Ga naar main content
Scholeksters
Scholeksters
Yves Adams

Strandhoofden herbergen een zee van leven

De Belgische kust telt 65 km zandstrand, maar het is vooral op de 127 kunstmatige strandhoofden - ‘golfbrekers’ in de volksmond - dat het krioelt van het leven. Deze stenige massa's trekken niet alleen zand aan, maar ook fauna en flora aan die normaal gezien enkel op rotskusten floreren. Geen wonder dat ze zo’n grote aantrekkingskracht uitoefenen op hongerige zeevogels. En na het lezen van dit artikel, zal ook in jouw ogen geen strandhoofd meer hetzelfde zijn. 

Golfbreker of strandhoofd?

Misschien heb je nog nooit van het woord ‘strandhoofd’ gehoord, maar je hebt deze structuren vast al opgemerkt - en getrotseerd - tijdens een strandwandeling. De langwerpige bergen met grote stenen staan bij hoogtij bijna volledig onder water en komen langzaam tevoorschijn bij het wegtrekken van de zee. Hun populaire naam ‘golfbreker’ dekt echter de lading niet: om golven af te remmen, moeten ze evenwijdig aan het strand opgetrokken worden. Waarvoor dienen zo’n strandhoofden dan wel? Ze zorgen ervoor dat onze zandstranden niet té snel weggespoeld worden door stromingen in het zeewater. Strandhoofden hebben dus een stabiliserende werking en dat zie je: de zee komt verder landinwaarts in het midden tussen twee stenenrijen en het strand reikt verder in zee nabij een strandhoofd. 

Kunstmatige biodiversiteitshotspot

Omdat onze kustlijn van nature geen rotspartijen bevat, vormen zeeweringen een waardevolle habitat voor heel wat soorten die elders niet aan hun trekken komen. Maar liefst 91 soorten ongewervelden, 78 wiersoorten en een schare aan zeevogels verhogen op die manier de biodiversiteit van onze Noordzeekust. 

Er gaan stemmen op om deze kunstmatige hotspots te doen verdwijnen omdat ze niet natuurlijk zijn en gevaarlijke stromingen veroorzaken voor zwemmers, maar vooralsnog wegen de voordelen zwaarder door dan de nadelen. We moeten immers spaarzaam zijn met het zand dat we hebben: we kunnen niet rekenen op grote reserves zoals bij onze noorderburen. Alle beetjes helpen en de strandhoofden vertragen wel degelijk de eroderende werking van de zee op onze zandstranden. Er worden wel plannen gesmeed om onze kust op lange termijn weerbaarder te maken op een meer natuurlijke manier, bijvoorbeeld door het stimuleren van duinvorming en het verhogen van de kustconnectiviteit. Vooraleer het zover is, blijven de strandhoofden een wondere en onverwachte mini-biotoop die bruist van leven. 

Wieren en mossen

Soorten die een ‘vaste stek’ vinden op een zeewering moeten weerstand kunnen bieden aan de meedogenloze getijdenwerking van de zee. Twee keer per dag komen ze volledig onder water te staan, maar eveneens vallen ze twee keer per dag volledig droog. Welke planten zich precies hechten op een ‘golfbreker’, is dan ook afhankelijk van hun (verticale) positie: hoe hoger, hoe minder nat het hen immers aan de voeten wordt. 

Helemaal bovenaan is zelfs een zone die quasi enkel bij regenweer veel vocht te verwerken krijgt. Vastzittende dieren en planten tref je er niet aan, maar ietsje lager - in de ‘spatzone’ - duiken de eerste korstmossen op: een extreem geharde levensvorm waarin schimmels en algen elkaar naar een hoger niveau tillen. Omstreeks de hoogwaterlijn is het opletten voor uitglijden over enkele gladde wieren die als een groen deken grote hoeveelheden water vasthouden op de rotspartij. Het zijn de ‘sponzen’ van het strandhoofd die enorm goed bestand zijn tegen uitdroging. Op een hete zomerdag doen ze het soms met slechts 10% van hun totale watercapaciteit! Op plekken waar het woelige water minder impact heeft, tussen de rotsblokken in, leven iets gevoeliger wieren zoals blaaswier. Nog lager, in zones die slechts een beperkt deel van de dag droog komen te staan, leven planten (roodwieren, groenwieren, kiezelwieren, blauwwieren) nauw samen met een resem schelpdieren zoals zeepokken, mosselen en oesters. Ze hechten zich niet alleen vast op de stortstenen zelf, maar ook op hun schelpen. 

Links: havenpissebed; rechts: zeepokken
Foto's: Yves Adams
Links: havenpissebed; rechts: zeepokken

Ongewervelde dieren koloniseren de strandhoofden

Terwijl wieren houden van ietwat beschutting, zijn dierlijke levensvormen het talrijkst op plekken die midden in het golfgedruis staan, al heeft elke soort zo zijn eigen voorkeuren. Zo vertoeft de havenpissenbed in de spatzone, tussen de kunstmatige rotsblokken. Iets lager vind je zeepokken, kleine kreeftachtigen die dicht op elkaar met hun ranke ‘armpjes’ plankton uit het zeewater vissen. Alleen wanneer het zeewater hen aan de lippen staat, komen ze uit hun schulp. 

In nog nattere zones tieren mosselen welig - tegenwoordig tref je er ook steeds vaker oesters aan. Een levende mossel is trouwens een biotoop op zich: tussen haar baarddraden leven o.a. vlokreeftjes, mini-krabben en borstelwormen; op haar schelp tref je regelmatig zeepokken en mosdiertjes aan. 

En dan zijn er nog de talrijke poeltjes die ontstaan bovenop het strandhoofd, waar het zeewater niet kan wegtrekken, en de spleten en kieren tussen de rotsblokken. Het zijn verzamelpunten voor mobiele fauna die zich niet hoeft vast te hechten, maar die wel weg- en weer teruggespoeld kan worden door golven en stromingen. O.a. zeesterren, krabben, zeespinnen, kleine kreeftjes en visjes vinden hier alles wat hun hartje begeert. Wie zich wél vasthecht op meer beschutte plekken, zijn sponzen, poliepen en zeeanemonen. 

Buffet voor zeevogels

Meeuwen en steltlopers zijn niet weg te denken van onze strandhoofden. Ze gebruiken de zeeweringen voor twee dingen: als rijk buffet aan zeediertjes bij laagtij, als veilige rustplaats bij hoogtij. In het toeristisch seizoen zoeken ze misschien liever een rustiger plekje uit om te wachten tot hun onderwaterbuffet weer tevoorschijn komt (of om een pakje friet te scoren bij onoplettende voorbijgangers), maar in alle seizoenen komen ze smullen wanneer het buffet geopend is. Elke soort heeft zo zijn eigen tactiek om aan voedsel te raken. Zilvermeeuwen peuteren er mosselen en zeepokken uit hun schelp of jagen op krabben en zeesterren in de poeltjes. Steenlopers draaien naarstig alles om wat in hun bek past, in de hoop verscholen diertjes te vinden. 

Steenlopers
Yves Adams
Steenlopers

Ontdek nog meer zeeleven tijdens het wetenschapsfestival Zeekerweten

Heb je de (zilte) smaak (van de zee) te pakken? Vandaag kan je op verschillende plekken langs de Belgische kust terecht om het zeeleven van dichtbij te bestuderen, op golfbrekers maar ook in de duinen, op het strand en in het water. 

Zeekerweten

Meer over


Gerelateerde artikels