zoogdier, dus ook in het gezelschap van meer dan drie tot vijf soortgenoten zal je hem zelden zien, wat hem ook weer moeilijker te lokaliseren maakt. Nochtans is de bruinvis in België het meest algemeen voorkomende zeezoogdier – hij is gewoon veel minder zichtbaar dan pakweg de gewone zeehond.

Zeg me waar en wanneer

De bruinvis is een heel mobiel dier, dat zowel in zout als brak en zoet water kan leven. Hij kan dus makkelijk migrerennaar andere streken als de voedselvoorraad op raakt, bijvoorbeeld door overbevissing. Dat is nu steeds meer het geval in zijn gebied van herkomst: het noorden van de Noordzee, in de buurt van Schotland. Heel wat bruinvissen komen dus vanuit het noorden naar onze Belgische Noordzeekust afgezakt, hopend op een beter leven – of een rijker onderwaterbuffet. 

Af en toe komt er in het voorjaar ook weleens een bruinvis in de Ooster- of Westerschelde terecht, en dat is niet gek, want deze walvissoort houdt van ondiep water met een lage temperatuur (onder +17 °C). Om dat koude water te kunnen trotseren, moet hij wel actief aan zijn warme vetlaagje werken. En aangezien zijn menu bestaat uit kleinere vissen zoals haring, kabeljauw, sprot, platvissen zoals tong, schar en tarbot, en kleine inktvisjes, krabben en garnalen, betekent dit dat de bruinvis eigenlijk de klok rond op jacht is. Al kost hem dat al bij al niet zo heel veel energie. De bruinvis is een tandwalvis, met lange rijen spatelvormige tandjes in zijn boven- en onderkaak waarmee hij over de zeebodem ‘graast’ en zo quasi moeiteloos zijn dagelijkse portie van vijf kilo vis naar binnen hapt. Daarnaast maakt hij gebruik van echolocatie om zijn prooi in kaart te brengen.

twee-bruinvissen.jpg
Jeroen Mentens

In principe zwemmen bruinvissen het hele jaar rond langs de Belgische Noordzeekust, maar in de winter en het voorjaar heb je de grootste kans om ze te zien, van op een boot of zelfs van op de kant. In de maanden maart en april worden traditioneel de hoogste aantallen waargenomen, terwijl het najaar doorgaans wat minder populair is. Op een winderige dag mag je het vergeten: bij golven van 20 tot 30 centimeter hoog zal je al héél goed moeten speuren om er een rugvin van een bruinvis tussenuit te zien steken. Je gaat dus best bruinvissen spotten op een zonnige en windstille dag.

Voor kalfjes moet je wachten tot in juli. Tussen juni en begin augustus gaat de bruinvis paren, waarna een zwangerschap van maar liefst elf maanden volgt. Dat betekent dat het kalfje pas de volgende zomer ter wereld – of te water – komt. Bevruchte vrouwtjes die je in het voorjaar ziet zwemmen, zijn dus al behoorlijk hoogzwanger. 

Van bijna dood tot bedreigd en beschermd

Het heeft niet veel gescheeld, of we hadden in plaats van dit artikel een afscheidsrede voor de bruinvis moeten schrijven. In de jaren 1960 was deze kleine walvis langs de Noordzeekust namelijk ei zo na uitgeroeid door gifstoffen uit de industrie, die toen nog ongestraft in onze waterlopen geloosd werden. Via de rivieren kwam die rotzooi in de Noordzee terecht, met catastrofale gevolgen voor de bruinvis – en de haring, die bovenaan zijn menu staat. Gelukkig dook de soort een tijdje later weer op, vastberaden om een memorabele comeback te maken. Met succes, want vandaag leven naar schatting zo’n 5.000 tot 10.000 bruinvissen in onze Belgische wateren. 

bruinvis-kop.jpg
Yves Adams

Helaas blijft de bruinvis worstelen met de menselijke aanwezigheid in zijn leefgebied. Vooral vissers die zijn favoriete kostje inpikken, maken het hem moeilijk om voldoende voedsel te vinden, waardoor hij vaak van honger omkomt. Soms raken bruinvissen ook verstrikt in de netten van zo’n vissersboot en verdrinken ze in hun poging om te ontsnappen. Ze kunnen namelijk slechts een paar minuten onder water blijven zonder boven te komen om te ademen. Omdat hij zo bijzonder kwetsbaar is, werd de bruinvis opgenomen op de lijst van beschermde diersoorten. Jagen op een bruinvis is dus absoluut verboden – voor de mens althans, want er loeren nog andere vijanden om de hoek. In 2020 spoelden 65 bruinvissen aan op Belgische stranden, wat een relatief laag aantal is als je weet dat hier de voorbije jaren tussen de 50 en 150 bruinvissen per jaar stranden. Het merendeel van deze dieren kwam aan z’n einde door een aanval van een grijze zeehond

Zie je een aangespoelde bruinvis liggen op het strand?

Zie je een aangespoelde bruinvis liggen op het strand?

Blijf dan op een veilige afstand en contacteer het KBIN of bel het algemeen noodnummer. Een gestrande bruinvis weer in zee proberen te duwen, is niet alleen geweldig stresserend voor het dier in kwestie, maar bovendien loopt hij de kans om opnieuw door dezelfde predator aangevallen te worden. Je kan je waarnemingen van dode én levende bruinvissen ook altijd melden bij Natuurpunt, zodat zij een beter zicht kunnen krijgen op de verspreiding van de soort.

Meer over


Gerelateerde artikels